Cassatieberoep proces 18/98

16 april 2009

Het Tribunal Supremo, het Hooggerechtshof, voorziet 3 dagen om het beroep te behandelen tegen de straffen uitgesproken in het Sumario 18/98 op 19 december 2007. De sessies zouden starten op 20 april 2009 en eindigen op 22 april 2009.

Het beroep in cassatie, ingediend door de verdediging en gesteund door het Openbare Ministerie, zal in openbare zitting behandeld worden. Het Hof zal voorgezeten worden door magistraat Juan Saavedra en bijgestaan door de magistraten José Manuel Maza, Miguel Colmenero en Andrés Martínez Arrieta.

Concreet betekent dit dat het Openbare Ministerie gedeeltelijk het beroep van 33 veroordeelden ondersteund, omdat de strafvordering tot het uiterste maximum werd opgevoerd. De verdediging vraagt de vrijspraak, het Openbare Ministerie gaat enkel akkoord met strafvermindering variërend tussen de 20% en de 30% en alleen voor 33 van de 47 veroordeelden.

De zwaarste straf was voor de ex-directeur van de Raad van Bestuur van de krant “Egin”, die 24 jaar kreeg.

Bron: Deia

20-22 april 2009

Op 20 april 2009 ging effectief de “driedaagse” beroepsprocedure van start. Een van de verdedigers, Kepa Landa, haalde in zijn bezwaar aan dat de veroordelingen voor de uitzonderingsrechtbank Audiencia Nacional gebaseerd waren op lucht, omdat er geen enkel bewijs werd voorgelegd dat ETA gefinancierd werd. De Audiencia Nacional had, bij wijze van spreken, losweg geconcludeerd dat het massafront van organisaties die volgens hen “het hart van ETA” uitmaakten (KAS, Ekin, Xaki…) zich volledig richtten op ETA en dat de mediathieke strategie van de krant “Egin” geleid werd door ETA. Kepa Landa antwoordde dat dit een illusie was (wensen voor werkelijkheid nemen), en dat nooit heeft plaatsgehad. Over de “gezamenlijke kassa” van ETA waarover de politie sprak, en die men blijkbaar als bewijslast aanhaalde, bevestigde hij dat niemand weet waaruit die kassa bestaat, dat niemand bewezen heeft dat ze überhaupt bestaat en dat niemand heeft kunnen aantonen hoe de economische structuur vanuit en naar ETA verliep.

Jone Goirizelaia, een andere (vrouwelijke) verdediger voerde aan dat de rechten van een eerlijk proces werden geschonden en dat er onrechtmatige vertragingen werden gehanteerd om het proces in beroep tot bijna 3 jaar te rekken. Zij verweet de onderzoeksrechter Garzón ook “dubieuse techniciteit” door alle zaken op één hoopje te gooien en er een monsterproces van te hebben gemaakt.

Een derde verdediger, José María Elosua, benadrukte nogmaals dat er geen verhullen of verzwijgen van liquiditeiten of goederen kon aangetond worden, omdat dat die er niet waren, en dat er ook geen misdrijf van strafbare insolvabiliteit was geweest.

De Openbare Aanklager, Juan Ignacio Campos, wijzigde de voormalige strafvordering en vroeg de vrijspraak voor 6 veroordeelden met vermoedelijke banden bij de Fundación Joxemi Zumalabe wegens gebrek aan bewijzen (Sabino Ormazabal, Olatz Altuna, Alberto Frías, Mario Zubiaga, Mikel Aznar en Fernando Olalde). Bovendien vroeg hij de straffen voor Natale Landa (veroordeeld tot 11 jaar) en Mikel Zuloaga (veroordeeld tot 10 jaar) te herzien. Hij pleitte ook 3 jaar strafvermindering voor 12 beklaagden en 2 jaar voor 18 beklaagden. Als motivering gaf hij mee dat de nieuwe strafvordering beter overeenstemt met de ten laste gelegde feiten.

Hij betwistte het beroep voor 9 veroordeelden, onder wie Xabier Alegria (veroordeeld tot 18 jaar en de advocaat Txema Matanzas (veroordeeld tot 14 jaar).

Hoewel de Openbare Aanklager het principe van de proportionaliteit als motivering aanvoerde, bleef hij er bij dat de verscheidene organisatie die voor de Audiencia Nacional terechtstonden wel degelijk het label “terroristische” verdienden. Hij beschouwde ETA als een holding.

Bron: Gara

29 april 2009

Tien dagen na de start van het proces in beroep was de Guardia Civil, in de late avond van 29 april 2009, prominent aanwezig bij de woonst van 6 personen die veroordeeld waren in het proces 18/98, maar nog altijd in voorlopige vrijheid waren: Jabier Salutregi, Inma Berriozabal, Iñaki Zapiain, Xabier Otero, Elena Beloki en José Luis Elkoro. De vijf eerste werden gearresteerd, maar José Luis Elkoro was bij het machtsvertoon van de “verdienstelijken” niet thuis. Later zal hij wel gearresteerd worden en nog eens 2 personen, Juan Mari Mendizabal en Juan Pablo Diéguez (herstellende van een recente operatie in het hospitaal Cruz Roja van Bilbo), samen dus acht. Zij werden opgesloten in de gevangenis van Martutene, met uitzondering van Juan Pablo Diéguez die de gevangenis van Basauri toegewezen kreeg.

Bron: Gara

30 april 2009

Op 30 april 2009 rapporteerde het Tribunal Supremo aan de Audiencia Nacional de vrijspraak van uiteindelijk 9 van de 47 veroordeelden: Natale Landa, Iñaki O'Shea, Fernando Olalde, Mario Zubiaga, Alberto Frías, Sabino Ormazabal, Mikel Aznar, Olatz Altuna en Mikel Zuloaga. Alleen Natale Landa en Iñaki O'Shea zaten momenteel in de gevangenis. Allen werden veroordeeld met tussen de 9 en de 11 jaar

Bron: Deia

04 mei 2009

Tijdens de zitting voor de uitzonderingsrechtbank Audiencia Nacional op 4 mei 2009, om de aanhoudingen van 29 april 2009 te legaliseren, vroeg de verdediging de vrijlating uit de gevangenis, omdat er nog een definitieve uitspraak moest geveld worden door het Tribunal Supremo, en omdat sommige gezondheidsproblemen hadden. De arrestaties werden bevolen door magistraat Alfonso Guevara die er van uitging dat er slechts 9 personen werden vrijgesproken en de rest dus wel zou veroordeeld worden, en de Audiencia Nacional bevestigde die stelling op 5 mei 2009 en ratificeerde het vonnis.

26 mei 2009

Na de behandeling van het beroep in cassatie bij het Tribunal Supremo, het Hooggerechtshof, valt op 26 mei 2009 de Uitspraak in cassatie.

Bron: Gara