Kruidenmonografie A-Z

De moderne benaming van kruidengeneeskunde is fytotherapie (fyto = plant). Fytotherapie of kruidentherapie is de professionele toepassing van fytotherapeutica, kruidengeneesmiddelen met als doel de gezondheid te behouden of te bevorderen.

Fytotherapeutica of plantaardige middelen zijn geneesmiddelen die als actieve ingrediënten uitsluitend planten, delen van planten, of plantenmaterialen of combinaties daarvan bevatten in ruwe of bewerkte staat.

    • Bij plantenmaterialen zijn inbegrepen sappen, gomsoorten, vette oliën en enig andere stof van deze aard.

    • Fytotherapeutica kunnen hulpstoffen bevatten als toevoeging aan de actieve bestanddelen.

    • Niet tot fytotherapeutica behoren: chemisch gedefinieerde, geïsoleerde bestanddelen afgeleid uit planten b.v. niet Digoxine (uit Vingerhoedskruid), niet atropine (uit Wolfskers)

    • Niet tot fytotherapeutica behoren: bereidingen van geneeskrachtige planten waaraan chemische stoffen zijn toegevoegd.

Een Europese vereniging op het gebied van de fytotherapie, de European Scientific Coöporative on fytotherapy (ESCOP) zet het beschikbare wetenschappelijk onderzoek op een rijtje en na een kritische beoordeling van dat onderzoek wordt een plantenbeschrijving gemaakt, op basis van wetenschappelijke gegevens. In deze zogenaamde planten- of ESCOP-monografieën, staan allerlei benodigde gegevens voor geneeskrachtig gebruik genoemd (indicties, contra-indicaties, mogelijke interacties, dosering, wijze van gebruik enz.). Inmiddels zijn er meer dan 60-ESCOP-monografieën beschikbaar.

Voorbeelden van kruiden waarover planten-ESCOP-monografieën bestaan en die voor de verpleging en verzorging van waarde kunnen zijn:

    • Goudsbloem (Calendula officinalis) in de huid- en wondverzorging;

    • Valkruid (Arnica montana) in de huid- en wondverzorging;

    • Toverhazelaar (Hamamelis virginiana) in de huid- en wondverzorging;

    • Echte Kamille (Chamomilla recutita) in de huid- en wondverzorging, bij slaapproblemen;

    • Gember (Zingiber officinalis) bij misselijkheid;

    • Salie (Salvia officinalis), echte Kamille (Chamomilla recutita) en tijm (Thymus vulgaris) bij (het voorkomen van) mondslijmvliesontsteking, keelontsteking of pijnklachten aan mond- of keelholte;

    • Diverse sedatieve kruiden zoals citroenmelisse (Melissa officinalis), passiebloem (Passiflora incarnata), hop (Humulus lupulus) en valeriaan Valeriana officinalis) bij gespannenheid, onrust en slaappproblemen;

    • Sint Janskruid (Hypericum perforatum) bij moedeloosheid, (licht tot matige) angst en (lichte tot matige) depressie (Let op interacties met synthetische medicijnen!)

    • Diverse kruiden te gebruiken bij (lichte) spijsverteringklachten, obstipathie en diarree. Voorbeelden zijn pepermunt (Mentha piperita), venkel (foeniculum vulgare) en anijs (pimpinella anisum)

Indeling van een monografie volgens de herboristen opleiding 'Dodonaeus'

    • Officiële naam van de plant, Nederlandse naam

    • Algemene en botanische informatie: etymologie, verwante soorten, biotoop, teeltgegevens

    • Materia medica, gebruikte delen van de plant

    • Samenstelling, inhoudstoffen van de plant

    • Farmacologie, algemene fysiologische werking op het menselijk lichaam

    • Indicaties, medisch gebruik

    • Ander gebruik

    • Receptuur en bereidingswijzen

    • Geschiedenis en wetenschappelijk onderzoek

Het volledig cursusboek van de opleiding is voor 50 euro te verkrijgen bij Maurice Godefridi. Storten op rekening 001-0581884-57 van Maurice Godefridi. Aanvraag op vlaamseherboristen@gmail.com