Avena sativa / Haver

Haver (Avena sativa) is een eenjarige plant uit de grassenfamilie (Poaceae). Het is een graansoort, die reeds sinds 7000 v.Chr. geteeld wordt. Haver komt oorspronkelijk uit Zuidoost-Europa en Zuidwest-Azië en is ontstaan uit de wilde haver (Avena fatua). Tot in de Late Middeleeuwen was haver in Nederland op de zandgronden een belangrijk gewas. Het werd toen geteeld voor zowel menselijke consumptie (haverkoeken, haverbrij en haversoep) als voor veevoer.

Haverzaden zijn afhankelijk van het ras wit, geel, grijs, rood of zwart. Na de oogst worden haverkorrels gewassen, gedroogd en geroosterd. Havermout is van het buitenste vlies ontdane haver die is gestoomd, onder een rol platgedrukt en vervolgens gedroogd. Havermeel bevat geen gluten.

Havermout is lekker in muesli, pap en verwerkt in brood. Met havermeel kan u enkel brood bakken als u het combineert met tarwemeel, anders zal het deeg niet rijzen.

Haverproducten zijn heel rijk aan voedingsstoffen omdat na het dorsen zemelen en kiem niet verwijderd worden. Haver is een belangrijk voedingsmiddel door het hoge gehalte aan oplosbare vezels, daardoor draagt haver bij tot verlaging van de cholesterolspiegel in het bloed.

Zimmer KP Nutrition and celiac disease. [Journal Article] Curr Probl Pediatr Adolesc Health Care 2011 Oct; 41(9):244-7.

Celiac disease affects about 1% of the European and North American population. The classical clinical presentation is with symptoms of malabsorption. Serologic studies demonstrate that most celiac patients present with oligosymptomatic (silent), latent, potential, and extraintestinal forms. The disease is defined as an immune-mediated systemic disorder of genetically disposed individuals (HLA-DQ2/8) induced by the alcohol-soluble fractions of cereals and characterized by gluten-dependent symptoms, celiac-specific antibodies (against tissue transglutaminase 2), and a Marsh 2-3 enteropathy. In the last 60 years, a strict and lifelong gluten-free diet has been demonstrated to be effective and safe, preventing most potential complications of the disease, including autoimmune disease, osteoporosis, infertility, prematurity, and malignancy. Among patients with celiac disease, the toxicity of oats seems to be less than wheat, barley, and rye. The introduction of oats into the diet of patients with celiac disease should increase taste, fiber content, diversity, compliance with the diet, and quality of life. The clinical studies provide limited results in favor of a general harmlessness of oats for celiac disease patients. Patients with celiac disease who consume oats (20-25 g/d for children, 50-70 g/d for adults) need proper follow-up.

Dierstudie: havermoutvezels beschermen sporters tegen virussen

Sporters die bang zijn dat hun zware training hun immuunsysteem verzwakt, kunnen zichzelf beschermen tegen virussen als ze elke dag ontbijten of lunchen met havermout. Dat suggereert een al wat oudere dierstudie, die in 2004 verscheen in Medicine and Science in Sports and Exercise.

Bèta-glucanen

Immuuncellen herkennen veel ziektekiemen aan de bèta-glucanen [structuurformule hieronder] in hun membranen. Bèta-glucanen zijn suikerketens die niet menselijke cellen zitten, maar wel in paddestoelen, havermout, algen of biergist. Als je die producten binnenkrijgt - zo wil de theorie - dan schud je je immuuncellen bij wijze van spreken wakker. Je zet ze op scherp, en daardoor blijf je makkelijker ziektevrij als er daadwerkelijk een ziektekiem in je lichaam komt.

Je vindt bèta-glucanen in immunomodulerende supplementen, meestal in concentraties van enkele honderden milligrammen per capsule. Suppletie met bèta-glucanen uit havermout is eigenlijk onnodig, want je vindt ze in overvloed in de havermout die je koopt in de supermarkt. In een halve kop havermout van Quaker Oatmeal zit al 2-3 gram bèta-glucanen.

Immunostimulerende producten met bèta-glucanen zijn vooral interessant voor sporters - en dan vooral voor duursporters. Hun lange trainingssessies remmen hun immuunsysteem. Krachttrainingen verminderen de werking van het immuunsysteem ook, maar in mindere mate.

Studie

In 2004 deden onderzoekers van de University of South Carolina een dierstudie, waarin ze mannelijke muizen lieten rennen op een treadmill totdat de dieren niet meer konden. Daarna stelden ze de muizen bloot aan het Herpes simplex virus Type 1.

Op de dag van de sessie, en twee dagen daarvoor, kreeg de helft van de muizen bèta-glucanen uit havermout [OBG] door hun drinkwater. Hoeveel bèta-glucanen de muizen binnenkregen vertelt de studie niet, maar als we gaan rekenen en schatten, en de doses vervolgens vertalen naar een volwassen mens van 80 kg, dan komen we ongeveer op 600-700 mg per dag. De andere helft van de muizen kreeg drinkwater zonder toevoegingen [H2O].

De onderzoekers herhaalden hun proeven met muizen die niet renden [Con].

Resultaten

Bij zowel de dieren in de sedentaire Con-groep als in de actieve Ex-groep beschermden de bèta-glucanen tegen virusbesmetting. Hadden de muizen gerend, maar waren ze niet behandeld met bèta-glucanen, dan was na 3 weken 40 procent van hen nog gezond en was 60 procent nog in leven. Waren de dieren wel behandeld met bèta-glucanen, dan waren die percentages respectievelijk 60 en 80 procent.

De figuur hiernaast verklapt iets over het werkingsmechanisme van bèta-glucanen. Je ziet dat de levensvatbaarheid van immuuncellen uit de darmen van de muizen, 3 dagen na de uitputtende sessie en de toediening van het herpesvirus, statistisch significant verminderde. Suppletie met bèta-glucanen hief dat effect op.

Sponsor

Het onderzoek is betaald door de Quaker Oats Company en Gatorade.

Bron:

Med Sci Sports Exerc. 2004 Aug;36(8):1321-7.

Avoine / Avena sativa

Céréale très populaire depuis quelques années, l’avoine a comme principal avantage son contenu en fibres solubles. D’ailleurs, la Food and Drug Administration (FDA) des États-Unis a autorisé une allégation stipulant qu’un régime alimentaire faible en gras saturés et en cholestérol, incluant des fibres solubles, peut réduire le risque de maladies coronariennes1. Il est intéressant de noter que de toutes les céréales, l'avoine est la plus riche en lipides, principalement en acides gras insaturés.

Principes actifs et propriétés

Les produits céréaliers sont d’une grande importance pour une saine alimentation. L’une des Recommandations alimentaires pour la santé des Canadiens de Santé Canada est d’accorder « la plus grande part de l’alimentation aux céréales, pains et autres produits céréaliers ainsi qu’aux légumes et aux fruits »2. Le Guide alimentaire canadien pour manger sainement tient compte de cette recommandation et insiste sur le choix de produits céréaliers à grains entiers ou enrichis3. Les autorités américaines, de leur côté, recommandent qu’au moins la moitié des produits céréaliers consommés soient à grains entiers4.

Des études épidémiologiques ont démontré que la consommation de grains entiers serait reliée à un risque moindre de maladies cardiovasculaires5, de diabète6, de certains cancers7,8 et d’obésité9,10. Ces effets bénéfiques seraient reliés à la synergie entre les nombreux composés contenus dans les produits céréaliers à grains entiers, tels que les fibres, les antioxydants, les vitamines et minéraux. Comme la majorité de ces composés sont contenus dans le son et le germe11, on a avantage à consommer les céréales entières plutôt que raffinées.

Fibres. Les aliments à base d’avoine ont fait l’objet de plusieurs investigations, particulièrement en raison de leur contenu en bêta-glucane, une fibre soluble présente en grande quantité dans cette céréale. Les fibres solubles favorisent l’excrétion fécale du cholestérol en diminuant sa fabrication par le foie, ce qui entraîne une réduction significative, mais modeste, du taux de cholestérol sanguin. Le mécanisme d’action suggéré serait en lien avec la viscosité du bêta-glucane, qui interférerait avec la réabsorption des acides biliaires, engendrant ainsi une diminution du taux de cholestérol plasmatique5. Une alimentation riche en fibres solubles peut également contribuer à normaliser les taux sanguins de glucose et d'insuline, ce qui peut aider au traitement des maladies cardiovasculaires et du diabète de type 2. En effet, le bêta-glucane ralentirait l’absorption des glucides dans l’intestin12, ce qui diminuerait la glycémie après les repas, entraînant par le fait même une réduction des besoins en insuline. Il serait donc un aliment à privilégier par les personnes souffrant de diabète de type 213.

L’avoine renferme une grande proportion de fibres solubles et insolubles, ce qui lui confère des effets bénéfiques sur le système digestif. En effet, les fibres aident à normaliser le transit intestinal en plus d’entraîner plus rapidement un effet rassasiant14. Enfin, plusieurs études ont démontré qu’une alimentation riche en fibres serait associée à un risque plus faible de cancer du côlon15-17. Malgré que l’effet préventif ait été démontré, le rôle des fibres dans le traitement du cancer demeure controversé18,19.

Protéine d’avoine. La protéine d’avoine est considérée comme étant de bonne qualité puisqu’elle renferme plusieurs acides aminés essentiels. Cependant, comme dans toutes les céréales, certains de ces acides aminés sont présents en moindre quantité, d’où la nécessité de compléter avec d’autres sources protéiques comme la viande ou les légumineuses. Rappelons qu’un acide aminé est essentiel lorsque le corps ne peut le produire et qu’il doit nécessairement provenir de l’alimentation.

Nutriments les plus importants

Excellente source Phosphore. Le son d’avoine est une excellente source de phosphore, tandis que le gruau d’avoine en est une bonne source. Le phosphore constitue le deuxième minéral le plus abondant de l’organisme après le calcium. Il joue un rôle essentiel dans la formation et le maintien de la santé des os et des dents. De plus, il participe entre autres à la croissance et à la régénérescence des tissus et aide à maintenir à la normale le pH du sang. Finalement, le phosphore est l’un des constituants des membranes cellulaires.

Excellente source Manganèse. Le son et le gruau d’avoine sont d’excellentes sources de manganèse. Le manganèse agit comme cofacteur de plusieurs enzymes qui facilitent une douzaine de différents processus métaboliques. Il participe également à la prévention des dommages causés par les radicaux libres.

Bonne source Magnésium. Le son d’avoine est une bonne source de magnésium pour la femme et une source pour l’homme, les besoins de l’homme étant supérieurs. Le gruau d’avoine est une source de magnésium pour l’homme et la femme. Le magnésium participe au développement osseux, à la construction des protéines, aux actions enzymatiques, à la contraction musculaire, à la santé dentaire et au fonctionnement du système immunitaire. Il joue aussi un rôle dans le métabolisme de l’énergie et dans la transmission de l’influx nerveux.

Bonne source Fer. Le son d’avoine est une bonne source de fer pour l’homme et une source pour la femme, les besoins de la femme étant supérieurs. Le gruau d’avoine est une source de fer pour l’homme et la femme. Chaque cellule du corps contient du fer. Ce minéral est essentiel au transport de l’oxygène et à la formation des globules rouges dans le sang. Il joue aussi un rôle dans la fabrication de nouvelles cellules, d’hormones et de neurotransmetteurs (messagers dans l’influx nerveux). Il est à noter que le fer contenu dans les aliments d’origine végétale est moins bien absorbé par l’organisme que le fer contenu dans les aliments d’origine animale. L’absorption du fer des végétaux est toutefois favorisée par la consommation de certains nutriments, telle la vitamine C.

Bonne source Sélénium. Le son et le gruau d’avoine sont de bonnes sources de sélénium. Ce minéral travaille avec l’un des principaux enzymes antioxydants, prévenant ainsi la formation de radicaux libres dans l’organisme. Il contribue aussi à convertir les hormones thyroïdiennes en leur forme active.

Bonne source Vitamine B1. Le son et le gruau d’avoine sont de bonnes sources de vitamine B1. Appelée aussi thiamine, la vitamine B1 fait partie d'un coenzyme nécessaire à la production d'énergie principalement à partir des glucides que nous ingérons. Elle participe aussi à la transmission de l'influx nerveux et favorise une croissance normale.

Source Zinc. Le son et le gruau d’avoine sont des sources de zinc. Le zinc participe notamment aux réactions immunitaires, à la fabrication du matériel génétique, à la perception du goût, à la cicatrisation des plaies et au développement du foetus. Il interagit également avec les hormones sexuelles et thyroïdiennes. Dans le pancréas, il participe à la fabrication, à la mise en réserve et à la libération de l’insuline.

Source Cuivre. Le son et le gruau d’avoine sont des sources de cuivre. En tant que constituant de plusieurs enzymes, le cuivre est nécessaire à la formation de l’hémoglobine et du collagène (protéine servant à la structure et à la réparation des tissus) dans l’organisme. Plusieurs enzymes contenant du cuivre contribuent également à la défense du corps contre les radicaux libres.

Source Acide pantothénique. Le son et le gruau d’avoine sont des sources d’acide pantothénique. Aussi appelé vitamine B5, l’acide pantothénique fait partie d’un coenzyme clé permettant à l’organisme d’utiliser de façon adéquate l’énergie issue des aliments ingérés. Il participe aussi à plusieurs étapes de la fabrication des hormones stéroïdiennes, des neurotransmetteurs (messagers dans l’influx nerveux) et de l’hémoglobine.

Des composés à la fois nuisibles et bénéfiques dans les céréales...

Les grains céréaliers contiennent des composés phytochimiques. L’acide phytique, qui est l’un des plus abondants micro-constituants du grain, en est un bon exemple. Ce composé, que l’on retrouve en plus grande quantité dans l’enveloppe externe du grain (son) et dans le germe, a la capacité de se lier à certains minéraux (calcium, magnésium, fer, zinc) et, ainsi, de réduire leur absorption dans l’intestin. Toutefois, les chercheurs s’entendent pour dire que dans un contexte nord-américain, où il y abondance et diversité alimentaire et où la déficience nutritionnelle est plutôt marginale, cet effet a peu d’impact sur la santé. La consommation d’acide phytique (ou phytate) serait même bénéfique puisqu’il agit comme antioxydant dans l’organisme. En effet, l’acide phytique, et plus précisément ses dérivés, pourrait contribuer à protéger contre le cancer du côlon et même contre les maladies cardiovasculaires. Ces effets, observés in vitro et chez l’animal n’ont toutefois pas encore été validés chez l’humain.

Précautions

La maladie coeliaque

Également connue sous le nom d’intolérance au gluten, la maladie coeliaque, touche environ 4 personnes sur 1 000 en Amérique du Nord. Les gens atteints de cette maladie souffrent d’une intolérance permanente au gluten, une protéine qui se trouve dans le grain de plusieurs céréales. Dans le cas de la maladie coeliaque, la consommation de gluten peut entraîner des symptômes intestinaux, telle une malabsorption de plusieurs nutriments. La gliadine est la partie du gluten contenu dans le blé qui provoque une réaction immunitaire chez les personnes atteintes de cette maladie.

L’avoine ne contient pas de gliadine, mais renferme une autre molécule de composition semblable, l’avénine. Étant donné leur grande ressemblance moléculaire, on a attribué à l’avoine les mêmes effets physiologiques que ceux entraînés par le blé. Toutefois, de plus en plus d’études ont démontré que l’avoine serait tolérée par la grande majorité des personnes coeliaques20. Cependant, étant donné le manque de certitude, la Fédération québécoise de la maladie coeliaque et l’Association canadienne de la maladie coeliaque déconseillent pour l’instant aux personnes intolérantes au gluten, de consommer de l’avoine, d’autant plus que cette céréale risque fortement d’être contaminée par d’autres céréales comme le blé ou l’orge.

Apprêts culinaires

Tant la farine que les flocons peuvent remplacer en tout ou en partie la farine blanche ou la farine de blé entier dans le pain, les muffins, les tartes, les gâteaux, la pâte à pizza, etc. Si on remplace 1 tasse de farine blanche, on utilisera 1 tasse de farine d'avoine ou 1 ½ tasse de flocons moulus. Pour 1 tasse de farine de blé entier, il faut ¾ tasse de farine d'avoine ou 1 ¼ de flocons.

Les Écossais et l’avoine

En Écosse, où le sol trop pauvre ne permet guère de cultiver le blé, l'orge ou le seigle, l'avoine fait partie de l’alimentation, chose que les Anglais considéraient jadis avec une certaine hauteur, comme en témoigne cette entrée dans un réputé dictionnaire de 1755 : « Avoine : céréale que les Écossais consomment, mais que les Anglais ne donnent qu'à leurs chevaux. » Les Écossais auront ce mot, qu'ils n'hésitent pas à reprendre aujourd'hui : « Voilà pourquoi l'Angleterre a de si bons chevaux et l'Écosse, des hommes aussi admirables! ».

La galette des Écossais est composée de flocons d'avoine et de babeurre. On met la préparation au réfrigérateur toute la nuit et le lendemain on ajoute des oeufs et du beurre fondu, et les épices de son goût, avant de faire cuire.

Pour préparer le porridge, ou gruau d’avoine, on fait cuire des flocons dans de l’eau ou du lait et l’on mange tel quel ou agrémenté de crème, yogourt, morceaux de fruits, sirop d’érable, miel, etc.

Le « granola » ou muesli se prépare en faisant rôtir des flocons d'avoine, des noix hachées, du miel, de la cannelle, un peu de vanille et du sel. Mettre au four pendant une demi-heure en brassant aux dix minutes. Servir avec des morceaux de fruits séchés, tel quel ou dans du lait ou du yogourt.

En Amérique du Nord, on en fait une préparation croustillante qui garnit un dessert à la compote de fruits. Au Québec, on appelle celui-ci « croustade ».

Dans les hautes montagnes de Sansi, sur la frontière sino-mongole, à des altitudes où aucune autre céréale ne pousse, c'est l'avoine qui a toujours servi et sert encore à la préparation du plat principal, le yumienwowo, qui consiste en une purée roulée très finement comme une pâte à tarte, puis coupée en carrés qui sont enroulés autour du doigt pour leur donner la forme d'un cigare. Les cigares sont ensuite déposés dans un panier et cuits à la vapeur.

En Amérique du Sud et en Asie, on réduit les grains d’avoine en poudre à laquelle on ajoute la même quantité de sucre, des arômes et des vitamines. Mêlée à du lait ou du jus de fruits, la préparation se prend sous forme de boisson.

On peut aussi :

  • Ajouter de la farine d’avoine aux soupes de légumes pour les épaissir et en augmenter la valeur protéinique.

  • Mélanger de la viande hachée et des flocons d'avoine avec des courgettes, des oignons et des poivrons émincés, saler, poivrer. Façonner des galettes qui seront grillées des deux côtés. Servir avec un peu de crème aigre, de la laitue et des tranches de tomate. Ou mélanger saumon en conserve, flocons d'avoine, lait, oeufs, fines herbes et cuire comme des galettes.

  • Ajouter des flocons d'avoine aux préparations de pain de viande.

  • En faire une préparation, avec quelques légumes ou de la viande, pour farcir tomates, poivrons, champignons, etc.

  • Dans le pilaf, remplacer le riz par des flocons d'avoine.

  • Manger crus les flocons d'avoine, mais il vaut mieux d'abord s'assurer qu'on les digère bien, certaines personnes pouvant avoir des difficultés. Pour éviter les réactions désagréables, introduire les flocons crus graduellement dans l’alimentation et toujours boire beaucoup de liquide en même temps.

  • Ajouter du son d’avoine aux yogourts, aux compotes de fruits, aux préparations à pains, tartes, gâteaux, muffins, etc., afin d’augmenter leur teneur en fibres alimentaires.

Referentie: Tapola N, Karvonen H, et al. Glycemic responses of oat bran products in type 2 diabetic patients.Nutr Metab Cardiovasc Dis. 2005;15:255-261.

Oat / Avena sativa

Family: Poaceae

CTFA name: Avena sativa

Avena sativa or cultivated oat is an annual grass with straight, hollow stems.1,2 It has flat, rough, bladelike leaves and spikes of pale gold seeds or grains.1,2,3 Oats are native to the Mediterranean region, Europe, North Africa, and northern Central Asia.2,3,4 They grow well in cool, damp climates.4 Oats are now cultivated in many parts of the world2 including the British Isles, Sweden, Finland, Russia, Poland, Germany, the northern U.S., Canada and Australia.4,5 Oat bran, oat straw, whole oat grain and the above ground parts (stem, leaf, and husk) are all useful.2,6,7

History and Cultural Significance

Ancient Romans thought oats were coarse barbarian food and used them as animal fodder.8 On the other hand, the Ancient Greeks prepared a dessert made of oats.9 The seeds or grain are made into flour, oatmeal, rolled oats, bran, groats, and breakfast foods, as well as being used in baked goods, salads and dressings.9 In Britain, Wales, and especially Scotland, they are the principal cereal.8 In Belgium, oats are used to make white beer and in France, roasted seeds are employed as a vanilla substitute. Roasted seeds have also been utilized for imitation coffees.9 Oat milk can be a nondairy substitute for people allergic to soy and rice.4

The majority of oat crops are used for livestock feed.10 Humans consume about five percent of the total oat crops grown,11 but there has been a recent increase in human consumption due to interest in health benefits.10 Oats are nutritious, high in protein, fat and fiber, have antioxidant and preservative properties, and can help reduce cholesterol.8,12 Eating three or more servings of whole grains (such as oats) per day may reduce the risk of certain diseases and may help with weight maintenance.13

Oats have traditionally been used for a wide variety of conditions including but not limited to anxiety, stress and excitation, skin diseases, bladder weakness, blood vessel and lung ailments, and stomach complaints.14 In traditional European medicine, oat grain has been used in diets for general weakness, dietary disturbances2 and to restore vigor and strength during convalescence.7 Oats were sometimes employed in treating poisoning from acid substances and they made a soothing enema.15 Green oat herb tea is traditionally used as a sedative for nervous conditions and sleeplessness.2 Oat tea is considered a diuretic.7 Oat tea was employed in the early 20th century as a cure for opium addiction,11 and in traditional Ayurvedic (Indian) medicine, oats are used for opium withdrawal.6 Oat straw baths have been used traditionally for rheumatism, and skin disorders, and as a sedative.7 Some adult caregivers of children with ADHD or depression feed oats to the children because the product is traditionally viewed to have a subtle, calming effect.16

Oat extracts have been used for more than a century as a soothing topical emollient10 for managing dry, itchy, irritated, or inflamed skin.6,12 Boiled to a thick paste, oats have been used as a soothing poultice.15 Oat colloidal grain suspensions have been used for decades in the treatment of dermatitis.17 The German Commission E has approved oat straw for external application for inflammatory and seborrheic (oozing) skin disease, especially with itching.14 Oat products have a long history of use in cosmetic products to relieve irritation and itching.18 Oat is commonly used in moisturizers, facial masks, topical creams, bath soaps and gels, cosmetic gels, balms, and powders.6,7,10,17,18 Oat mucilage is used in skin creams for treatment of sunburn7 and in sunscreens.12

Modern Research

There have been many studies on the internal use of oats.19,20,21 The FDA allows the health claim that soluble fiber from whole oats, as part of a diet low in saturated fat and cholesterol, may reduce the risk of coronary heart disease.22

There are few current studies on external uses of oats. One study showed liquid paraffin with colloidal oatmeal reduced itching and antihistamine use in acute burn patients compared to liquid paraffin alone.23 Another study showed that topical pretreatment with Avena sativa extract prevented skin irritation using the sodium lauryl sulfate irritation model.24 The FDA allows colloidal oatmeal as an active ingredient in skin protectants for use as a soak, compress, or wet dressing.25 The FDA accepts the safety and efficacy of colloidal oatmeal products to temporarily protect and help relieve minor skin irritation and itching due to rashes, eczema, poison ivy/oak/sumac, and insect bites.25

Future Outlook

Oats are a specialty crop,26 comprising less than one percent of U.S. feed grain production.27 They have two increasingly significant market niches: humans and horses.5 Demand for oat products has increased due to potential health benefits for consumers, notably lowering cholesterol. Oats have traditionally been and still are a preferred feed for horses. Recreational horses are the current market influence, particularly in the U.S.5

The U.S. Department of Agriculture’s 10-year baseline projection for 2005 – 2014 predicts some rise in food, seed, and industrial use (from 186 million bushels to 196 million) with constant U.S. production and modest increases in oat imports (from 85 million bushels to 94 million).26 International trade in oats is only about seven or eight percent of world production.28 The U.S. accounts for 70-80% of imports, and Canada, Sweden and Finland together account for 80-90% of exports.28

References

1 Chevallier A. The Encyclopedia of Medicinal Plants. London: Dorling Kindersley Ltd.; 1996.

2 Van Wyk BE, Wink M. Medicinal Plants of the World. Portland, OR: Timber Press; 2004.

3 Bown D. The Herb Society of America New Encyclopedia of Herbs and Their Uses. London: Dorling Kindersley Ltd.; 2001.

4 Wood, R. The New Whole Foods Encyclopedia: A Comprehensive Resource for Healthy Eating. New York, NY: Penguin Putnam Inc; 1999.

5 Home-Grown Cereals Authority. World and EU oats update – Monday, February 4, 2002. Available at: http://www.openi.co.uk/h020204.htm. Accessed September 19, 2005.

6 Jellin JM, ed. Natural Medicines Comprehensive Database. Stockton, CA: Therapeutic Research Faculty; 2002.

7 Wichtl M, Brinckmann J. Herbal Drugs and Phytopharmaceuticals. Stuttgart: Medpharm GmbH Scientific Publishers; 2004.

8 Davidson A. The Oxford Companion to Food. London: Oxford University Press; 1999.

9 Facciola S. Cornucopia: A Source Book of Edible Plants. Vista, CA: Kampong Publications; 1990.

10 DerMarderosian A, Beutler J, eds. The Review of Natural Products. St. Louis, MO: Facts and Comparisons; 2002.

11 Onstad D. Whole Foods Companion: A Guide for Adventurous Cooks, Curious Shoppers & Lovers of Natural Foods. White River Junction, VT: Chelsea Green Publishing Company; 1996.

12 D’Amelio FS. Botanicals: A Phytocosmetic Desk Reference. Boca Raton, FL: CRC Press LLC; 1999.

13 United States Department of Health and Human Services and Department of Agriculture. Dietary guidelines for Americans 2005. Available at: http://www.healthierus.gov/dietaryguidelines/. Accessed September 19, 2005.

14 Blumenthal M, Busse WR, Goldberg A, Gruenwald J, Hall T, Riggins CW, Rister RS, eds. Klein S, Rister RS, trans. The Complete German Commission E Monographs¾Therapeutic Guide to Herbal Medicines. Austin, TX: American Botanical Council; Boston: Integrative Medicine Communication; 1998.

15 Grieve M. A Modern Herbal. Vol. 2. New York: Dover Books; 1971.

16 White L. Young and restless in America: helping distractible, hyperactive kids. Herbs for Health. October 2004;9(3):36-43.

17 Pazzaglia M, Jorizzo M, Parente G, Tosti A. Allergic contact dermatitis due to avena extract. Contact Dermatitis. June 2000:42(6):364.

18 Aburjai T, Natsheh FM. Use of plant extracts in cosmetics. Phytotherapy Research. 2003;17:987-1000.

19 Berg A, König D, Deibert P, et al. Effect of an oat bran enriched diet on the atherogenic lipid profile in patients with an increased coronary heart disease risk: a controlled randomized lifestyle intervention study. Ann Nutr Metab. November/December 2003;47(6):306–311.

20 Davy BM, Davy KP, Ho RC, Beske SD, Davrath LR, Melby Cl. High-fiber oat cereal compared with wheat cereal consumption favorably alters LDL-cholesterol subclass and particle numbers in middle-aged and older men. Am J Clin Nutr. August 1, 2002;76(2):351–358.

21 Karmally W, Montez MG, Palmas W, et al. Cholesterol-lowering benefits of oat-containing cereal in Hispanic Americans. J Am Diet Assoc. June 2005;105(6):967-970.

22 Food and Drug Administration. Food labeling: health claims; soluble dietary fiber from certain foods and coronary heart disease. Fed Regist. October 2, 2002;67(191):61773–61783.21 C.F.R. § 101.81.

23 Matheson JD, Clayton J, Muller MJ. The reduction of itch during burn wound healing. J Burn Care Rehabil. January-February 2001;22(1):76-81.

24 Vie K, Cours-Darne S, Vienne MP, Boyer F, Fabre B, Dupuy P. Modulating effects of oatmeal extracts in the sodium lauryl sulfate skin irritancy model. Skin Pharmacol Appl Skin Physiol. Machr-April 2002;15(2):120-124.

25 Food and Drug Administration. Skin protectant drug products for over-the-counter human use; final monograph. Fed Regist. June 4, 2003;68(107):33362-33381. 21 C.F.R. §§ 347.10(f) and 347.50(b)(4).

26 Economic Research Service, United States Department of Agriculture. Corn: market outlook. Available at: http://www.ers.usda.gov/Briefing/corn/2005baseline.htm. Accessed September 19, 2005.

27 Economic Research Service, United States Department of Agriculture. Key topics: oats. Available at: http://www.ers.usda.gov/topics/view.asp?T=101212. Accessed September 19, 2005.

28 Home-Grown Cereals Authority. Oat situation and outlook - Monday November 15, 2004. Available at: http://www.openi.co.uk/h041115.htm. Accessed September 19, 2005.