Emulsie en Crème

Een emulsie is een mengsel van niet met elkaar mengbare vloeistoffen, waarbij de ene vloeistof (disperse of inwendige fase) onder vorm van zeer kleine druppeltjes verdeeld isin de andere vloeistof(continue of uitwendige fase). Twee vloeistoffen zullen niet mengbaar zijn als de één lipofiel (vetminnend) en de andere hydrofiel (waterminnend) is. Emulsieszijn dus niet stabiel. De vloeistofmoleculen zullen elkaar wederzijds afstoten. Ze neigen naar zo weinig mogelijk contact met elkaar.Om toch een homogeen mengsel te verkrijgen wordt gebruik gemaakt van hulpstoffen, nl een emulgator of eventueel een viscositeitverhogende stof die de uitwendige fase indikt. Een emulgator is een stof die de vereniging van de vloeistofdruppeltjes van de disperse fase verhindert door zich op de grenslaag tussen de twee fasen te plaatsen.

Er bestaan vooral twee typen crèmes: oliedruppeltjes die gedispergeerd zijn in water (olie in water crème; hydrofiele crème) en waterdruppeltjes die gedispergeerd zijn in olie (water in olie crème; lipofiele crème).

Emulsies bestaan uit hydrofiele en lipofiele bestanddelen. Emulsies zijn daardoor fysisch niet stabiel. Twee fenomenen zorgen voor deze instabiliteit:

‐ de inwerking van de oppervlaktespanning tussen de twee fasen

‐ het verschil in dichtheid van de twee fasen

Hierdoor zal een emulsie makkelijk ontmengen (sedimentatie van de waterfase in een water in olie‐crème ofromen van de oliefase in een olie in water‐crème) ofzelfs breken. Bij dit laatste fenomeen is de emulgator film verbroken en vloeit de gedispergeerde fase in elkaar.

Dit wordt ook wel coalescentie genoemd. De fysische stabiliteit van emulsies kunnen we vergroten door de druppels van de inwendige fase te verkleinen, door de viscositeit van de buitenfase te verhogen, maar vooral door de oppervlaktespanning tussen de vet‐ en de waterfase te verlagen.

Crème

Een crème bestaat uit een waterfase, vetfase en één of meerdere emulgatoren

1. Vetfase

De vetfase wordt gevormd door hydrofobe, olieachtige halfvaste stoffen en vloeistoffen. Chemisch gezien zijn alleen triglyceriden (esters van glycerol) vetten. Hydrofobe stoffen zoals koolwaterstoffen (paraffine en vaseline) en wassen (zoals bijenwas (Cera alba en Cera flava), wolvet(Adepslanae) en decyloleaat(Cetiol V))zijn dus strikt genomen geen vetten. Toch worden deze stoffen in de praktijkmeestal aangeduid als vetfase.

De vetfase heeft een hydraterend effect omdatzij de verdamping van water in de huid tegengaat.Demate van hydratatie is afhankelijk van de eigenschappen van de hydrofobe stof.

Hydrofobe stoffen die niet of weinig in de huid trekken (zoals koolwaterstoffen) hebben in de regel een groter hydraterend effect dan stoffen die goed in de huid trekken (zoals triglyceriden). Triglyceriden zouden de doordringbaarheid van farmaca in de huid bevorderen. Oliën verlagen de consistentie van halfvaste dermatica en verhogen daarmee de smeerbaarheid.

Wassen zijn esters van vetalcoholen en vetzuren.De vaste wassen worden vooral gebruikt voor de verbetering van de consistentie van halfvaste dermatica. Hoewel wolvet wordt ingedeeld bij de wassen heeft het ook een emulgerende werking doordat het veel 'onzuiverheden' bevat. Wolvet wordt door extractie met water uit schapenwol gewonnen.

Het bestaat uit een complex en variabelmengsel van vele esters en polyesters van alcoholen met een hoogmoleculair gewicht (wolvetalcoholen) en vetzuren.

2. Waterfase

De waterfase of hydrofiele fase bestaat voornamelijk uit water maar er kunnen ook met water mengbare vloeistoffen aan toegevoegd worden.

Water

Gezien crèmesmoeilijk te conserveren zijn en de bestanddelen van een crème een goede voedingsbodemvormen voor bacteriënmoet een crème steeds bereid worden met gezuiverd water(aqua purificata). Daarbij komt dat een crème vaak wordt aangebracht op een beschadigde en dus kwetsbare huid waardoor de eisen strenger worden. Een beschadigde huid is gevoeliger voor micro‐organismen van buitenaf. Een bijkomend

voordeel van het gebruik van gezuiverd water is dat ook de concentratie ionen laag is. Ionen kunnen ontledingsreacties katalyseren en onoplosbare complexen vormen met farmaca en hulpstoffen.

Gezuiverd water kan men bekomen door het demineraliseren van water dmv een ionenuitwisselaar of door destillatie.Om de contaminatie zeer laag te houden zal men bij voorkeur gebruik maken van vers gekookt en afgekoeld gezuiverd water.

Met water mengbare vloeistoffen

Water verdampt snel op de warme huid waardoor een preparaat zijn eigenschappen verliest.Om uitdroging van de waterige fase tegen te gaan kunnen we een zogenaamd humectans of bevochtiger toevoegen. Humectantia zijn niet‐vluchtige oplosmiddelen die de uitdroging van de waterfase zowel

tijdens bewaren als na applicatie tegengaan. Voorbeelden zijn propyleenglycol, glycerol 85% (glycerine) en sorbitol 70%.

Bovendien hebben de stoffen boven een bepaalde concentratie een kiemreducerende werking.Deze is het sterkst bij propyleenglycol. Andere voordelen van propyleenglycol zijn dat het een oplosmiddel is voor farmaca en dat het de penetratie van farmaca uit de basis in de epidermis bevordert