Probiotica

Er zijn inmiddels vele aanwijzingen dat orale bacteriën niet alleen lokaal van betekenis zijn, maar dat er ook een verband is met een systemisch effect. Zo laten epidemiologische studies zien dat er een significante relatie is tussen parodontitis en chronische ziekten als diabetes type II, hart- en vaatziekten, obesitas en mogelijk ook Alzheimer.

Dat probiotica, in een juiste therapeutische dosis, kunnen bijdragen aan een gezonde maagdarmflora met daarmee een positief effect op de algemene humane gezondheid is bekend. Er is immers een duidelijke associatie met het gastro-intestinale systeem en het zich voordoen van diverse aandoeningen. Omdat echter het grote belang van preventie en behandeling van mondziekten niet meer kan worden onderschat, heeft de werking van probiotica in relatie tot de mondgezondheid steeds meer wetenschappelijke aandacht gekregen.

Recente onderzoeken laten zien dat specifieke probiotische bacteriën een gunstig effect hebben op de mondflora en een inhiberende werking op orale pathogenen. In het bijzonder lactobacillen lijken in staat te zijn de symbiose van het microbiële ecosysteem in de mond te herstellen en/of te handhaven.

WERKING

Een goede microbiële samenstelling in de mond hangt af van een stabiel evenwicht tussen de zogenaamd gunstige bacteriën en potentieel pathogene bacteriën. Onder invloed van externe factoren, bijvoorbeeld een slecht voedingspatroon, kan het evenwicht verstoord raken met een overgroei aan orale pathogenen tot gevolg. Deze dysbiose van de orale mondflora is een primaire oorzaak van gingivitis en parodontitis.

Bij het ontwikkelen van parodontale ziekten zijn een aantal bacteriën dominant. Zo zijn Streptococcus mutans en Streptococcus sobrinus vanwege hun acidogene eigenschappen sterk cariogeen. Andere pathogenen die een belangrijke rol spelen in de pathogenese van parodontale ziekten zijn Porphyromonas gingivalis en Aggregatibacter actinomycetemcomitans. Vanwege migratie van pathogenen uit de mondholte naar de bloedbaan lijkt parodontitis een onafhankelijke risicofactor voor diverse chronische ziekten. De bacteriologische mondflora heeft, door het doorslikken van speeksel, tevens voortdurend invloed op het darmsysteem waarbij, bij een verstoorde intestinale flora, ook een associatie bestaat met diverse aandoeningen.

Studies met orale lactobacillen laten zien dat bepaalde soorten een sterk inhiberende werking hebben op de dominante pathogenen. Vooral L. paracasei, L. plantarum, L. rhamnosus, L. casei, L. fermentum en L. salivarius hebben zo onder andere een sterk anticariogeen en antipathogeen effect. Naast een antimicrobiële werking hebben deze beneficiaire bacteriën bovendien anti-inflammatoire eigenschappen en moduleren zij pro- en anti-inflammatoire cytokines. Door de eigen productie van bacteriocinen lijken zij tevens voor het herstel van de barrièrefunctie van de mond te zorgen.

Rekolonisatie van de mondflora met de juiste bacteriën lijkt een onlosmakelijke stap te zijn in de preventie en behandeling van mondziekten en het optimaliseren van de algemene gezondheid. Een combinatie van de genoemde lactobacillen zorgt bovendien voor een synergistische werking met daardoor een optimaal geneeskrachtig effect.

INDICATIES

Parodontitis

Wereldwijd behoort parodontitis tot de meest voorkomende microbiële ziekten, waarvan de gevolgen zich niet alleen tot de mondholte beperken. Het is een multifactoriële aandoening met een bacteriële dysbiose als basale oorzaak. In de parodontologie en implantologie berust de aanpak van parodontitis voor een belangrijk deel op het onderdrukken en kolonisatieresistent maken van de zuurvormende pathogenen in de tandplaque. Vaak in combinatie met antiseptica en/of antibiotica, ontstaat er wel een vermindering in paropathogenen, maar het heikele punt blijft dat er relatief vaak een slechte respons is op de therapie. Na verloop van tijd verandert de plaqueflora weer in de oorspronkelijke samenstelling.

Mede door het steeds vaker voorkomen van bacteriële multiresistentie wordt de noodzaak voor een alternatieve aanpak groter. Diverse studies bevestigen een gunstig effect van rekolonisatie van de mondflora met de juiste probiotische bacteriën. In vitro studies, dierstudies en enkele klinische onderzoeken met lactobacillen laten zien dat door interferentie met en directe inhibitie van (potentiële) pathogenen, de samenstelling van de plaqueflora verandert naar minder cariogeen en minder paropathogeen. Eveneens wordt een daling waargenomen in de pro-inflammatoire cytokines, betrokken in de pathogenese van parodontitis, waaronder IL-1β, IL-6, IL-8, PGE2 en TNF-α.

Darmpermeabiliteit – IBD, PDS en voedselallergieën

Een goede gezondheid hangt voor een groot deel af van een gezonde darmflora.

Omdat de mond de toegangspoort is tot het gastro-intestinale systeem, wordt door het doorslikken van speeksel (1-1,5 l/dag), de darmflora door de orale flora beïnvloed. Zo laat in vitro onderzoek een verandering zien van de darmflora en permeabiliteit van het darmepitheel door bijvoorbeeld P. gingivalis. Bij een slechte mondflora is er een constante aanvoer van ongewenste bacteriën in het darmkanaal. Wanneer deze situatie langdurig standhoudt, kan de barrièrefunctie van het darmslijmvlies verslechteren, wat uiteindelijk met een vicieus effect kan bijdragen aan het ontstaan van onder meer inflammatoire darmaandoeningen (IBD), prikkelbare darm syndroom (PDS) en (voedsel)allergieën.

Orale lactobacillen kunnen door microbiële interventie met paropathogenen en door verbetering van de immuunrespons, de mondgezondheid bevorderen en daarmee een correctie uitvoeren op de dysbiose van de darmflora. Het herstel van de mondflora behoort dan ook tot de therapeutische mogelijkheden in de behandeling van darmaandoeningen. Zo is in gerandomiseerde onderzoeken met controlegroepen aangetoond dat bij IBD, specifiek bij colitis ulcerosa, probiotische bacteriën de ontstekingsverschijnselen remmen en de periodes van remissie verlengen. Lactobacillen hebben afzonderlijk bovendien specifieke eigenschappen die aanvullend kunnen bijdragen aan het herstel van het darmsysteem.

Te denken valt aan:

• Aanzienlijke bevordering van de immuuntolerantie, onder meer via verhoging van de regulatorische T-cellen en via verhoging van het anti-inflammatoire interleukine-10, respectievelijk door L. plantarum en L. paracasei.

• Gunstige effecten door L. rhamnosus in de behandeling van colitis ulcerosa en PDS.

• Antimicrobiële homeostase in het hele oro-gastro-intestinale systeem

• Antagonistische werking door L. fermentum op pathogene bacteriën zoals Listeria monocytogenes, Salmonella typhi, Salmonella enteriditis en Escherichia coli soorten.

L. fermentum heeft tevens een hoge β-galactosidase activiteit waardoor het een rol kan spelen in het opheffen van lactose-intolerantie. Volgens een recent gepubliceerde meta-analyse blijkt L. fermentum goed inzetbaar te zijn bij colitis ulcerosa en PDS.

Ziekte van Alzheimer

Parodontitis kan mogelijk, door het veroorzaken van chronisch systemische ontstekingsziekten, bijdragen aan het ontstaan van de ziekte van Alzheimer. Dierstudies laten tevens zien dat paropathogenen kunnen infiltreren in de hersenen en zo neuronen kunnen beschadigen. In post mortem hersenonderzoek waarbij de hersenen van dementiepatiënten werden vergeleken met controlepersonen, vond men in de hersenen van dementiepatiënten in aanzienlijke concentratie de bacterie P. gingivalis aan. Onder andere een prospectieve cohortstudie waarbij meer dan 1000 mensen gevolgd werden gedurende 5 jaar, toont een significant verband aan tussen parodontitis en cognitieve achteruitgang. Er zijn steeds meer wetenschappelijke aanwijzingen dat een slechte mondgezondheid en parodontitis bijdragen aan het ontstaan van de ziekte van Alzheimer. Het voorkomen van ontstekingsprocessen in de mondholte, door rekolonisatie van effectieve lactobacillen is mogelijk risicoverlagend in de ontwikkeling van Alzheimer.

Diabetes type II

Diabetici lijken een verhoogde kans te hebben op het ontstaan van (ernstige) gingivitis en parodontitis, vooral wanneer er sprake is van een instabiele bloedsuikerspiegel. Er zijn steeds meer aanwijzingen dat er omgekeerd ook een associatie bestaat tussen parodontitis en het ontstaan van een ontregelde bloedsuikerspiegel, vooral bij diabetes type II. Een mogelijke verklaring die hieraan ten grondslag kan liggen is de verhoogde cytokineproductie bij parodontitis. Migratie van deze pro-inflammatoire cytokines naar de bloedbaan kan leiden tot een verhoogde concentratie ontstekingsmarkers in het bloed, met een minder goede regulering van diabetes tot gevolg. Dieronderzoek laat zien dat toediening van P. gingivalis tot insuline- en glucose-intolerantie leidt.

Hoewel niet alle onderzoeksresultaten eenduidig zijn, laten diverse onderzoeken zien dat parodontale behandeling en een goede mondgezondheid een verlagend effect hebben op de ontstekingsmarkers en de bloedsuikerspiegel. Lactobacillen kunnen zowel door hun ontstekingsremmende effect, de modulering op pro- en anti-inflammatoire cytokines en door vermindering van het aantal (paro)pathogene bacteriën, aanzienlijk bijdragen in de preventie en behandeling van parodontitis bij diabetici. Studies laten tevens zien dat lactobacillen de glucosetolerantie en de insulinegevoeligheid kunnen verhogen. Binnen een multidisciplinaire aanpak kan de inzet van de juiste combinatie van lactobacillen ter bevordering van de mondhygiëne van toegevoegde waarde zijn.

Hart- en vaatziekten

De laatste jaren bevestigen epidemiologische studies steeds meer dat parodontitis als een onafhankelijke risicofactor kan worden beschouwd in de ontwikkeling van cardiovasculaire aandoeningen. Bacteriën uit de mondholte kunnen ten grondslag liggen aan ontstekingen elders in het lichaam. Een prospectief onderzoek bij 1147 mannen met parodontitis liet zien dat zij anderhalf keer zo snel een hart- en vaatziekte ontwikkelen dan personen zonder parodontitis en het risico op een beroerte 2,8 keer zo groot is. Ook wordt bij parodontitispatiënten meer atherosclerotische plak waargenomen in vergelijking met parodontaal gezonde personen.

Bij hartinfarctpatiënten werd de bacterie P. gingivalis meer waargenomen dan bij controlepersonen. In vitro analyse liet tevens zien dat deze bacterie het atherosclerotische proces doet versnellen. Paropathogenen in de systemische circulatie spelen een rol in de pathogenese van atherosclerose. Lactobacillen kunnen door verschillende mechanismen, waaronder remming van P. gingivalis en rekolonisatie van de mondflora, de mondgezondheid verbeteren en daarmee de kans op systemische inflammatie ten gevolge van parodontitis mogelijk voorkomen.

Halitose

Een veelvuldig voorkomend probleem is slechte adem, vaak gerelateerd aan een slechte mondgezondheid. Vluchtige zwavelverbindingen, voornamelijk geproduceerd door gramnegatieve bacteriën, waaronder P. gingivalis en S. mutans zijn verantwoordelijk voor de geur. Met name L. salivarius laat een significante afname zien van deze zwavelverbindingen en is geschikt in de behandeling van chronisch slechte mondgeur. Ook L. rhamnosus en L. plantarum worden veelvuldig ingezet.

Bacteriële multiresistentie

Gedurende tientallen jaren werden (mond)infecties bestreden met antibiotica, maar desondanks blijven infectieziekten een groot probleem voor de wereldgezondheid. Door het toenemende gevaar van multiresistente bacteriën is er noodzakelijkerwijs een verschuiving aan het ontstaan in de behandelstrategie richting probiotica. In de preventie en behandeling van mondziekten met probiotische bacteriën kan daarom terrein gewonnen worden in de bestrijding van infectieziekten in het algemeen.

Algemene gezondheid

Epidemiologische studies laten steeds meer een relatie zien tussen mondziekten en de algemene gezondheid. Translocatie van de micro-organismen uit de mond naar de bloedcirculatie kan een factor zijn in de etiologie van diverse systemische aandoeningen. De rol van lactobacillen ter bevordering van de mondgezondheid beperkt zich dan ook niet alleen tot de bovengenoemde indicaties. De combinatie van de in deze monografie benoemde lactobacillen zorgt door de optimale synergie voor unieke effecten in het herstel van de mondflora en kent door verschillende werkingsmechanismen, een grote toepasbaarheid in de preventie en de handhaving van de algemene gezondheid.

CONTRA-INDICATIES

De in probiotica gebruikte bacteriestammen worden, op basis van een ‘history of safe use’ als veilig beschouwd. Bovendien evalueert de Europese Voedsel en Warenautoriteit (EFSA) jaarlijks de nieuwe wetenschappelijke gegevens, waarin ook studies bij jonge kinderen en pasgeborenen worden meegenomen, en verwerkt haar conclusies in de zogenoemde QPS-lijst van veilige stammen. Hoewel een aantal stammen specifiek bij zwangerschap en bij pasgeborenen zijn onderzocht, zijn er nog weinig gegevens bekend over de termijneffecten van andere lactobacillen op de zwangerschap en bij zuigelingen. Bij immuungecompromitteerde personen en bij patiënten met ernstige darmproblematiek dient voorzichtigheid te worden betracht. Raadpleeg hiervoor een deskundige.

BIJWERKINGEN

Van lactobacillen zijn geen noemenswaardige bijwerkingen bekend. Onschuldige gastro-intestinale effecten zoals opgeblazenheid en lichte darmkrampen zijn mogelijk aan het begin van de behandeling.

INTERACTIES

Interacties met antibiotica zijn mogelijk. Raadpleeg hiervoor een deskundige.

DOSERING

Bij probiotische lactobacillen in mondspoeling is de contacttijd met het mondepitheel van groot belang. Aanbevolen wordt een spoelingsduur van ten minste 10 minuten aan te houden, waarbij uiteindelijk de totale hoeveelheid wordt opgedronken.

Tijd van inname: bij voorkeur voor het slapen gaan (ante noctem).

REFERENTIES

Amit-Romach E, Uni Z, Reifen R. Therapeutic potential of two probiotics in inflammatory bowel disease as observed in the trinitrobenzene sulfonic acid model of colitis. Dis Colon Rectum. 2008;51(12):1828-36

Arimatsu K, Yamada H, Miyazawa H, Minagawa T, Nakajima M, Ryder M et al. Oral pathobiont induces systemic inflammation and metabolic changes associated with alteration of gut microbiota. 2014;4-4828

Bascones-Martinez A, González-Febles J, Sanz-Esporrin J. Diabetes and periodontal disease. Review of the literature. Am J Dent. 2014;27(2):63-7

Casanova L, Hughes FJ, Preshaw PM. Diabetes and periodontal disease: a two-way relationship. Br Dent J. 2014;217(8):433-7

Chatterjee A, Bhattacharya H, Kandwal A. Probiotics in periodontal health and disease. J Indian Soc Periodontol. 2011;15(1):23-28

Chen LJ, Tsai HT, Chen WJ, Hsieh CY, Wang PC, Chen CS, et al. In vitro antagonistic growth effects of Lactobacillus fermentum and lactobacillus salivarius and their fermentative broth on periodontal pathogens. Braz J Microbiol. 2012;43(4):1376-84

Chen P, Zhang Q, Dang H, Liu X, Tian F, Zhao J et al. Antidiabetic effect of Lactobacillus casei CCFM0412 on mice with type 2 diabetes induced by a high-fat diet and streptozotocin. Nutrition. 2014;30(9):1061-8

Dijk LJ van. Hoe levensbedreigend is parodontitis? Effecten van parodontitis op het menselijk lichaam. Ned Tijdschr Tandheelkd 2002;109:449-453

Flichy-Fernández AJ, Alegre-Domingo T, Peñarrocha-Oltra D, Peñarrocha-Diago M. Probiotic treatment in the oral cavity: An update. Med Oral Patol Oral Cir Bucal. 2010 Sep 1;15 (5):e677-80

Kekkonen RA, Lummela N, Karjalainen H, Latvala S, Tynkkynen S, Jarvenpaa S, et al. Probiotic intervention has strain-specific anti-inflammatory effects in healthy adults. World J Gastroenterol. 2008;14(13):2029-36

Lin WY, Fu LS, Lin HK, Shen CY, Chen YJ. Evaluation of the Effect of Lactobacillus paracasei (HF.A00232) in Children (6–13 years old) with Perennial Allergic Rhinitis: A 12-week, Double-blind, Randomized, Placebo-controlled Study. Pediatr Neonatol. 2014;55(3):181-8

Lye HS, Kuan CY, Ewe JA, Fung WY, Liong MT. The improvement of hypertension by probiotics: effects on cholesterol, diabetes, rennin, and phytoestrogens. Int J Mol Sci. 2009;10(9):3755-75

Nishihara T, Suzuki N, Yoneda M, Hirofuji T. Effects of Lactobacillus salivarius-containing tablets on caries risk factors: a randomized open-label clinical trial. BMC Oral Health. 2014;14-110

Noble JM, Scarmeas N, Papapanou PN. Poor oral health as a chronic, potentially modifiable dementia risk factor: review of the literature. Curr Neurol Neurosci Rep. 2013;13(10):384

Noguchi S, Toyokawa S, Miyoshi Y, Suyama Y, Inoue K, Kobayashi Y. Five-year follow-up study of the association between periodontal disease and myocardial infarction among Japanese male workers: MY Health Up Study. J of Public health (2014) Oct; 1-7

Poole S, Singhrao SK, Chukkapalli S, Rivera M, Velsko I, Kesavalu L, Crean S. Active Invasion of Porphyromonas gingivalis and Infection-Induces Complement Activation in ApoE-/- Mice Brains. J Alzheimers Dis. 2014 Jul 24

Poole S, Singhrao SK, Kesavalu L, Curtis MA, Crean StJohn. Determining the presence of periodontopathic virulence factors in short-term postmortem Alzheimer’s disease brain tissue. J Alzheimer’s dis. 2013;36(4):665-77

Santos Tunes R, Foss-Freitas MC, Nogueira-Filho Gda R. Impact of periodontitis on the diabetes-related inflammatory status. J Can Dent Assoc. 2010;76:a35

Seymour GJ, Ford PJ, Cullinan MP, Leishman S, Yamazaki K. Relationship between periodontal and systemic disease. Clin Microbiol Infect. 2007;13 Suppl 4:3-10

Shen J, Zuo Z, Mao A. Effect of Probiotics on Inducing Remission and Maintaining Therapy in Ulcerative Colitis, Crohn’s Disease, and Pouchitis: Meta-analysis of Randomized Controlled Trials. Inflamm Bowel Dis. 2014; 20:21-35

Singhrao SK, Harding A, Simmons T, Robinson S, Kesavalu, Crean S. Oral inflammation, tooth loss, risk factors, and association with progression of Alzheimer’s disease. J Alzheimers Dis. 2014;42(3):723-37

Sriphannam W, Lumyong S, Niumsap P, Ashida H, Yamamoto K, Khanongnuch C. A selected probiotica strain of Lactobacillus fermentum CM33 isolated from breast-fed infants as a potential source of β-galactosidase for prebiotic oligosaccharide synthesis. J Microbiol. 2012;50(1):119-26

Stewart R, Weyant RJ, Garcia ME, Harris T, Launer LJ, Satterfield S, et al. Adverse oral health and cognitive decline: the health, aging and body composition study. J Am Geriatr Soc. 2013;61(2):177-84

Sugano N. Biological plaque control: novel therapeutic approach to periodontal disease. J. of Oral Science, Vol. 54, No.1,1-5, 2012

Tabuchi M, Ozaki M, Tamura A, Yamada N, Ishida T, Masataka H, Hosono A. Antidiabetic Effect of Lactobacillus GG in Streptozotocin-induced Diabetic Rats. Biosci Biotechnol Biochem. 2003;67(6):1421-4

Taylor GW, Borgnakke WS. Periodontal disease: associations with diabetes, glycemic control and complications. Oral Dis, 2008(3):191-203

Teanpaisan R, Piwat S, Dahlé G. Inhibitory effect of oral Lactobacillus against oral Pathogens. Lett Appl Microbiol. 2011;53(4):452-459

Teeuw WJ, Gerdes VE, Loos BG. Effect of periodontal treatment on glycemic control of diabetic patients: a systematic review and meta-analysis. Diabetes Care. 2010;33(2):421-7

Teughels W, Durukan A, Ozcelik O, Pauwels M, Quirynen M, Haytac MC. Clinical and microbiological effects of Lactobacillus reuteri probiotics in the treatment of chronic periodontitis: a randomized placebo-controlled study. J Clin Periodontol 2013; 40: 1025–1035.

Teughels W, Loozen G, Quirynen M: Do probiotics offer opportunities to manipulate the periodontal oral microbiota? J Clin Periodontol 2011; 38 (Suppl. 11): 159–177

Ünal G. Importance of Probiotics in Health. AgroFood Industry hi-tech Vol.22, No.2, 2011

Voedingswaarde. Een mondvol microben. 2014; Okt

Voedsel en Waren Autoriteit. VWA/BuR/2009/11698

Wu CC, Lin CT, Wu CY, Peng WS, Lee MJ, Tsai YC. Inhibitory effect of Lactobacillus salivarius on Streptococcus mutans biofilm formation. Mol Oral Microbiol. 2014 Jun 24

Yoshida T, Fujiwara W, Enomoto M, Nakayama, Matsuda H, Sugiyama H, et al. An Increased Number of CD4+CD25+ Cells Induced by an Oral Administration of Lactobacillus plantarum NRIC0380 Are Involved in Antiallergic Activity. Int Arch Allergy Immunol 2013;162:283-289

Zahradnik RT, Magnusson I, Walker C, McDonell E, Hillman CH, Hillman JD. Preliminary assessment of safety and effectiveness in humans of ProBiora3 TM, a probiotic mouthwash. J Appl Microbiol. 2009;107(2):682-90

Probiotica en de darmflora

Darmflora? Geen bloemen in je buik maar wel het geheel van micro-organismen in de darm, die er voor zorgen dat ons voedsel goed verteerd. En een probioticum is samengesteld uit micro-organismen die normaal in een gezonde darm voorkomen.

De intestinale flora is een ecosysteem bestaande uit miljoenen micro-organismen, voornamelijk bacteriën, die onderverdeeld kunnen worden in probiotische organismen, pathogenen en neutrale organismen. Een probioticum wordt gedefinieerd als een voedingssupplement met levende micro-organismen, dat een gunstig effect heeft voor de gastheer door verbetering van de microbiële balans. Een gezonde flora kan pathogenen onderdrukken en is om meerdere redenen gunstig voor de gezondheid van de gastheer. Probiotica kunnen de balans van de microflora herstellen, onder andere door hun vermogen om te hechten aan het darmslijmvlies (kolonisatie). Door competitie voor de hechtingsplaatsen en nutriënten wordt de groei van pathogenen verhinderd. Door het beperken van destabilisering van de flora kunnen probiotica diarree en andere bijwerkingen voorkomen na antibioticagebruik.

Probiotica kunnen de weerstand van de darmflora versterken door:

productie van antimicrobiële stoffen tegen pathogenen

stimulering van de instandhouding van de slijmlaag (secretie van mucus)

versterking van de darmbarrière

verbetering van de darmmotiliteit

stimulering van de activiteit van immuuncellen tegen intestinale pathogenen

Probiotica versnellen het herstel van de normale microflora

Probiotica na een antibioticakuur

Na een antibioticakuur kan het twee maanden of langer duren voordat de verstoorde flora zich hersteld heeft. Meerdere kuren binnen twee maanden verhogen daarom het risico op AAD (Antibiotic Associated Diarrhoea), of andere darmklachten. In deze periode kunnen patiënten intolerant zijn voor lactose of andere voedingsbestanddelen en gevoeliger zijn voor darminfecties veroorzaakt door zowel besmet voedsel als door pathogenen uit de eigen darmflora. Door het doden van gunstige micro-organismen kunnen antibiotica overgroei van pathogene bacteriën uit de darmflora veroorzaken. Dit leidt tot diarree en de aantasting van de barrièrefunctie van het slijmvlies van de darm door gifstoffen afkomstig van pathogene organismen. Overgroei van pathogenen kan ernstige of aanhoudende diarree veroorzaken.

Een probioticum kan de normalisatie van de microflora versnellen wanneer het tijdens en een week na de antibioticakuur wordt ingenomen. Een studie bij gezonde vrijwilligers liet zien dat na een maand de flora voor 65% was hersteld bij additioneel gebruik van een probioticum bij de antibioticakuur, vergeleken met 48% zonder probioticum.

Veiligheid probiotica

Probiotica bestaan uit symbiotische micro-organismen die normaal in de menselijke flora worden aangetroffen. Ze kunnen veilig gebruikt worden door kinderen (vanaf het moment dat ze vast voedsel kunnen eten), volwassenen en ouderen. Het gebruik tijdens een antibioticumkuur dient in overleg met de behandelend arts te gebeuren.

Probiotica dienen niet gebruikt te worden door patiënten met pancreatitis, met darmischemie, bij intensive care-patiënten.

Gebruik van probiotica

Ter preventie van darmproblemen moeten de probiotica tijdens bijvoorbeeld een antibiotica kuur gebruikt worden en voortgezet worden voor minstens een week na beëindiging van de kuur. Tussen de inname van probiotica en antibiotica moet minstens twee uur tijd zitten. Het is ook mogelijk om de probiotica direct na het beëindigen van de kuur te beginnen en te gebruiken gedurende een week.