Cysteïne, aminozuur

Cysteïne heeft een belangrijke antioxidante werking en zorgt voor een gezonde huid, haren en nagels. Cellulitis, nagelproblemen en haaruitval kunnen behandeld worden met een combinatie van beide zwavelhoudende aminozuren cysteïne en methionine, het mineraal zink en de vitamine biotine.

Cysteïne is ontgiftend en beschermt de lever tegen alcohol, drugs en sigarettenrook.

Chemische samenstelling van het aminozuur cysteïne

Cysteïne is een van de 20 natuurlijk voorkomende aminozuren.

Wanneer het aan licht wordt blootgesteld oxideert het om cystine te vormen

Algemene formule: R-CH(NH2)-COOH

Restgroep: R = -CH2-SH.

Is een niet-essentieel aminozuur. Het kan door het lichaam aangemaakt worden uit methionine en Zwavel. Hiervoor is Vitamine B6 nodig.

Eigenschappen van het aminozuur cysteïne

  • Cysteïne voedt en stimuleert de oogspieren.

  • Cysteïne vervult een groot aantal beschermende taken in het lichaam. Dit aminozuur ondersteunt bij veel soorten klachten zoals hooikoorts, kanker, psoriasis, haaruitval, astma, artritis, infecties en wonden.

  • De grote kracht van cysteïne schuilt in haar antioxidante en ontgiftende werking door de aanwezigheid van zwavel. Antioxidanten vangen zuurstofradicalen op. Dat zijn afvalproducten van het celmetabolisme.

  • Cysteïne vermindert de schadelijke invloed van vrije radicalen op de lichaamsweefsels, verwijdert zware metalen uit het lichaam en beschermt tegen allerlei stralingen.

  • Dit aminozuur beschermt de lever tegen beschadiging door alcohol, drugs en giftige componenten van sigarettenrook.

  • Cysteïne stimuleert weefselherstel na operatie, brandwonden en DNA.

  • Cysteïne verhoogt de immuniteit en voorkomt vroegtijdige ouderdomsverschijnselen.

Dierlijke bronnen voor het aminozuur Cysteïne

Eieren, vlees, gevogelte, zuivelproducten, vis, schelp- en schaaldieren

Plantaardige bronnen voor het aminozuur Cysteïne

Tarwekiemen, havervlokken, noten, uien en peulvruchten

Voorzichtigheid bij het gebruik van Cysteïne als voedingssupplement

Diabetespatiënten gebruiken liefst geen cysteïne supplementen, tenzij onder medische begeleiding. Bij een teveel aan cysteïne wordt hieruit pyrodruivezuur (pyruvaat) in het lichaam gemaakt. Uit pyrodruivezuur kan er onder andere in de gluconeogenese glucose worden aangemaakt waardoor de bloedsuikerspiegel gaat stijgen.

Hoge doses cysteïne kan nierstenen veroorzaken. Een hoge dosis Vitamine C kan dit voorkomen. Daarom wordt cysteïne bij voorkeur ingenomen in combinatie met een drie keer zo hoge dosis Vitamine C.