aardbei 'Dubbele Perpetuëele'

Dubbele Perpetuëele is een doordragende aardbei bekomen door N. Gaujard in 1870-1871. "Wij hebben deze nieuwe aardbezie den naam van Dubbele perpetuëele gegeven, omdat zij de grootte dep gewone perpetuëele dikwijls driemaal overtreft. Wij hebben ze uit zaad, bij zorgvuldige keuze, van de aardbezie Janus, na zes opvolgende afstammingen gewonnen, telken maal zorg dragende de zaadkorrels uitsluitelijk op de planten te nemen die de dikste vruchten droegen. Deze nieuwe variëteit schikt zich rechtstreeks in de afdeeling der perpetuëelen, door haar helder groen gebladerte, van middelbare grootte, door hare uitnemend overvloedige vruchtbaarheid die tot tijdens de eerste vorsten aanhoudt, door den vorm en den geur harer talrijke vruchten. Te meer, wij hebben het reeds gezegd, zij spruit voort uit zes opvolgende afstammingen van devariëteit Janus, eene zeer verdienstelijke perpetuëele, waarvan zij de goede hoedanigheden op een hoogeren graad bezit.

De vrucht is groot, voor eene perpetuëele zou men zeer groot mogen zeggen, langwerpig, zelden rondachtig of somtijds den vorm van een hanenkam daarstellend, doorgaans onregelmatig in haren omtrek.

Zij heeft in haar midden eene kleine langwerpige diepte. De huid is bij de volmaakte rijpheid donker rood, met uitstaande zaadkorrels. Het vleesch is tamelijk hard, zeer fijn, zeer smeltend, donker rooskleurig; het is zeer gesuikerd en zeer aangenaam geurig.

De plant heeft een krachtigen groei en vormt een kloeken struik. Hare vruchtbaarheid is buitengewoon groot; de eerste vruchtgeving is overvloedig en zij gaat voort tot aan den winter, ook is het nuttig vóór de planting eene goede bemesting toe te dienen, om den laatsten oogst zoo schoon als den eersten te hebben." (tekst en cliché: Tijdschrif van de Boomteeltkundige Kring van België, 1871)