Glaucoom en cannabis

Glaucoom is een degeneratieve ziekte waarbij de oogzenuw beschadigt. Dit leidt tot permanente schade aan het gezichtsvermogen en, indien onbehandeld, mogelijk zelfs tot blindheid. De retinale ganglioncellen van de oogzenuw worden, om nog onduidelijke redenen, langzaam maar zeker vernietigd en de rol van genetica, dieet en omgeving bij de ontwikkeling van de ziekte is nog onduidelijk.

De ziekte wordt in verband gebracht met een verhoogde intra-oculaire druk (IOD), veroorzaakt door een opeenhoping van kamerwater (humor aquaeus), een van de twee belangrijkste vloeistoffen die in het oog voorkomen. Hoewel een hoog IOD een belangrijke risicofactor vormt, is de druk bij veel patiënten met optische neuropathie veroorzaakt door een glaucoom (zenuwbeschadiging) echter normaal.

Cannabis tegen glaucoom

Het staat vast, de woorden van Dr. Green, dat “het roken van marihuanaplantmateriaal bij 60 tot 65% van de gebruikers een daling van de intra-oculaire druk (IOD) tot gevolg heeft”. Hoewel er meer onderzoek nodig is naar de manier waarop de daling wordt bereikt, is het overduidelijk dat cannabis in potentie een zeer bruikbaar middel ter bestrijding van glaucoom is, een aandoening waaraan wereldwijd 60 miljoen volwassenen lijden — zeer de moeite waard dus.

Er is meer duidelijkheid nodig omtrent de verhouding tussen cannabis en glaucoom

Hoewel de controverse voortduurt, zijn er verschillende onderzoeken gedaan naar de effecten van THC en andere cannabinoïden op de IOD. Uit een onderzoek uit 1979 bleek dat THC een grotere en langdurigere daling van de IOD bij hypertensieve glaucoompatiënten veroorzaakte dan bij normotensieve patiënten. Een onderzoek uit 1981 liet zien dat lokaal toegediende THC in verschillende concentraties de IOD bij proefdieren bleek te verlagen, maar dat deze resultaten niet bij mensen gereproduceerd konden worden. Uit een onderzoek uit 1984 waarbij 32 verschillende cannabinoïden op konijnen werden getest, kwam naar voren dat bepaalde derivaten van Δ9- en Δ8-THC effectiever waren bij het verlagen van de IOD dan de oudercannabinoïden.

Een onderzoek uit 2002, dat de effecten onderzocht van oraal toegediende THC-capsules vergeleken met gerookte cannabis, kwam tot de conclusie dat er sprake was van een algehele daling van de IOD bij beide manieren van toedienen. De testgroep bestond echter uit slechts negen personen, waardoor de resultaten niet veel basis verschaffen. Uit een onderzoek naar Δ9-THC en cannabigerol bij katten bleek dat beide cannabinoïden de IOD aanzienlijk verlagen. De resultaten moeten echter nog bij mensen gereproduceerd worden.