Gernikako Arbola

María de Iparraguirre

María de Iparraguirre werd in Villareal de Urrechua (Gipuzkoa) geboren. Zijn vader, José Agustín,was banketbakker. Zijn moedertaal was het Euskara, maar zijn ouders wilden ook dat hij Castilliaans en Latijn zou leren, met het oog op een geestelijke roeping. Op 13-jarige leeftijd verhuisde de familie naar Madrid, waar hij bij de jezuïeten van San Isidro school liep. Maar zijn avontuurlijke geest deed hem meerdere malen van huis weglopen, waarbij hij zich uiteindelijk bij het leger van de Carlisten aansloot om samen met hen te vechten. Hij werd tweemaal gewond en moest op de koop toe de nederlaag meemaken. Dat kon hij niet aanvaarden en week uit naar Frankrijk in vrijwillige ballingschap, met name naar Bayonne. Hier leidde hij als een bohemien een zwerversleven, las veel boeken en zong liedjes die hijzelf geschreven had. Deze gewoonte had hij trouwens van in zijn soldatentijd aangenomen. Het zittend leven schonk hem geen voldoening en hij trok naar Parijs, Lyon, Zwitserland en Italië. Hij was altijd vergezeld van zijn gitaar.

Rusteloos als hij was, besloot hij om op 31-jarige leeftijd terug te keren naar Euskal Herria, bleef gedurende een zekere tijd in Bilbo en vertrok opnieuw naar Madrid. In Madrid verdiende hij zijn brood door liederen te zingen in een café, dat hoofdzakelijk gefrequenteerd werd door Basken. Hij sloot er vriendschap met een toondichter, Altuna, en op een avond stelde hij een nieuw lied voor aan de klanten van het café: Gernikako arbola.

Gernikako arbola

da bedeinkatua

Euskaldunen artean

guztiz maitatua.

Eman ta zabal zazu

munduan frutua

adoratzen zaitugu

arbola santuba

Gewijde boom van Gernika

door alle Basken bemind.

Geef en verspreiduw vruchten over de hele wereld

Jij, heilige boom,

wij vereren je

Het lied kende een overweldigend succes onder het clientèle van het café San Luis. Ook in zijn thuisland, waar hij ondertussen teruggekeerd was, kende het lied zo'n bijval dat het de hymne van Euskadi werd. Hij werd gearresteerd omdat het lied een belediging zou zijn voor Spanje.

Vele jaren later vond men het lied te liberaal en te internationalistisch (vruchten over de hele wereld) en op 29 april 1905 verscheen in de krant "Patria" een nieuwe nationalistische hymne, geschreven door Sabino Arana.