Grote lisdodde

  • naam: Grote lisdodde (Typha latifolia)

  • standplaats in de tuin: Op zeer natte, moerassige plaaten. In de natuur is grote lisdodde te vinden in voedselrijke, trage ondiepe beekjes, langs vijverranden en in poelen en moerassen.

  • eigenschappen: Het is een grote, forse plant met stevige wortels die zonder veel moeite dwars door een vijverfolie kunnen groeien.

  • Eetbaar: De witte binnenkant van de jonge scheuten is eetbaar, zelfs rauw.

    • Het stuifmeel van de lisdodde bloem is bruikbaar als meel (bloem) voor het bakken van een koek. Per bloem levert dat ongeveer een eetlepel meel op. Hiervoor kunnen ook gedroogde wortelstokken worden fijngemaken. In het voorjaar kunnen de jonge scheuten gegeten worden als een soort asperges.

    • De wortelstokken zijn zeer zetmeelrijk en een bron van voedsel. De wortels kunnen geschild worden. Vervolgens kan men de vezels koken, bakken, drogen, vermalen tot meel of men kan er siroop van maken door ze langzaam droog te koken. Men kan de wortels na het schillen onder water scheuren en breken om het zetmeel eruit te halen. De wortels kan men eenvoudig bakken in een open vuur, waarbij de wortelbast als een soort bescherming dient tegen het vuur. Na tien tot twintig minuten kan men de wortels openscheuren en de zetmeelrijke vezels eruit halen; deze vezels zijn direct eetbaar. Per persoon heeft men vijftien tot twintig wortels nodig.

    • De zaden van de vrucht zijn eetbaar. Het bruine pluis van de vrucht van de grote lisdodde kan men door te branden verwijderen. Daarna kan men de zaden drogen of roosteren. (bron: Permacultuur Nederland)

  • Ander gebruik: De pluis uit de rijpe bloeiwijze is heel handig bij het aanmaken van vuur. Grote lisdodde is een goede waterzuiveraar. Heel wat insecten en spinnen overwinteren in de holle stengels van lisdodde.