Conciertos Económicos

Conciertos econόmicos zijn normen door de centrale regering opgelegd, na de afschaffing in 1876 van de Fueros in Euskadi, die tot doel hadden op permanente basis de belastingsbijdragen te regelen tussen de provincies van Hegoalde en het centrale gezag in Madrid. Volgens de wet van 21 juli 1876 moesten de Baskische provincies een bepaalde bijdrage leveren in de uitgaven van de centrale staat en dit volgens een bepaalde verhouding die voor iedere provincie anders kon zijn. Dit mondde na 1936 uit in een permanent onderhandelen over de grootte van het bedrag.

De genegotieerde afspraken hadden betrekking op vier afzonderlijke items:

    • het aandeel dat de afgevaardigden jaarlijks moesten betalen

    • de opbrengst van de directe belastingen

    • de mogelijkheid van een eigen fiscaliteit

    • het vastleggen van de overeengekomen termijnen

Naburige provincies, zoals Santander, waren het daar niet mee eens omwille van de concurrentievervalsing. Maar, de werkelijkheid was toch enigszins anders. Zo werd het aandeel berekend in de hypothese dat er geen foraal regime zou bestaan (wat uiteraard nadelig was voor die provincies).

Het eerste akkoord werd in 1878 onderhandeld en er werd een termijn van acht jaar vastgelegd, nadien vernieuwbaar (heronderhandelbaar) iedere 25 jaar. Bij en gunstig akkoord zou dit heel lucratief zijn.

De Ley de Presupuestos (de ramingwet, de begrotingswet) van 1887 incorporeerde de overdracht van bepaalde administratieve zaken (een begin van decentralisatie). In 1894 werd er nog een wijziging aangebracht en de volgende was in 1906. De laatste onderhandeling voor de burgeroorlog was in in 1931, waarbij het autonome statuut voor Baskenland werd voorbereid (in te voeren 1936).

Op 20 juni 1937, direct na de intrede van de troepen van Franco in Bizkaia en Gipuzkoa, verbrak Franco alle onderhandelingen en schafte de conciertos econόmicos af voor de "verradersprovincies". Araba en Nafarroa (Navarra) behielden nog een restant ervan.