Kruiden / Planten van A tot Z

Naast de klassieke geneeskrachtige planten die ik bespreek in mijn kruidenmonografieën (uit het cursusboek van de opleiding) zijn er wereldwijd nog wel enkele honderdduizenden boeiende planten, waar veel over te vertellen valt. Een zeer bescheiden begin om al die andere merkwaardige plantenwezens de revue te laten passeren wil ik hier opstarten. Of ik in dit leven nog aan honderdduizend zal geraken, valt te betwijfelen maar de rest zal voor een volgend leven zijn.

Hier vind je medicinale kruidenmonografieën die NIET in het cursusboek van de herboristenopleiding besproken worden.

Acanthus mollis, een mooie plant.

De geslachtsnaam Acanthus is afgeleid van de oude Griekse plantennaam Akanthos. 'Akantha' betekent doorn of stekel. De naam verwijst naar de doornachtig getande bladeren van sommige Acanthussoorten. Maar in de Griekse mythologie is Acantha ook een nymf, die door Apollo in een stekelige plant veranderd werd. De mooie naam Beeren-klauw of Branca ursina vinden we terug bij Petrus Nijlandt (1682) , wat natuurlijk verwijst naar het mooie stevige blad.

Acanthus in de kunst

In de kunst neemt het Acanthusblad, en dan vermoedelijk dat van Acanthus spinosus in het bijzonder, een belangrijke plaats in. Het bladmotief werd veel gebruikt als ornament in de bouw- en meubelkunst. Voor het eerst toegepast in het Nabije Oosten en verder ontwikkeld door de Grieken en Romeinen, werd het vooral gebruikt ter verfraaiing van de Korintische kapiteelzuil. In de latere Byzantijnse, Romaanse en Gothische stijlen keert het motief vrijwel niet meer terug, maar in de Renaissance en de daaropvolgende klassieke stijlen wordt het weer veelvuldig gebruikt als versiering. Of het blad van Acanthus hiervoor ook vanaf het begin een voorbeeld is geweest, is niet meer met zekerheid te zeggen. Veel andere planten met soortgelijke bladvormen die in het Mediterrane gebied voorkomen, zoals verschillende soorten distels, zouden eveneens model hebben kunnen staan.

Acanthus ook medicinaal

De plant is niet echt bekend als geneeskrachtig kruid. Maar in de Oudheid had het sap toch wel een reputatie als stimulerend middel. Het werd ritueel gedronken door soldaten die ten strijde trokken. Zich letterlijk moed indronken! Plinius en Dioscorides adviseerden het sap voor een ander oorlogsprobleem, nl bij verwondingen en tegen diarree. En als ik lang genoeg zoek en alles geloof wat er in het verleden geschreven is, vind ik toch weer een waslijst van medicinale toepassingen: ontstekingswerend bij jicht, voor een verstopte en verharde milt, ‘vermurwende, verzachtende en verterende van krachten’ volgens Nijlandt, Dodonaeus en anderen. Maar laat ik het nu maar voor een keer bij die decoratieve toepassingen houden.

Soorten acanthus

Er zijn zowat 50 verschillende Acanthussoorten bekend, die niet alleen rond het Middellandse-Zeegebied te vinden zijn, maar ook in tropisch en subtropisch Azië en Afrika. Vanwege het feit dat de meeste slechts matig of in het geheel niet winterhard zijn, kan in onze klimaatzone slechts een gering aantal soorten buiten in de tuin worden gekweekt. Acanthus mollis is zo'n soort die het onder onze klimatologische omstandigheden heel goed doet. In bloei bereikt Acanthus mollis in onze tuinen een hoogte van 1 meter. In Zuid-Europa, vooral in Spanje is zij op vochtige plaatsen geen zeldzaamheid. De plant is daar een bekende verschijning langs beschaduwde, kalkhoudende spoordijken. De forse bloemstelen die tegen eind mei verschijnen, blijven tot omstreeks augustus hun sierwaarde behouden. Tussen de purpergekleurde, stekelig getande schutbladen, die rondom de bloemsteel zijn geplaatst, verschijnen de 3-5 cm lange, lichtlila gekleurde en op lipbloemen gelijkende bloeiwijzen. Een andere soort, Acanthus spinosus, is in ons klimaat ook te kweken, hij groeit eerder op droge, stenige kalkhoudende grond. Zijn thuisland is Griekenland en mogelijk is deze soort dan ook de inspiratie geweest voor de Korintische zuilen.

Decoratieve borderplant.

De forse, bruine zaden kunnen het best in april in een serre worden gezaaid. Om het ontkiemen te versnellen, kun je de zaden eerst 24 uur in lauw-warm water laten voorweken. Daarna worden de gezwollen zaden in een potje met tuingrond of turf gelegd en natuurlijk goed bedekt. De zaden, indien niet te oud, ontkiemen goed maar je moet wel een drietal weken geduld hebben. Je kan de planten ook goed als oranjerieplant houden mits je ze wel regelmatig verpot.

In mijn eigen tuin, mogelijk door het veranderend klimaat, zaaien de Acanthussen zich zelf zo maar uit en gaan ze nog net niet woekeren. Dus zeker een plant om in de tuin decoratief plezier aan te beleven. En mogelijk een mooi verhaal bij te vertellen.