Magnus Albertus

ALBERTUS MAGNUS. Liber secretorum. Antwerpen, Symon Cock, 1534. 8°, [36]f. Moderne perkamenten band. Herkomst: G. Van Havre (ex-libris op voordekblad); Frédéric Verachter (in hs. op de titelpagina); Geschenk van het Bestendig Dotatiefonds van het Museum Plantin-Moretus (etiket op het voorschutblad); aangekocht op veiling G. Van Havre, Amsterdam, 1905 (cat. nr. 1224).

Het werk is ingedeeld in vier boeken: 'de virtuti-bus quarundam herbarum', 'de virtutibus lapi-dum quorundam', 'de virtutibus animalium quo-rundam' en 'de mirabilibus mundi'. Het eerste boek, dat de planten behandelt en dat overigens niet meer dan een tiental pagina's be­slaat, behandelt in enkele regels volgende krui­den: Elitropia, Urtica, Virgapostons, Celidonia, Provinca, Lingua canis, Lusquiamus, Nepta, Li-Hum, Visculus quercinus, Centaurea, Salvia, Verbena, Melisophylos, Rosa en Serpentina. In een tweede reeks worden planten besproken waarvan de werking afhankelijk is van de he­mellichamen: Affodilus (Satumus), Poligonia of Corrigiola (zon), Chynostates (maan), Arnoglos-sa (Mars), Pentaphilon (Mercurius), Acharon of

Albertus Magnus, als graaf van Bollstadt geboren te Lauingen (Zwaben) in 1193 (?) of 1206 overleed te Keulen in 1280. Hij was dominicaan, aartsbisschop van Regensburg, 'doctor universalis', wijsgeer en theoloog, maar tevens deskundige in de natuurwetenschappen. Talrijke werken werden aan hem toegeschreven meerdere wellicht ten onrechte. Voor de middeleeuwse plantkundige wetenschap is zijn betekenis van groot belang geweest. Hij word beschouwd als de voorloper van de wetenschappelijke plantkunde.

Zijn secretenboek werd dikwijls als verzamelwerk uitgegeven, zoals De secretis mulierum de virtutibus herbarum, lapidum et animalium (Augsburg, 1489). Sommigen ergerden er zich blijkbaar aan dat een heilig man als Albertus de Grote een gynaecologisch traktaat zou geschreven hebben en aanzagen dit werk De secretis mulierum (Der vrouwen heimlicheid) als apocrief. Daarom werd het gynaecologe::. : taat meestal weggelaten en beperkte de JJÉ aggregationis seu liber secretorum zidi traktaten over kruiden, dieren, gesteere mineralen. Talrijk waren de uitgaven dk J Europa door verschenen. Ook bij ons w.ir-incunabel-uitgaven talrijk: A.C. Klebs geer: Antwerpen niet minder dan 4 uitgaven i. van der Goes tussen 1484 en 1488 en 8 ukgï van G. Back tussen 1496 en 1500. Het b : t. in verscheidene talen vertaald, waarooda het Nederlands: Dat boec der sécréter, rende van der secreten ende erachter. <k den, ghesteenten ende sommighe gees:-. voghelen. Overgheset ut den Latijne. Itm ende Franchoys in onser Duytscher •: (Antwerpen, Wwe. Jacob van Liesvel:. : Ook werd het nog gedrukt door Jan Re ei 1553 en 1564.

Literatuur:

A.C. Klebs, Incunabula scientifica et medicüge, 1938 (Nadruk Hildesheim, 1963);

L. Elaut, Der vrouwen heimlicheid. Een middeleeuws leerdicht in Nederlands. 1974;

A. Louis, Geschiedenis van de plantkunde. Leuven, 1977, p. 326-331.