Conium maculatum / Gevlekte scheerling

Gevlekte scheerling en de gifbeker

Het was lang geleden dat ik die grote, giftige schermbloemige, die naar de naam Gevlekte scheerling luistert, nog gezien had. Tot ik hem, voor kort, zomaar hondervoudig op de middenberm van de autostrade tussen Brugge en Gent zag pronken. Het was dan nog bij Nevele en nog nevelig ook. Dus geheimzinnig als een geestverschijning.

Zijn giftigheid vind je ook al terug in zijn Latijnse naam Conium, wat van kone, doden komt. Het tweede deel van de naam 'maculatum', gevlekt lees je ook in de Nederlandse naam. Het verwijst naar de donkere, onregelmatige vlekken op de steel van de plant. Scheerling is wel een zeer oud woord dat komt van Scerninc, Scarn wat drek of mest betekent. Als je de plant kneust begrijp je waar dat vandaan komt. Al ruikt onze moderne mest toch net iets anders.

Een merkwaardige volksnaam is Herderspijpen, al in 1514 sprak men van Herderspipen, tot in de 19de eeuw werden er van de holle stengels van schermbloemigen fluitjes en blaaspijpjes gemaakt. Vaak met giftige gevolgen, ook al omdat er Conium in plaats van Fluitekruid gebruikt werd. De herdersfluit van de bekende Pan, zou wel van Gevlekte scheerling gemaakt geweest zijn. Vandaar mogelijk de vrolijkheid van herdertje Pan.

Het dolle drietal

Gevlekte scheerling hoort bij het dolle drietal samen met Dolle kervel en Hondspeterselie. Ook die namen voorspellen niet veel goeds, al zijn ze in de Oudheid en Middeleeuwen wel veel gebruikt geweest. Zij hoorden natuurlijk zoals vele giftige planten bij de magische heksenkruiden. Conium was ook gewijd aan de tovergodin Hekate. Bij Hyppocrates werd hij Koneion genoemd, maar Dioscorides en Scribonius Largus hadden het over Cicuta. Priesters-magiers uit Babylonië gebruikten de zaden om bescherming van de sterren te krijgen. Maar het allerbekendst is Conium toch omdat de Grieken een aftreksel van de zaden gebruikten om ter dood veroordeelden uit de betere klasse te berechten.

Socrates en de gifbeker

Plato die de dood van de filosoof Socrates beschreef, is daar het bekendste voorbeeld van: 'Socrates liep wat heen en weer en zei dat zijn benen zwaar werden, hij ging daarna op zijn rug liggen....De man, die hem het vergif had toegediend, legde zijn hand op Socrates, onderzocht zijn voeten en benen, daarna prikte hij hard in de voet en vroeg of hij het voelde. Socrates ontkende dat.....Na enige tijd bevoelde hij hem weer en zei dat wanneer het zijn hart bereikte, Socrates zou zijn heengegaan. Het ledigen van de gifbeker heette toen 'to koneion pïnein'. De geschiedschrijver Aelianus beweert dat op het eiland Kos het gebruik werd door zieke en bejaarde mensen om zelfmoord te plegen, om zo de staat niet tot last te zijn. Een vreemde oplossing om het pensioengat in de begroting te verminderen!

Chemie en magie

De plant bevat coniine, een nicotone-achtig alcaloide waarvan 10 mg per kilo mens al dodelijk kan zijn. Het wordt zowel via de mond als via de huid snel opgenomen. In kloosters werd het waarschijnlijk gebruikt om zijn gevoelloosmakende, verdovende eigenschappen, mogelijk ook om de seksuele aandrang te verminderen. Hildegard von Bingen noemt het Scherling en verwijst naar de giftigheid, maar schrijft ook ' dat wie door een speer is getroffen... het kruid met water moet koken en het kooksel in een doek op de gekwetste plek moet aanbrengen, waardoor de humoren die daar verzameld zijn worden verdreven.

Heksenzalf

Rond 1600 vinden we het ook terug in de heksenzalven die Giambattista della Porta (1535– 1615) in zijn Magia naturalis beschreef. Della Porta was zeker niet de eerste beste, eerder een genie in die tijd.

    • Lolium temulentum / Dolik, Raaigras 4 delen

    • Hyoscyamus niger / Bilzekruid 4 delen

    • Conium maculatum / Gevlekte scheerling 4 delen

    • Aconitum napellus / Monnikskap 2 delen

    • Papaver rhoeas / Klaproos 4 delen

    • Lactuca virosa / Gifsla 4 delen

    • Portulacca vulgaris / Postelein 4 delen

    • Atropa belladonna / Wolfskers 4 delen

Dit werd tot een zalf verwerkt samen met reuzel en er werd dan nog gelijke hoeveelheden opium aan toegevoegd. Straf en soms dodelijk spul kun je wel zeggen.

Een methode, om met minder gevaar, giftige planten toch te kunnen gebruiken, was het dragen of bewaren van vooral de wortels van dit soort planten, als een soort amulet. Mandragora was daar het bekendste voorbeeld van, maar ook Scheerlingwortel werd geadviseerd aan 'de lijders van vallende ziekte om op 24 juni tussen 11 en 12 uur de wortel uit den grond te graven en vervolgens met een draad om de hals te hangen, en de genezing zal dan niet uitblijven'.

Onschuldiger is dan toch gewoon de planten als curiositeit te kweken en er een mooi verhaal bij te vertellen. En dat probeer ik hier en nu te doen.

Scheerling in de bijbel?

Het Hebreeuwse woord רֹאשׁ (rosh) wordt door verschillende geleerden geïdentificeerd met de Gevlekte Scheerling (Conium maculatum), hoewel hier geen taalkundige ondersteuning voor is. In de Bijbelse context wordt het steeds in verband gebracht met een bittere en giftige drank of voedsel: "Ja, zij hebben mij gal [rosh] tot mijn spijs gegeven; en in mijn dorst hebben zij mij edik te drinken gegeven." (Ps 69:22) Omdat het veelvuldig gebruikt wordt in combinatie met Alsem (Artemisia herba-alba Asso), lijkt het dat het om een specifieke plant gaat of een synoniem. Het is dan ook zeker niet vergezocht dat er de Conium, welke werd gebruikt om mensen mee te vergiftigen, mee wordt bedoeld.

Het is zeer goed mogelijk dat met rosh in eerste instantie een bepaalde plant werd bedoeld, maar in de loop der tijd de aanduiding werd allerlei soorten gif.

De twee antieke geneesmiddelenkenners Theophrastus en Dioscorides beschreven onder Koneion een plant die niet onze Gevlekte Scheerling is maar de Circuta virsa (de Waterscheerling). Men denkt dat in koneion het Griekse woord konos (=duizeling) of koneisthai (=in een kring ronddraaien) steekt. Dit is begrijpelijk gezien de giftige werking. Anderzijds heeft men de naam ook willen afleiden van het Griekse konè (=moord), wat slaat op het giftige karakter van de plant, waarmee gemakkelijk moorden konden worden gepleegd.

De gevlekte scheerling (Conium maculatum) is een tweejarigeplant uit de schermbloemenfamilie (Apiaceae) 1 tot 2 meter hoog, een kale stengel met roodbruine vlekken (aan de voet) en lijkt veel op kervel. De bladeren zijn twee- of drievoudig geveerd en kunnen 30 cm lang worden, heeft witte bloemen met een doorsnede van circa 2 mm. Er zijn vijf kroonblaadjes met een gekrulde top. De eivormige tot ronde vruchtjes hebben 10 gekerfde ribben, maar zonder oliestriemen. Bij kneuzing geeft de plant een onaangename "muisachtige" geur.

De gehele plant is zeer gifitg, door de Coniïne en y-coniceïne, welke makkelijk door de huid worden geresorbeerd. Net als het pijlgift curare verlammen ze de bewegingszenuwen van de skelet- en ademhalingsspieren. Op het ruggemerg en het verlengde merg werkt het gif verlammend, zodat de dood door verstikking volgt. Vergiftigingsverschijnselen uiten zich als branden in de mond, misselijkheid, tongverlamming, pupilverwijding, duizeligheid, dairrhee, spiersamentrekkingen. Verlamming begint op te treden in de benen, later ook de slik- en spraakverlamming, het lichaam begint koud en gevoelloos te worden tot de dood uiteindelijk optreed door verlamming van het ademcentrum. Het bewustzijn blijft tot het laatste aanwezig.

Conium maculatum is an extremely poisonous flowering weed, known as Hemlock and belongs to the family Apiaceae. Conium contains several pyridine alkaloids like coniine, N-methylconiine, conhydrine, pseudoconhydrine and gamma-coniceine, precursors of some other hemlock alkaloids.[1] The structures of these alkaloids are shown in Figure 1 a. Among these, the most notable one is coniine, the properties of which are similar to nicotine. It disrupts the functions of the central nervous system by binding with nicotinic acetylcholine receptors.[2,3] Though this plant is highly toxic in nature, its extract had been used as a traditional remedy for different diseases since a long time.[4] As for example, Conium is the main remedy for prostate gland and swelling of the testis. In homeopathy, it is used as a remedy for breast cancer and cancer of cervix uteri,[4] but its action has not yet been scientifically validated except for the report that it can inflict DNA damage by generating reactive oxygen species (ROS).[5] In this study, we contemplate to elucidate the probable mechanism of action of the drug in inducing apoptosis in the cervix cancer cell line HeLa.

(a) Chemical structures of major alkaloids present in Conium. (b) Percentage of cell viability: 70-840 μg/ml of drug was supplemented to A375, A549, HepG2, WRL-68 and PBMCs, and incubated for 48 h. Further 70-840 μg/ml of drugs were supplemented in the culture of HeLa for 24 and 48 hours. MTT assay was performed for all the cases to assess the percentage of cell viability [Significance *P<0.05 vs. control group]. (c) Clonogenic assay: Treatment with Conium reduces colony formation ability of HeLa cells. (d) Proliferation assay: This indicated the reduction in proliferative property of HeLa cells upon treatment with Conium of dose 450 μg/ml then the control plates at different time intervals. Lowest proliferation achieved at 48 h of treatment. (e) Cell cycle analysis: In the treated sets (450 μg/ml Conium), there was a sharp increase in cell population at M1=sub-G1 state of cell cycle with respect to control set, indicating the induction of DNA fragmentation after 24 and 48 hours

In recent years, DNA-targeted therapy has gained much importance and a drug's capacity to interact with DNA has been implicated to its capacity to hinder the process of cellular replication and protein synthesis, resulting eventually in cell growth arrest and apoptosis.[6] In this study, we tried to evaluate whether Conium has the capacity to interact with either naked calf thymus DNA (ct-DNA) or cellular DNA of HeLa cells, which had not been studied earlier.

Herbal extracts are considered a rich source of alkaloids and flavonoids.[7] They have the capability to generate ROS. An excessive accumulation of ROS beyond toleration limit generally pushes the cancer cells toward apoptotic cascade.[8] ROS also depolarizes mitochondrial membrane potential (MMP) and induces apoptosis.[9] Since Conium is a rich source of alkaloids[10,11] which have been reported to have anti-cancer properties, we became interested to examine if it has any such anti-cancer effects against HeLa cells and can produce ROS and cause mitochondrial membrane de-polarization.

The events of cell death and cell growth are controlled by certain signaling proteins.[12] Therefore, it is expected that any anti-proliferative drug should have the nature to down-regulate the activities of these signal molecules to hinder the process of cancer cell growth.[13] Alternatively, apoptosis is closely mediated by different anti-apoptotic and apoptogenic proteins. Caspase cleavage generally initiates apoptosis followed by induction of DNA fragmentation.[14] In this study, we tried to evaluate the modulating capability of Conium on certain signal proteins related to apoptosis and proliferation; to our knowledge, this approach had not been made in any earlier study.

REFERENCES

1. López TA, Cid MS, Bianchini ML. Biochemistry of hemlock (Conium maculatum L.) alkaloids and their acute and chronic toxicity in livestock. A review. Toxicon. 1999;37:841–65. [PubMed]

2. Reynolds T. Hemlock alkaloids from Socrates to poison aloes. Phytochemistry. 2005;66:1399–406.[PubMed]

3. Schep LJ, Slaughter RJ, Beasley DM. Nicotinic plant poisoning. Clin Toxicol (Phila) 2009;47:771–81.[PubMed]

4. Boericke W. Vol. 1. USA: Kessinger Publishing; 2004. Homeopathic materia Medica; pp. 95–103.

5. Bishayee K, Mukherjee A, Paul A, Khuda-Bukhsh AR. Homeopathic mother tincture of Conium initiates reactive oxygen species mediated DNA damage and makes HeLa cells prone to apoptosis. Int J Genuine Tradit Med. 2012;2:37–41.

6. Bishayee K, Chakraborty D, Ghosh S, Boujedaini N, Khuda-Bukhsh AR. Lycopodine triggers apoptosis by modulating 5-lipoxygenase, and depolarizing mitochondrial membrane potential in androgen sensitive and refractory prostate cancer cells without modulating p53 activity: Signaling cascade and drug-DNA interaction. Eur J Pharmacol. 2013;698:110–21. [PubMed]

7. Khare CP. New York: Springer; 2007. Indian medicinal plants: An Illustrated Dictionary; pp. 1–900.

8. Fey D, Croucher DR, Kolch W, Kholodenko BN. Crosstalk and Signaling Switches in Mitogen-Activated Protein Kinase Cascades. Front Physiol. 2012;3:355. [PMC free article] [PubMed]

9. Mandal SK, Biswas R, Bhattacharyya SS, Paul S, Dutta S, Pathak S, et al. Lycopodine from Lycopodium clavatum extract inhibits proliferation of HeLa cells through induction of apoptosis via caspase-3 activation. Eur J Pharmacol. 2010;626:115–22. [PubMed]

10. Vetter J. Poison hemlock (Conium maculatum L.) Food Chem Toxicol. 2004;42:1373–82. [PubMed]

11. Brooks DE. Plant Poisoning, Hemlock. MedScape. eMedicine. 2012.http://emedicine.medscape.com/article/821362.overview .