Aruncus dioicus / Geitenbaard

De geitenbaard (Aruncus dioicus) is een vaste plant uit de rozenfamilie (Rosaceae). De plant wordt 1,5-2 m hoog. De soort heeft weinig vertakte stengels. De bladeren zijn onevengeveerd.

De plant is tweehuizig: de bloemen zijn geelwit bij vrouwelijke pluimen en helderwit bij mannelijke. De bloei is van juni tot half augustus. De opmerkelijke naam heeft betrekking op de bloeiwijze met sterk vertakte pluimen met crèmewitte bloemen, die doet denken aan de sik van een geit.

In het noorden van Italië is geitenbaard al eeuwenlang populair als wilde groente. Het wordt er gekookt samen met salie, rozemarijn en oregano en verder verwerkt met eieren en kaas. De plant wordt er eveneens rauw door salades gedaan. Verder wordt het gebruikt in een soep die men pistic noemt. Italië is een land waar men grote kennis heeft van eetbare planten in de vrije natuur.

In Zuid-Korea wordt geitenbaard, wel een variant Aruncus dioicus var. kamtschaticus , van oudsher gebruikt in cosmetische producten voor de huid. Een Koreaans onderzoeksteam van de Oriental Medicine Industry in Zuid-Korea zag dat geitenbaard inderdaad goed is voor de huid. (zie verder). Het gaat veroudering van de huid tegen. Men bestraalde huidcellen met UV-licht waardoor de cellen verouderen. Maar als de huidcellen werden behandeld met een cosmetisch middel op basis van geitenbaard, was de veroudering een stuk minder.

Uit Koreaans onderzoek uit 2012 bleek dat geitenbaard goed is voor de nieren. Het onderzoek werd gedaan op ratten en het bleek dat de ratten die een methanolextract van geitenbaard kregen waarin vele antioxidanten zitten, minder nierschade hadden.

Toch wat voorzichtig zijn bij inwendig gebruik, in 2011 onderzochten Koreaanse wetenschappers tien componenten in het blad. Een van deze stoffen vertoonde een mogelijke kankerverwekkende werking tegen T-cellen maar dit is alleen in een reageerbuisproefopstelling geconstateerd. Zeven van de tien stoffen vertoonden een anti-oxidantactiviteit, wat wilt zeggen dat ze vrije radicalen bestrijden die uiteindelijk tot kankervorming kunnen leiden.

J Nat Med. 2012 Oct;66(4):631-6. doi: 10.1007/s11418-012-0633-3. Epub 2012 Feb 17.

Potent anti-aging activity of Aruncus dioicus, a native plant of Ulleung-do, South Korea, in CCD-986sk fibroblasts via suppression of matrix metalloproteinases. Kim DH1, Moon YS, An BJ, Son JH.

Aruncus dioicus var. kamtschaticus HARA, also known as goat's beard, is a native plant in Ulleung-do, South Korea. It has been used as a remedy in skin care, detoxification, blood stanching, tonsillitis. High performance liquid chromatography with diode array detection was used for partial validation of bioactive chemicals in A. dioicus ethyl acetate (EtOAc) extract, and EtOAC extract was examined for its effect on ultraviolet (UV)-induced cell aging using CCD-986sk-human skin fibroblast cells. Cells were exposed to UV-B for 1 min before extract treatment. An established viability assay was performed to test cell toxicity of A. dioicus at 5, 10, or 50 μg/ml concentrations, and activities of matrix metalloproteinase (MMP) 1, 2, 3, phosphorylated-p38 (p-p38, an activated form of p38), p38, and c-fos transcription factors were evaluated. A. dioicus extract decreased the amount of mRNA transcripts and total proteins of MMP1, 2, 3 as well as p-p38 and c-fos. The c-fos expression was also confirmed by in vivo fluorescent staining of CCD-986sk cells after UV-B exposure followed by EtOAc extract treatment. The results showed that expression of skin aging related genes encoding MMP1, 2, and 3 was inhibited by reduced transcription factor expression of p-p38 and c-fos by A. dioicus EtOAc extract. The results suggest that A. dioicus extract can be used to reduce UV-B-induced skin aging and is a potential candidate for cosmedical materials.

Skin whitening effects of flower extracts with high antioxidant activities (830.20)

Bog-Hieu Lee1, Joo-Yeon Choi1, Miri Yu1 and Gi Hee Jeong1

1Food and Nutrition Chung-Ang University Anseong Korea, Republic of

This study was aimed to investigate whitening effect of seven flower extracts with high electron donating ability (EDA). CCK-8 assay revealed that the cell viability rate of all the flower extracts was significantly higher than that of control. Whitening effects of the flower extracts were measured by mushroom tyrosinase inhibition rate, cellular tyrosinase activity and cellular melanin contents in B16F1 melanoma cells. Rhododendron molle (Blume) G. Don extract reduced mushroom tyrosinase activity by 35.1% than the control and ascorbic acids. At 500 ppm, Aruncus dioicus var. kamtschaticus extract suppressed tyrosinase activity by 45.8%. In case of cellular melanin content, Euscaphis japonica extract was significantly lower than the control and the ascorbic acid. As for gene expression level of TRP-1, TRP-2, and tyrosinase, relative quantification value of the Euscaphis japonica extract showed inhibition of expression of three melanogenic enzymes. In conclusion, flower extracts had shown strong whitening effect. These findings suggest that flower extracts may can be further developed and potential skin-whitening or anti-melanogenesis preparation for cosmetics and therapeutic use.