Odontites sp. / Rode ogentroost

Rode ogentroost is een eenjarige halfparasiet op de wortels van grassen. De ondersoort serotinus komt vooral voor in pioniersvegetaties of in open graslanden op vochtige, matig voedselrijke bodem. Ze staat onder andere in wegbermen, in vochtige, korte, vaak vertrappelde graslanden, op braakland, langs spoorwegen, in akkerranden en in duinvalleien. Vaak groeit ze op iets verdichte bodem (bv. in rijsporen) of op opgespoten zand. Ze gedijt vooral op klei- en leemgronden, en ook wel op kalkhoudend zand. De ondersoort vernus komt voor in graanakkers, bouwland en braakland. Het is een pionier op vochtige, voedselarme en basische bodem.

Er zijn twee verklaringen voor Odontitus. Odontitus komt van Odontes (Grieks) en betekent  tanden omdat de plant zou helpen tegen tandpijn (vandaar de Duitse naam Zahntroste). Bepaalde plantenonderdelen lijken op een rij tanden. Persoonlijk vind ik deze verklaring minder duidelijk.

De naam vernus is afgeleid van Verna. Er zijn twee verklaringen voor Verna. Verna komt van Ver (Latijn) en betekent "lente" wat duidt op de vroege bloei. Verna (Latijn) en betekend "inheems". De plant komt hier oorspronkelijk vandaan

Vernus komt van de naam voor Akkerogentroost (Odontites vernus subsp. vernus. Deze plant bloeit al in Mei en Juni. De Rode ogentroost is dus een ondersoort van de Akkerogentroost. Subsp. is een afkorting van subspecies. Dit is Latijn en betekent letterlijk "onder de soort". Hiermee wordt bedoeld dat het geen losstaande soort is maar een iets afwijkende plant dan zijn/haar originele soort. Serotina (Latijn) betekent laat bloeiend. Deze plant is nog in September/Oktober te zien. Een oude/volksnaam voor deze plant is dan ook Late ogentroost.

De Engelse naam is Red Bartsia. Dit betekent rode Barsia. De naam Bartsia is door Carl Linnaeus vernoemd naar Johann Bartsch (1709-1738), een botanicus en arts (zie dit Wikipedia artikel uit Königsberg. Het geslacht telt 49 soorten maar slechts drie soorten van dit geslacht zijn in Europa te vinden waarvan twee in Engeland. Red Bartsia/rode ogentroost (Odontites vernus) en Yellow Bartsia/kleverige ogentroost (Parentucellia viscosa).

De Franse naam is Odontite rouge. is een combinatie van het eerste deel van de wetenschappelijke naam en het woord Rouge wat "rood" betekent.

De Duitse naam is Roter Zahntrost. Dit betekent "rode tandtroost". De naam Zahntrost is een verwijzing naar de mogelijke verklaring van de wetenschappelijke naam.

In Spanje kent men minstens vier namen voor elke plant. De algemene volksnaam, de Catalaanse naam (Provincie in Noord+Oost Spanje tegen de Pyreneeën aan), de Gallische naam (provincie in Noord-West-Spanje) en de Baskische naam (provincie in West-Spanje tegen de Pyreneeën aan). Ik heb de meest voorkomende algemene naam gebruikt.

De Italiaanse naam is Perlina rossa. Dit betekent "rode kraal". Waarom is mij onbekend.

De Zweedse Noorse en Deense zijn nagenoeg gelijk, Strandrödtoppa/Strandraudtopp/Strand-Rødtop. Dit betekent letterlijk "strand rode top". Het is een echte kustplant die graag in brak water groeit of zelfs in zeewater. De rode top heeft natuurlijk te maken met positie van  de rode bloemen van deze plant.

Odontites vulgaris Moench has the effect of clearing away heat, detoxification, dispelling wind, and clearing dampness. In this study, the potential anti-inflammatory compounds of O. vulgaris were investigated using ultra-high-performance liquid chromatography–mass spectrometry (UPLC–MS/MS) combined with the network pharmacology approach and further confirmed on an LPS-activated RAW 264.7 macrophage model. Monomer compounds were prepared from the active fraction using modern advanced separation and purification methods. UPLC–Q-Exactive HRMS was used to identify the chemical compounds in the active fractions of O. vulgaris. D-mannitol, geniposidic acid, salidroside, shanzhiside methyl ester, eleutheroside B, geniposide, 7,8-dihydroxycoumarin, gardoside methyl ester, arenarioside, vanillic acid, p-hydroxy-cinnamic acid, melampyroside, syringaresinol, tricin, and diosmetin were isolated from O. vulgaris for the first time. A compound database of O. vulgaris was established based on the existing literature to predict the mechanism of O. vulgaris in the treatment of rheumatoid arthritis. The results suggest that the PI3K-Akt pathway mediates O. vulgaris and deserves more attention in the treatment of RA. Finally, the anti-rheumatoid arthritis effects of the four target compounds were validated with the decreased levels of NO, TNF-α, IL-6 and IL-1β in RAW 264.7 macrophage cells treated with LPS. The present study explored the potential targets and signaling pathways of O. vulgaris in the treatment of RA, which may help to illustrate the mechanisms involved in the action of O. vulgaris and may provide a better understanding of the relationship between O. vulgaris and RA. This study provides novel insights into the development of new drugs and utilization of Mongolian traditional Chinese medicine resources.