Kruiden na bevalling

In 1897 noteerde ene Édouard Heckel in zijn catalogus van 'medicinale en giftige planten' al het opvallende gebruik van de struik Chrysobalanus icaco in Frans Guiana, een buurland van Suriname. De Chrysobalanus icaco is in Suriname vandaag de dag beter gekend als pruim - vaak zijn de planten en struiken genoemd naar het effect wat ze hebben - 'waarvan het sap van de wortels en bladeren door veel oudere vrouwen werd gebruikt om de spieren van hun vagina aan te spannen en zo de vagina van een jonge maagd na te bootsen.' Maar ook vandaag de dag zijn vaginale stoombaden, of fayawatra, nog zeer populair onder Afro-Surinaamse vrouwen, met name onder de Marrons die nog altijd in het 'binnenland 'leven. De vrouwelijke Marrons gebruiken zelfs veel verschillende soorten planten voor hun dagelijkse stoombaden. De planten dienen, behalve het strak trekken en droog maken van de vagina, namelijk ook om de baarmoeder te reinigen na de menstruatie, een zwangerschap, geslachtsgemeenschap, een miskraam of abortus. Maar niet alleen in 'de binnenlanden' wordt er gestoomd, want stoombadkruiden vormen vandaag de dag ook een belangrijk onderdeel van de nationale- en internationale handel in medicinale planten uit Suriname.

Dat de kruidenstoombaden nog altijd tot de Surinaamse cultuur behoren, bewijst het groot aantal uitdrukkingen dat nog altijd voor een vaginaal stoombad wordt gebruikt en die vaak per regio verschillen: wasi ondrosei, faya watra, uma wasi en was' puntje in Sranantongo, wasi faya wataa in Auca en ketee patu uwii in Saramacca. Onderzoek leverde ook veel bruikbare gegevens op over de kruiden en hun toepassingen. Niet minder dan 177 verschillende plantensoorten werden genoemd als ingrediënt voor een vaginaal stoombad, waarvan 105 die de vagina strakker zouden maken. Op de medicinale plantenmarkten in Paramaribo werden in 2006 maar liefst 76 verschillende stoombadkruiden aangetroffen. Dagelijks ligt er meer dan tweeduizend kilo aan stoombadkruiden in de marktkramen. Dat is bijna veertig procent van de totale dagelijkse hoeveelheid te koop aangeboden medicinale planten. Hoe vrouwen stomen kan licht verschillen per regio, maar eigenlijk komt het steeds op hetzelfde neer. Traditioneel zoekt de vrouw voor het prepareren van een stoombad de juiste takken met bladeren en stukken bast bij elkaar en hakt ze deze in stukken. Het materiaal wordt daarna in een gietijzeren pot of zinken emmer met water in het vuur gezet en vervolgens aan de kook gebracht. Het stoombad zelf vindt plaats in de badkamer, in het binnenland vaak een hut met een dak van bladeren achter het huis. Het stoombad kan met één plantensoort worden bereid, maar meestal gebruiken de vrouwen verschillende soorten kruiden tegelijk. Soms gieten ze het kokend water in een plastic emmer, tobbe of emaillen po die ze eerst vullen met met verse of gedroogde bladeren. De vrouw legt dan een plank over de tobbe of gaat op de po of emmer zitten met gespreide benen om de stoom de kans te geven haar vagina binnen te dringen. Vaak bedekt ze haar schoot met een handdoek. Een stoombad duurt vijf à tien minuten. Wanneer het water wat afgekoeld, wassen de vrouwen hun geslachtsdelen met het hete afkooksel.

Bijna alle Marron-vrouwen, maar ook veel Afro-Surinaamse, Javaanse, Hindoestaanse, Indiaanse en zelfs Chinese moeders in Suriname, nemen nog altijd direct na de bevalling een zitbad met de populairste ingrediënten: manja-bladeren, blad en wortelstok van de grote masusa en bladeren van yarakopi. Deze traditie, die nog altijd van moeder op dochter wordt overgeleverd, wordt gezien als een essentieel onderdeel van de kraamperiode en kan tot enkele weken duren. Het hete bad dient om de resterende bloedresten te verwijderen en de baarmoeder te laten samentrekken, zodat deze weer dezelfde positie inneemt van vóór de zwangerschap. Vieze geurtjes worden er ook mee voorkomen en de kersverse moeder krijgt snel haar vroegere figuur terug. Vrouwen in Paramaribo zeggen de stoombaden tot twee maanden na de bevalling te gebruiken, anderen vinden dat acht dagen volstaan. Maar de Marron-moeders blijven de baden zelfs nog langer gebruiken, maar veranderen de samenstelling zodra ze weer seksueel actief worden. In de periode na de bevalling en na de menstruatie worden trouwens ook veel bita's gedronken, bittere afkooksels van kruiden waarvan gezegd wordt dat ze de baarmoeder schoonmaken en het bloed zuiveren. Onderzoekers menen dat het losweken van vastzittende placentadelen, door middel van stoom en kruiden, een betere oplossing voor een pas bevallen moeder lijkt dan afzien van een behandeling, bij afwezigheid van medische zorg in het binnenland, of een lange en vermoeiende reis naar de stad voor een curettage-behandeling.

Omdat de geur van vaginale afscheiding als afstotelijk wordt beschouwd, voegen vrouwen vaak aromatische bladeren toe aan hun stoombaden, zoals yarakopi en pêpë uwíi, ofwel peperblad. Van een aantal lianen met scherpe haken of plakkerige ranken wordt gezegd dat ze 'een man vastgrijpen en nooit meer loslaten.'De blaadjes van mimosa pudica, die direct dichtvouwen wanneer ze worden aangeraakt, voegt men dan weer toe om een gesloten, maagdelijke vagina te verkrijgen. Surinaamse vrouwen experimenteren ook nog voortdurend met 'nieuwe' soorten voor hun stoombaden. Een voorbeeld is melaleuca cayaputi, een Australische boom, verwant aan de Eucalyptus, die ooit door de nonnen in Frans Guiana werd geïntroduceerd voor het produceren van medicinale cayaputi-olie. De boom heeft inmiddels ook Suriname bereikt en vormt nu dichte bosjes in de stad Albina. De bladeren staan bekend als Albina uma, en refereren aan de Vicks-geur van de dames uit deze regio. Volgens deze vrouwen geven deze blaadjes een schoon gevoel en een frisse geur. De enige Albina uma-boom in de hoofdstad Paramaribo is door veelvuldig snoeien trouwens vrijwel altijd bladerloos. Het hoeft niet altijd een Vicks-geur te zijn die belangrijk is, want sommige planten zijn in trek vanwege het zeepachtig schuim dat ze produceren bij het fijnwrijven van de kruiden, zoals ingi sopo, indianenzeep, en sópu uwíi, zeepblad. Andere kruidensoorten beloven dan weer een spannend seksleven, zoals musude baasa, 'omhelzing in de vroege ochtend,' a suku trobi, 'zij zoekt problemen,' en wolo tá píki a gaidé básu, 'echtpaar maakt lawaai onder de klamboe.' Prachtige namen als je het ons vraagt. Toch klagen oudere Marrons dat door het toenemend gebruik van populaire 'commerciële' namen, de oorspronkelijke namen van de stoombadkruiden steeds vaker in de vergetelheid raken. Hoewel de Aucaanse muziekgroep Masanga 2000 zelfs een liedje heeft gemaakt over de Paranamklem.

Bron: de informatie in dit artikel is afkomstig uit het artikel 'Het gebruik van vaginale stoombaden in Suriname' uit het OSO Tijdschrift voor Surinamistiek en het Caraïbisch gebied 2008, van Tinde van Andel, Sanne de Korte, Daphne Koopmans, Joelaika Behari-Ramdas & Sofie Ruysschaert.

Chrysobalanus icaco (Cocoplum) Chrysobalanaceae

Traditional remedy or use: Commonly used as a food source, fruit was eaten raw or made into jams and jellies. Oil from the seeds was used to make candles, soap and grease. Black dye was made from the leaves, and provided decay-resistant properties to textiles and fishing nets. Seminole Indians also used them to make arrows and as medicine.

Modern remedy or use: Oil from the kernel within the fruit is used in ointments. Caribbean countries use the bark and leaves as an astringent, to treat dysentery, diarrhea, diabetes, hemorrhages, kidney ailments.

Yarakopi (Siparuna guianensis) kunnen als onderdeel van kruidenbaden magische slangen oproepen, bosgeesten pacificeren of veel winti’s tegelijk te eren. (Medicinale en rituele planten van Suriname / Tinde van Andel , Sofie Ruysschaert)