Tinnitus / Oorsuizen

Tinnitus kan ontstaan bij allerlei ooraandoeningen: onder andere bij oorinfecties, bij acute en chronische mindenoorontstekeningen bij de ziekte van Ménière, gehoorschade of plotselinge doofheid. Ook kan tinnitus een symptoom zijn van andere ziekten, zoals hart- en vaatziekten of bloedarmoede. Er zijn in totaal zo rond de 400 verschillende mogelijke oorzaken van tinnitus bekend. Soms zijn medicijnen de boosdoener voor het ontstaan van tinnitus en ook stress en emotionele problematiek kunnen tinnitus veroorzaken of verergeren.

In de meeste gevallen is lawaai de boosdoener. Lawaai dat zich voordoet op de werkplek, bij festivals of bij het dragen van een MP3 speler. Steeds meer jongeren onder de 30 hebben last van tinnitus. Waarschijnlijk heeft dit te maken met het steeds toenemende geluidsniveau in onze maatschappij en de belasting door muziek. Veel jongeren klagen ook over tinnitus (oorsuizen) na een bezoek van een concert of festival. Ondanks dat dit vaak stellig wordt verkondigd hoeft het horen van een ruis op piep na een blootstelling aan harde muziek of concert niet op (blijvende) gehoorschade te duiden (lees meer).

Jarenlang is gedacht dat het oorsuizen bij lawaaibeschadiging of bij ouderdom zijn oorzaak in het oor zelf had. Aan de hand van PET scans (positron emission tomography), waarmee de hersenactiviteit van tinnituspatiënten in kaart is gebracht, is gebleken dat de auditieve sensaties juist zijn oorsprong in de hersenen hebben en niet in het oor zelf. Doordat bij beschadiging van het slakkenhuis (of door bijvoorbeeld ouderdom) de hersenen minder neurale signalen van het slakkenhuis krijgen, draait de auditieve cortex zelf het volume op. Dit opkrikken van het volume van de hele zachte geluiden kan door de patiënt als rinkelen, zoemen, sissen e.d. worden waargenomen.

Er wordt vanuit gegaan dat in het merendeel van de gevallen de oorzaak ligt bij een verstoorde auditieve input. In plaats dat er bij gehoorverlies door beschadigingen in de cochlea of bij verstoring van doorgifte naar de hersenen er minder activiteit in hersenen ontstaat, gebeurt het tegenovergestelde: Er ontstaat meer activiteit in de hersenen.

Andere medische oorzaken of triggers van tinnitus kunnen zijn: Afwijkingen aan zenuwbanen, een klap tegen het hoofd, een hersenschudding en hersenletsel. Afwijkingen aan gebit en kaak, halswervels, bloedvaten in het hoofd en hoge bloeddruk kunnen ook de oorzaak zijn, net als erfelijke factoren en ziekten.

Niet alleen geluid, medicatie en toxinen, maar ook voedsel heeft invloed op het gehoor. Veel van het onderzoek richtte zich op antioxidanten. Onderzoek laat zien dat de vorming van vrije radicalen in het binnenoor een sleutelrol speelt bij ouderdomsgehoorverlies. Antioxidanten, die vrije radicalen opruimen, kunnen een effectief middel hiertegen zijn.

Een scala aan voedingsantioxidanten, waaronder de vitamines A, C en E, gaan tinnitus tegen als ze vóór blootstelling aan geluid worden ingenomen. Een combinatie van genoemde antioxidanten met magnesium kan tinnitus bestrijden. Het ziet ernaar uit dat de vitaminen samenwerken om zowel vorming van vrije radicalen als schade aan haarcellen in het binnenoor tegen te gaan. Magnesium beschermt de bloedtoevoer naar het binnenoor, dat ook door lawaai wordt aangetast.

In een dubbelblind, placobogecontroleerd onderzoek van twee maanden bij 300 Israëlische militaire rekruten werd door het dagelijkse gebruik van 167 mg magnesium een significante beschermende functie bij gehoorbeschadiging door geluid gevonden. Andere nutriënten die bij dit proces betrokken kunnen zijn, zijn foliumzuur en vitamine B12. In een onderzoek bij mannen van zestig jaar en ouder werd gevonden dat mensen met de hoogste foliumzuurinname het laagste risico op gehoorverlies hadden.

Een studie met als onderzoeksgroep legerpersoneel dat aan militair lawaai blootstond, wees uit dat personen met tinnitus en/of chronisch oorsuizen vaak een tekort aan vitamine B12 hadden [5-11]. Een zinktekort moet ook uitgesloten worden. Als naast het gehoorverlies ook tinnitus optreedt, zou de oorzaak daarvan een tekort aan dit mineraal kunnen zijn. Dat kan meestal gecorrigeerd worden door zinksuppletie. Zink heeft een ontstekingsremmende en antioxiderende werking, waardoor de oxidatieve stress in het slakkenhuis (de spiraalvormige structuur die trillingen omzet in geluid) afneemt.

Zuurstof tegen doofheid

Als bovenstaande suggesties geen resultaat hebben, kunt u hyperbare zuurstoftherapie overwegen. Dat is een behandeling waarbij u 100 procent zuurstof inademt, liggend in een drukcabine.

In een onderzoek [12] gaf een combinatie van zuurstoftherapie en een behandeling met vaatverwijdende middelen (per infuus) een verbetering bij bijna 60 procent van de patiënten met plotseling gehoorverlies.

De behandeling zorgt ervoor dat de hoeveelheid zuurstof in de bloedtoevoer naar de oren toeneemt. De grootste verbetering was te zien bij patiënten die kort nadat ze last kregen van gehoorverlies met deze combinatiebehandeling startten.

Tinnitus, ziekte van Ménière

In een klinische studie leidde aanvullende behandeling met pycnogenol bij 55 mensen met de ziekte van Ménière en verminderde doorbloeding van het slakkenhuis (cochlea), na 6 maanden tot significant meer verbetering dan de standaardbehandeling alleen (52 controles). Bij de ziekte van Ménière is sprake van een niet goed werkend binnenoor met klachten van slechthorendheid, duizeligheid, druk in het oor, tinnitus (oorsuizen) en een onzekere loop.

Pycnogenolsuppletie leidde tot duidelijke verbetering van deze klachten. Ook was het ziekteverzuim lager dan in de controlegroep. Na 3 maanden was 87,3% van de pycnogenolgroep klachtenvrij, tegenover 34,6% van de controlegroep. De doorbloeding van de cochlea was significant verbeterd door pycnogenolgebruik [13].

Ginkgo biloba heeft volgens meerdere studies een heilzame werking bij gehoorverlies. In een onderzoek met verworven perceptiedoofheid gaf het betere resultaten dan de gangbare combinatiebehandeling met medicijnen [14]. Hoewel er nog geen optimale dosering is vastgesteld, werd in het algemeen in onderzoeken 30-200 mg/dag gebruikt, waarbij de hogere doseringen doorgaans betere resultaten gaven.

Volgens een review van de Cochrane Collaboration is er vooralsnog onvoldoende wetenschappelijk bewijs dat ginkgo-extract (120 tot 160 mg per dag) effectief is bij tinnitus, mede doordat de meeste studies van onvoldoende methodologische kwaliteit zijn. Het is mogelijk dat tinnitus, gerelateerd aan cerebrale insufficiëntie (door verstoring van de hersendoorbloeding en/of het hersenmetabolisme) beter reageert op ginkgo-extract dan primaire tinnitus (een cochleaire stoornis); ook is het mogelijk dat de gebruikte dosis te laag is. Ginkgobladextract zou vooral invloed hebben op tinnitus door het stimuleren van vaatverwijding [15,16].

Ginkgo biloba is ook nog een interessante optie bij stralingsbelasting. In een dierexperiment werden proefdieren blootgesteld aan EM-straling uit mobiele telefoons. Oxidatieve stress en de daarmee samenhangende schade aan hersenweefsel kon worden voorkomen door vooraf toegediend ginkgo-extract. In in-vitro onderzoek met humane lymfocyten is vastgesteld dat straling van gsm’s de celmorfologie aantast, (dosisafhankelijke) chromosomale schade veroorzaakt en de celdeling remt; ginkgo-extract beschermt cellen tegen stralingsgeïnduceerde mutageniteit. [22]

Referenties:

1. https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/26790619

2.http://www.stopumts.nl/doc.php/Artikelen/10958/oorsuizen_%28tinnitus%29_beter_voorkomen_dan_genezen

3. https://www.electrohealth.nl/wp-content/uploads/Belpomme-Environmental-health-2015.pdf?c=109aaa212790

4. https://jamanetwork.com/journals/jamaotolaryngology/article-abstract/2599047?resultClick=1 over magnetische transcraniale stimulatie als behandelingsmethode bij tinnitus

5. Am J Clin Nutr, 2010; 92: 416-421

6. Free Radic Biol Med, 2007; 42: 1454-1463

7. Neuroscience, 2005; 134: 633-642

8. Am J Otolaryngol, 1994; 15: 26-32

9. Clin Otolaryngol Allied Sci, 2004; 29: 635-641

10. Otolaryngol Head Neck Surg, 2010; 142: 231-236

11. Am J Otolaryngol, 1993; 14: 94-99

13. Luzzi R et al. Improvement in symptoms and cochlear flow with pycnogenol in patients with Meniere’s disease and tinnitus. Minerva Med. 2014;105:245-54.

12. Undersea Hyperb Med, 2011; 38: 137-142

14. Indian J Otolaryngol Head Neck; http://www.springer.com/medicine/otorhinolaryngology/journal/12070

15. Hilton MP et al. Ginkgo biloba for tinnitus. Cochrane Database of Systematic Reviews 2004, Issue 2. Art.No.:CD003852. DOI: 10.1002/14651858.CD003852.pub2.

16. Burschka MA et al. Effect of treatment with Ginkgo biloba extract EGb 761 (oral) on unilateral idiopathic sudden hearing loss in a prospective randomized double-blind study of 106 outpatients. Eur Arch Otorhinolaryngol. 2001;258:213-219.

17. Braz J Otorhinolaryngol, 2006; 72: 836-844

18. Hear Res, 2009; 252: 29-36

19. Clin Otolaryngol, 2005; 30: 517-520

20. JAMA, 1998; 279: 1715-1719

21. Ir Med J, 1992; 85: 111-112

22. Esmekaya MA et al. Mutagenic and morphologic impacts of 1.8GHz radiofrequency radiation on human peripheral blood lymphocytes (hPBLs) and possible protective role of pre-treatment with Ginkgo biloba (EGb 761). Sci Total Environ. 2011;410-411:59-64.

Ohrensausen (Tinnitus)

Diese Beschwerde macht sich durch starke variable Geräusche im Ohr bemerkbar (in Abwesenheit externer Lärmquellen); dazu zählen Pfeif- und Zischgeräusche, Brummen oder Klingeln. Meist ist das Hörvermögen beeinträchtigt. Tinnitus kann sporadisch, kontinuierlich oder mit dem Herzschlag oder Atmen parallel auftreten. Ursachen können Infektionen oder nahezu jede andere Erkrankung des Ohres, Arznei-mittelnebenwirkungen (Chinidin, Salicylate, Aminoglykosidantibiotika), Herz-Kreislaufstörungen (Hypertonie, Arteriosklerose), Neurodegeneration, Hirntumore oder Morbus Ménière sein. Tinnitus kann zu Schlaflosigkeit, Konzentrationsmangel, Angst, Frustration, Depression, Kopfschmerzen und psychologischen Störungen führen.

Behandlung

Im Vordergrund steht die Behandlung der Basiserkrankung, die sekundär zu Tinnitus geführt hat. Phytotherapeutisch können Ginkgo-Extrakte (120–240 mg/Tag EGb 761) verabreicht werden. 5 Placebo-kontrollierte Doppelblindstudien, 3 Referenz-kontrollierte Studien mit insgesamt 535 Patienten und 11 offene klinische Studien mit 1802 Patienten belegen die Wirksamkeit von Ginkgo für diese Indikation.

Wichtige Arzneipflanzen

Ginkgo biloba.