De plant als bouwmeester

Overal in de natuur, van de hoogste bomen tot de kleinste micro-organismen vinden we de merkwaardigste, de gekste maar ook de meest ingenieuze structuren. Alles blijkt al uitgevonden, we moeten het alleen maar herkennen. Over die uitvindingen en hoe wij als mens daar gebruik van kunnen maken, handelt het bijzondere boek van Paturi 'De plant als bouwmeester'. Geniale ideeën in de natuur voorbeelden voor een leefbare wereld.

De vindingrijkheid van de planten bij het ontwerpen van structuren en constructies doen ons voortdurend versteld staan. Aerodynamisch volmaakte vleugels aan zaden, waterpompen van 0,01 mm, lange verende grijpstengels die zware lasten omhoog houden, ook bij zware stormen, een dataverwerking beter dan elke computer, militair aandoende camouflage, omzetting van de zonne-energie enz. De plant veroorzaakt geen lawaai, geen onverteerbaar vuil en afval, geen verpeste atmosfeer, maar zorgt wel voor lucht- en waterzuivering, geniale droogconstructies, bescherming tegen weers- en milieuinvloeden enz. Hoe kunnen wij met technische middelen problemen oplossen zonder tegelijkertijd grotere problemen te scheppen?

In de natuur vinden we antwoorden te over op onze ecologische problemen. Dit boek is een uitdaging voor iedere natuurliefhebber maar ook voor een ieder die naar wetenschappelijke oplossingen zoekt voor technische problemen.

Paturi, de schrijver.

Felix R. Paturi is in 1940 in Breslau geboren. Hij heeft een veelzijdige technische opleiding gehad, studeerde ook nog psychologie. Hij was werkzaam in de elektronica, meet- en regeltechniek.Al in 1974 publiceerde hij het boek ‘De plant als bouwmeester’. Hij bekijkt hier het gedrag van de plant met het oog van de technicus. Hij komt tot de conclusie dat de planten voor talrijke problemen, doelmatige ‘technische’ oplossingen gevonden hebben zonder het ecosysteem, waartoe ze behoort, nadelig te beïnvloeden.

Voorbeelden: klitsluiting, kruipend zaad en esdoornhelicopter.

Het principe van de klitsluiting bestond al lang in de natuur. De klitwortel Arctium lappa is mogelijk de uitvinder en de naamgever van de industriële klittenband. Het principe berust op een groot aantal zeer kleine haakjes. De zaaddozen van de klit blijven haken aan de vacht van dieren of aan kleding van mensen en worden zo verspreid in de natuur.

Het zaad van de Bosrank kan zelfs over de grond kruipen en op die manier een geschikte spleet vinden om zich voort te planten. Het zaadpluis reageert op wisselende luchtvochtigheid. Als het nat is leggen de haartjes aan zijn lange baard zich dicht aaneen; wordt het droog dan spreiden de haartjes zich. Met deze hydraulische aandrijving kan het zaad van de Bosrank complete zoekbewegingen uitvoeren om een geschikte kiemplek te vinden.

De Lopophora williamsii, een magische cactus uit Mexico, trekt zich volledig onder de grond terug voor een winterslaap. Het bovengronds gedeelte is met een stevige wortel in de grond verankerd en schrompelt ’s winters zo sterk in elkaar, dat met behulp van de wind de plant helemaal onder het zand verstopt raakt en zo beschermd is tegen de koude, uitdrogende winden.

Een aantal inheemse tweejarigen, zoals de toortssoorten, doen iets gelijkaardigs. Het bladrozet kan de winter doorkomen omdat het centrum van de roset zich gedeeltelijk in de grond terugtrekt

Het gevleugeld esdoorzaad. In zijn vlucht werkt het wentelende esdoornzaad net als de wieken van een helicopter, die met een afgezette motor in glijvlucht landt.

Planten kunnen zelfs communiceren met mekaar door middel van geurstoffen. Zo kunnen eucalyptusbomen bij een sprinkhaanplaag alarmerende geursignalen doorgeven naar andere bomen, waardoor deze zich kunnen beschermen tegen vraat door de aanmaak van giftige of onsmakelijke stoffen.

Planten als ingenieurs Paturi trekt dan ook de conclusie dat planten ‘knappe ingenieurs’ zijn en hij nodigt technici, ingenieurs en scheikundigen uit, lering te trekken uit de verschillende plantaardige modellen, waarvan door de eeuwen heen is gebleken dat ze bijzonder functioneel en milieuvriendelijk zijn. Een ‘oud’ boek dat nog steeds of moet ik zeggen steeds meer actueel word.