Eikelkoffie

De gepelde eikelvrucht bestaat uit twee delen, er loopt een zichtbare naad tussen de twee helften. Splijt ze met het mes doormidden. De eikel is rijk aan looizuur (tannine). Niet prettig voor de maag. Daarom worden de vruchten enkele keren kort gekookt voordat ze gebrand worden.

De rijpe eikels moeten eerst gepeld worden. De eikels zijn misschien wel gratis maar het pellen is een moeilijke klus.

Breng water aan de kook en giet dit op de vruchten. Laat ze een tijdje in kokend water staan of kook ze enkele minuten. Giet het water af en herhaal deze procedure één of twee keer. Niet te lang koken en ook niet te vaak, want dan gaat de licht bittere smaak helemaal verloren en worden de vruchten broos. Dat gaat geen lekkere koffie opleveren.

Branden

Als de eikels gekookt zijn, zijn ze klaar om te branden. Dit kan gewoon onder de ovengrill. Hak de gekookte vruchten eerst in grove stukken. Verwarm de oven voor op 190 graden. Leg de vruchten op bakpapier of aluminiumfolie en zet ze 2 – 4 minuten onder de gril (op een afstand van ca. 20 cm). Als je voorkeur hebt voor een wat pittiger variant, gril je de eikels wat langer.

De eikels zijn gebrand. Afhankelijk van de brandtijd wordt de smaak bitterder en dus sterker.

Na het branden is de vrucht klaar om tot koffie te bereiden. Maak de grove stukken fijn in een vijzel of koffiemolen. Giet er heet water op en laat het enkele minuten trekken. De koffie? eerder de drank is klaar!

Nog een recept

Week de eikels 1 dag in water met hout-as. Spoel ze dan en zet ze op met ruim water. Na 15 minuten koken afgieten en de eikels schillen . Dat gaat dan vrij gemakkelijk. Splijt ze dan doormidden en leg ze te drogen op een droograam of op een doek. Na minsterns een dag drogen of beter twee dagen kan men de eikels net als koffiebonen roosteren. Ga daarmee door tot ze een mooie bruine koffiekleur hebben. Brand ze echter niet te donker. Dan laten afkoelen en gewoon in een koffiemolen malen.eikeltjeskoffie zetten

Men kan ook de eikennoten eerst grof malen en dan roosteren. Dan kan men ze heel fijn malen. Maar pas op, als ze nog vrij nat zijn is het slimmer om de eikenmeel of stukjes eikennoot eerst grondig te drogen.

Zet er op de ouderwetse Turkse manier koffie mee of overgiet per kopje ¾ eetlepel gemalen eikelkoffie met de goede hoeveelheid kokend water en laat het een minuut of drie staan trekken.

Met suiker en melk is het te drinken, alhoewel het echt niet op koffie lijkt.

Over tannines

Crit Rev Food Sci Nutr. 1998 Aug;38(6):421-64. Tannins and human health: a review. Chung KT1, Wong TY, Wei CI, Huang YW, Lin Y.

Department of Microbiology and Molecular Cell Sciences, University of Memphis, TN 38152, USA.

Abstract

Tannins (commonly referred to as tannic acid) are water-soluble polyphenols that are present in many plant foods. They have been reported to be responsible for decreases in feed intake, growth rate, feed efficiency, net metabolizable energy, and protein digestibility in experimental animals. Therefore, foods rich in tannins are considered to be of low nutritional value. However, recent findings indicate that the major effect of tannins was not due to their inhibition on food consumption or digestion but rather the decreased efficiency in converting the absorbed nutrients to new body substances. Incidences of certain cancers, such as esophageal cancer, have been reported to be related to consumption of tannins-rich foods such as betel nuts and herbal teas, suggesting that tannins might be carcinogenic. However, other reports indicated that the carcinogenic activity of tannins might be related to components associated with tannins rather than tannins themselves. Interestingly, many reports indicated negative association between tea consumption and incidences of cancers. Tea polyphenols and many tannin components were suggested to be anticarcinogenic. Many tannin molecules have also been shown to reduce the mutagenic activity of a number of mutagens. Many carcinogens and/or mutagens produce oxygen-free radicals for interaction with cellular macromolecules. The anticarcinogenic and antimutagenic potentials of tannins may be related to their antioxidative property, which is important in protecting cellular oxidative damage, including lipid peroxidation. The generation of superoxide radicals was reported to be inhibited by tannins and related compounds. The antimicrobial activities of tannins are well documented. The growth of many fungi, yeasts, bacteria, and viruses was inhibited by tannins. We have also found that tannic acid and propyl gallate, but not gallic acid, were inhibitory to foodborne bacteria, aquatic bacteria, and off-flavor-producing microorganisms. Their antimicrobial properties seemed to be associated with the hydrolysis of ester linkage between gallic acid and polyols hydrolyzed after ripening of many edible fruits. Tannins in these fruits thus serve as a natural defense mechanism against microbial infections. The antimicrobial property of tannic acid can also be used in food processing to increase the shelf-life of certain foods, such as catfish fillets. Tannins have also been reported to exert other physiological effects, such as to accelerate blood clotting, reduce blood pressure, decrease the serum lipid level, produce liver necrosis, and modulate immunoresponses. The dosage and kind of tannins are critical to these effects. The aim of this review is to summarize and analyze the vast and sometimes conflicting literature on tannins and to provide as accurately as possible the needed information for assessment of the overall effects of tannins on human health.