Wie verzwijgt de waarheid?

26 juni 2008: Heropening van de "Zaak Pertur"

Op 23 juli 1976, vlakbij de grens in Iparralde (Frans-Baskenland), verdween Eduardo Moreno Bergaretxe “Pertur”, van de aardbodem. Hoewel de verdwijning door het Franse gerecht werd onderzocht, heeft men nooit het lichaam kunnen terugvinden, noch de daders kunnen ontmaskeren.

De Audiencia Nacional heeft nu beslist de verdwijning van de ex-leider van ETA “Pertur” opnieuw te onderzoeken. Magistraat Fernando Andréu van de Juzgado Central de Instrucción nr.4, heeft op 26 juni 2008, 32 jaar na datum, en op vraag van de familie van Pertur, het onderzoek opnieuw geopend!

De ouders van Pertur, Alvaro Moreno en Marta Bergaretxe, hebben altijd de stelling verdedigd dat de speciale commando’s van ETA (de Bereziak) verantwoordelijk waren voor de moord (Pertur had met hen een dispuut over de te volgen weg: via gewapende strijd of via politiek). Deze overtuiging (idee-fixe?) zette er hen toe aan de zaak terug aan te spannen voor de Audiencia Nacional, omdat het in hun ogen om een terroristische aanslag gaat, en alles wat ook maar enigszins met terrorisme te maken heeft (of dat nu bewezen is of niet, speelt geen rol), moet voor die uitzonderingsrechtbank komen.

Iedereen uit de radicale wereld veroordeelde toen de verdwijning, ETA in de eerste plaats. ETA heeft in januari 1978 een brief aan de familie geschreven waarin stond dat zij wel erkennen dat er grote meningsverschillen waren tussen “Pertur” en de “Bereziak”, maar dat zij met de verdwijningzaak geen uitstaans hadden. Men mag van ETA denken wat men wil, ETA heeft nog nooit gelogen. Zo gaven ze een decennium later toe de voormalige vrouwelijke ETA-chef Dolores González Katarain "Yoyes" opgeruimd te hebben. Inderdaad, ruim te laat, maar ze hebben toch bekend. Waarom zouden ze het dan niet gezegd hebben, na 32 jaar, als dit ook met Pertur was gebeurd?

Veel blijft echter wijzen in de richting Madrid en kringen van (Spaans) uiterst rechts... Vier dagen na de verdwijning werd de ontvoering én de liquidatie van Pertur trouwens opgeëist door AAA-Alianza Apostólica Anticomunista!

El Batallón Vasco-Español

afirma que ha ejecutado

a "Pertur"

Op 31 juli 1976 verschijnt in de krant "El País" bovenstaand bericht: "Het Batallón Vasco-Español bevestigt dat zij 'Pertur' hebben omgebracht". Er volgt een korte tekst:

"Eduardo Moreno Bergaretxe 'Pertur' werd geëxecuteerd en begraven in een dorp in Navarra. Oog om oog! Leve de eenheid van Spanje! Batallón Vasco-Español, commando Emilio Guezala".

Deze korte boodschap werd in de late avond per post ontvangen op de redactie van de krant "El Correo Español-El Pueblo Vasco". De omslag, zonder afzender, werd gepost in het station van Bilbao-Abando op 28 juni 1976, en de tekst was volledig opgesteld in hoofdletters.

Voordien had de AAA-Alianza Apostólica Anticomunista de España, via een telefonische oproep bij het agentschap "Cifra" te Barcelona de aanslag al opgeëist.

Deze piste die leidt naar uiterst recht is dus een tweede mogelijkheid, en wordt verdedigd door zijn broer Alvaro en zijn zus Marta Moreno Bergaretxe: “Er bestaan gegronde motieven om te veronderstellen dat “Pertur” werd ontvoerd door een commando van uiterst rechts. Wij denken aan de 1ste periode van de “vuile oorlog”, toen diverse sinistere groepjes zoals ATE-Antiterrorismo ETA, later gevolgd door AAA-Alianza Apostólica Anticomunista, ANE-Acción Nacional Española en BVE-Batallón Vasco Español, terreur zaaiden”. Meer details over deze 1ste periode zijn te vinden in de rubriek: "Staatsterrorisme 2".

Er bestaat ook nog een derde piste of derde mogelijkheid, die besproken wordt in de bijlage “Pertur”, onder de titel “De Italiaanse piste”.

Het opnieuw openen van het onderzoek wordt mogelijk gemaakt door het feit dat er nog altijd geen lichaam gevonden werd, en zolang dit niet gebeurt, kan er ook geen verjaring intreden.

Bron: Avondeditie EiTB

03 november 2008: Start van de verhoren

Vanaf vandaag, 3 november 2008, zal de Audiencia Nacional beginnen met de verhoren van 5 ex-gevangenen van ETA: Juan José Gurrutxaga Aizpurua, Eugenio Etxebeste “Antxon”, Simón Loiola Albizu “Mendi”, Eleuterio Jáuregui Beloki “Trotski” en Lourdes Auzmendi Eyerbe.

Magistraat Fernando Andréu zal de verhoren van deze 5 ex-ETA-gevangenen afwachten alvorens te beslissen om 2 Etarras als beklaagde op te roepen. Twee Etarras die “Pertur” voor het laatst levend gezien hebben: Múgica Garmendia “Pakito” en Miguel Ángel Apalategi “Apala”. Hij zal op dat moment ook beslissen of die 5 getuigen als getuigen kunnen blijven functioneren of dat ze van enig misdrijf kunnen beschuldigd worden.

V.l.n.r. : Apala, Pertur en Pakito

De onderzoeksrechter heeft ook de medewerking van de Italiaanse autoriteiten gevraagd om opheldering te geven over de verdachtmakingen tegen de neofascisten Pierluigi Concutelli en Carlo Cicuttini, als zijnde de daders (de Italiaanse piste).

Vervolgens heeft hij aan de Franse autoriteiten, aan de Cuerpo Nacional de Policía en aan de Guardia Civil de beschrijving van de gerechtelijke vooronderzoeken opgevraagd, die gerealiseerd werden op periode van de verdwijning. Hij eist ook 2 krantenartikels op verschenen over deze zaak in “Interviú”, van de “Grupo Zeta” (uitgeversmaatschappij van o.a. “El Periodico” en “Interviú”.

Maar het heeft er alle schijn van dat de magistraat aanhanger is van de piste dat ETA zelf de verantwoordelijke zou zijn. De Openbare Aanklager van de Audiencia Nacional heeft op 24 juni 2008 immers aan magistraat Fernando Andréu formeel gevraagd om Múgica Garmendia “Pakito” en Miguel Ángel Apalategi “Apala” te dagvaarden als verdachten.

03 november 2008: Getuigenis van Juan José Gurrutxaga Aizpurua

Juan José Gurrutxaga bevestigde op 3 november 2008 dat hij er de gewapende organisatie van verdenkt schuld te hebben aan de verdwijning van “Pertur”. Hij was er enigszins verbaasd over dat de leiders van toen geen al te grote bezorgdheid vertoonden over de verdwijning. Hij voegt er aan toe dat het goed mogelijk is dat de harde kern van de organisatie (Bereziak) achter de verdwijning schuilgaat.

Onmiddellijk na het gebeuren was hij, samen met zijn kompanen, er nog van overtuigd dat de Spaanse politie de daders waren, maar afgaande op de eigenaardige reactie van de Bereziak, rees het vermoeden dat ze er iets mee te maken hadden.

04 november 2008: Getuigenis van Eugenio Etxebeste “Antxon”

De verklaringen van Eugenio Etxebeste “Antxon”, op 4 november 2008, waren compleet tegengesteld aan die van Juan José Gurrutxaga de dag voordien. De leider bij uitstek en de ideoloog van ETA uit de jaren 80 wees de Spaanse geheime diensten aan als verantwoordelijke. Hij ontkende dat ETA-pm of Bereziak ook maar iets mat de verdwijning te maken hadden: “Ik behoorde op dat ogenblik tot de politiek-militaire fractie, en ik kan in alle vertrouwen verzekeren dat wij op geen enkel ogenblik ook maar iets te maken hebben gehad met de feiten”. Hij verwees subtiel naar de verdwijningen van Lasa en Zabala, Larretxea Goñi en Joxe Miguel Etxeberria "Naparra". De Spaanse geheime diensten konden op die manier twee vliegen in één klap slaan: een belangrijk leider uitschakelen en de meningsverschillen binnen ETA op de spits drijven.

Om zijn stelling nog wat kracht bij te zetten, herinneerde hij er aan dat zijn organisatie op dat ogenblik zwak stond, maar dat de Staat alle middelen aanwendde om hen te vernietigen. Hij toonde een exemplaar van een krant uit die tijd “La Voz de España”, en wees een artikel aan waarin stond: “Reclamo de caza y captura…” (Eis tot jacht op en opsluiten van…), met vermelding van de naam “Pertur” en andere gekwalificeerde militanten.

Noot: Op 18 maart 1976 werd de industrieel uit Elgoibar, Ángel Berazadi, ontvoerd. Een paar weken nadat men zijn lijk gevonden had, schreef de krant “La Voz de España” het volgende op de voorpagina:

Diez millones para matar a los que mataron

Tien miljoen voor wie de doders, doodt

“De doelwitten zijn de hoogste dirigenten van ETA-5de Assemblee”

05 november 2008: Getuigenis van Simón Loiola Albizu “Mendi”

Loyola Albizu “Mendi” deed zijn relaas met de vermelding dat in die periode de vermoedens over de verdenkingen voor de verdwijnen gelegd werden bij de "servicios paraestatales" (parastatale instanties) en zeker niet bij de eigen organisatie.

Mendi ontkende dat hij tot de “”Bereziak” behoorde, el tot ETA-pm en bevestigde dat hij deelnam aan de Conferencia de Cuadros (kaderconferentie) die eind april 1976 plaatsvond. “Pertur” werd door de “Bereziak” van die conferentie weggehouden (ergens opgesloten), omdat hij de veiligheid van de organisatie in gevaar gebracht had door een brief te schrijven aan een gevangene. Mendi zelf stond garant en borg dat “Pertur” na de conferentie zonder probleem werd vrijgelaten. Als men hem al had willen doen verdwijnen, was dit het uitgelezen moment geweest.

10 november 2008: Getuigenis van Eleuterio Jáuregui Beloki “Trotski”

De verhoren van Eleuterio Jáuregui Beloki 'Trotski', één van de personen die “Pertur” kort voor zijn verdwijning nog in leven zag in gezelschap van Francisco Múgica Garmendia “Pakito” en Miguel Ángel Apalategi Aierbe “Apala”, zijn verdaagd naar 28 november 2008, omdat de getuige in de onmogelijkheid verkeerde om voor de rechter te verschijnen.

11 november 2008: Getuigenis van Lourdes Auzmendi Eyerbe

Lourdes Auzmendi, de partner van “Pertur”, beschuldigde op 11 november 2008 “Pakito” en “Apala” van de verdwijning en dood. Zij vierden zijn verdwijning, net alsof zij het gedaan hadden. Zij beschreef ook een brief die ze van “Pertur” had ontvangen en waarin stond dat hij heel bezorgd was over de voortdurende verdachtmakingen en twisten. Er stond letterlijk in de brief; “Lo estaba pasando mal” (Het gaat niet goed met mij). Zij verweet ook de Franse politie dat zij niets gedaan hadden om de zaak uit te klaren, en dat ze er van uitgingen dat het een interne afrekening betrof.

28 november 2008: Getuigenis van Eleuterio Jáuregui Beloki “Trotski”

Eleuterio Jáuregui Beloki 'Trotski', die nooit veroordeeld werd voor misdrijven gerelateerd met terrorisme, verklaarde op 28 november 2008 voor de magistraat dat hij “Pertur”, op de dag van de feiten, voor het laatst gezien heeft om 09:40u in gezelschap van “Pakito” en “Apala”.

Met deze verklaring eindigt de eerste ronde in het heropende onderzoek.

Bronnen: Noticias de Gipuzkoa, Deia, EiTb, Gara, El Mundo, El País

10 maart 2009: De Italiaanse piste

Op 10 maart 2009 bevestigen bronnen uit de gerechtelijke wereld dat magistraat Andreu de toestemming gekregen heeft van de Italiaanse autoriteiten om verklaringen af te nemen van drie neofascisten, die een levenslange straf uitzitten te Rome.

De magistraat bij de Audiencia Nacional, Fernando Andreu, zal naar Rome vertrekken om er op 25 maart 2009 drie neofascisten, mogelijke daders van de ontvoering van Eduardo Moreno Bergaretxe “Pertur”, te verhoren. De Italiaanse piste is één van de hypothesen bij de heropening van de zaak “Pertur”. Alvast één neofascist heeft voor een onderzoeksrechter in Italië verklaard dat hij in het zuidoosten van Frankrijk een persoon, afkomstig uit Spanje, heeft vermoord in opdracht van de Spaanse geheime dienst.

Magistraat Andreu zal slecht twee neofascisten, Pierre Luigi Concutelli (*) en Carlo Cicuttini, kunnen verhoren omdat de derde gevangene terminaal ziek is en niet verhoord kan worden.

Bron: Noticias de Gipuzkoa. 11 / 03 / 09

(*) Concutelli, politicus met een terroristische roeping

De man op de foto hiernaast zou de dader of één van de daders kunnen zijn van de ontvoering en de moord op Eduardo Moreno Bergaretxe “Pertur”. Op 25 maart 2009 verschijnt hij voor magistraat Andreu, die naar Rome is vertrokken om hem te verhoren. Vooral de vraag waar hij zich op 23 juli 1976 bevond, houdt de magistraat bezig. Het is de dag dat “Pertur” verdween.

De persoon in kwestie is Pierre Liugi Concutelli, vermaard in Italië, en niet om zijn goedheid. Hij is nu 65 jaar en veroorzaakte veel terreur, die meermaals de grenzen van zijn land overschreed. In Italië zelf is hij de moordenaar van magistraat Vittorio Occorsio, en in Spanje staat hij vooral bekend als huurling bij operaties in Iparralde, in opdracht van de Spaanse staat, beter gekend als het Spaanse staatsterrorisme tijdens de “vuile oorlog”.

Bron: Deia. 23/ 03 /09), posted by Ahaztuak1936-1977

25 maart 2009: De rogatoire commissie van magistraat Andreu

Op 25 maart 2009 heeft de magistraat van de Audiencia Nacional, Fernando Andreu, in Rome twee neofascistische gevangenen, Sergio Calore en Angelo Izzo, kunnen ondervragen. Zij hebben verklaard dat er in de omgeving van Barcelona een “masía” (boerderij met landerijen) was waar zij ontvoeringen planden en waar Etarras werden gefolterd. Dit werd bevestigd aan het persagentschap Efe door gerechtelijke bronnen die de rogatoire commissie assisteerden. De verhoren vonden plaats in het Hof van Beroep te Rome in aanwezigheid van de Italiaanse magistraat Domenicomassimo Michelli. De Spaanse magistraat Andreu werd bijgestaan door de gerechtelijke secretaris María Mosquera, en de getuigenverklaringen werden ook bijgewoond door de verbindingsmagistraat Jesús Santos en de advocaat van de familie van Moreno Bergaretxe “Pertur”.

Pierre Luigi Concutelli (levenslang) was niet aanwezig omdat hij lijdt aan ischemische aanvallen of Transient Ischaemic Attack (*). Hij verblijft momenteel (voorlopig vrij wegens zware ziekte) in zijn geboorteplaats Venetië.

(*) Een TIA (Transient Ischaemic Attack; voorbijgaande ischemische aanval, via) is een neurologische aanduiding voor een bepaalde gebeurtenis in het centraal zenuwstelsel. De bloeddoorstroming van een (groter of kleiner) deel van de hersenen wordt even onderbroken door een niet nader gespecificeerde oorzaak (meestal een stolseltje) maar de verschijnselen die dit teweegbrengt zijn binnen 24 uur geheel verdwenen.

Izzo Angelo (levenslang) verklaarde aan de commissie dat hij in verbinding stond met het BVE-Batallón Vasco-Español (zie rubriek: "Staatsterrorisme 5), en dat hij verscheidene leden van dit doodseskaders kende. In de jaren 70 waren de “anti-ETA Italianen” samengesteld uit 2 groepen: de groep Madrid en de groep Barcelona. Tussen dat allegaartje liepen er naast zijzelf (Italianen), ook neofascistische Fransen en Portugezen rond, en de onvermijdelijke Spanjaarden. Zij beschikten over een appartement in de rosse buurt van Barcelona en over een masía (“La Factoría” genoemd) in de omgeving van Barcelona. In die periode was Jean-Pierre Cherid één van de voornaamste leiders van de groep, en hij had nauwe contacten met de Spaanse geheime dienst. Hij werd, in opdracht van de Spaanse staat, gecontracteerd om acties tegen Etarras tot een goed einde te brengen (ontvoering en moord). Izzo Angelo verklaarde ook dat hij niets te zien had met de verdwijning van “Pertur”, omdat hij toen al gearresteerd was. Maar hij had wel heel nauwe contacten met Pierre Luigi Concutelli, die hem nadien toevertrouwde dat zij een voornaam lid van ETA hadden ontvoerd, hem naar "La Factoría" hadden gebracht, hem gefolterd en doen verdwijnen hebben.

Izzo Angelo kon “Pertur” niet op een foto herkennen, omdat Concutelli hem alleen over een “ontvoerde Etarra” had gesproken, zonder hem bij naam te noemen. Hij voegde er ook aan toe dat zij een industrieel uit Euskadi ontvoerd hadden, een ontvoering die in de schoenen van ETA werd geschoven.

Izzo Angelo bevestigde ook dat de Spaanse geheime diensten hen voorzagen van wapens (zoals een machinegeweer “Ingrand”) en explosieven. Het machinegeweer “Ingrand” werd later bij Concutelli teruggevonden, na de moord op de Italiaanse magistraat Occorsio.

Verbijsterend is het feit dat Izzo al ongeveer hetzelfde verklaarde tijdens een proces in 1984, maar de Spaanse staat negeerde dit en bleef halsstarrig de piste volgen van ETA zelf als dader, hoewel hiervoor geen enkel objectief bewijs was. De voorbije 25 jaar bewijzen glashelder welke moeite de Spaanse justitie zich getroost heeft om de waarheid over de verdwijning van “Pertur” niet te ontsluieren. Er valt niet naast te kijken: heel wat aanwijzingen wijzen in de richting van de Italiaanse piste. Als ik het verkeerd voor heb, zal ik de eerste zijn om mijn vergissing toe te geven.

Sergio Calore verklaarde dat hij samenwerkte met de Spaanse politie en dat hij op het moment van de feiten in vrijheid was.

Hij behoorde tot de Italiaanse fascistische organisatie, " Nuovo Ordine " (Nieuwe Orde) en bezocht regelmatig "la Factoría". Daar zag hij dat de muren vol geplakt waren met foto’s van Etarras, dienstig om acties tegen hen te ondernemen. De vermoordde slachtoffers werden in de bossen rondom de masía gedumpt.

Magistraat Fernando Andreu heeft al aangekondigd een rogatoire commissie aan te vragen om Pierre Luigi Concutelli in Venetië te verhoren.

Bron: Gara en Ahaztuak