Moerbei

Moerbei (Morus) is een geslacht van tien tot zestien soorten die van nature voorkomen in de warm-gematigde streken en subtropische regio's van Azië, Afrika en Noord-Amerika. De papiermoerbei (Broussonetia papyrifera) is nauwverwant aan de moerbei.

De vruchten zijn eetbaar en bijzonder smakelijk en worden veel gebruikt in gebak en wijnen. Ook is er een uitstekende jam van te maken. De vruchten van de zwarte moerbei (van nature voorkomend in Zuidwest-Azië) en de rode moerbei (van nature voorkomend in oostelijk Noord-Amerika) hebben de beste smaak. De vruchten van de witte moerbei, een Oost-Aziatische soort die op grote schaal is genaturaliseerd in stedelijke gebieden in oostelijk Noord-Amerika, hebben een andere smaak, die soms wordt gekarakteriseerd als smaakloos. De rijpe vruchten, die nauwelijks verwijderbare vlekken veroorzaken, bevatten aanzienlijke hoeveelheden resveratrol, dat ook in druiven voorkomt en waarvan beweerd wordt dat het goed is tegen kanker en hart- en vaatziekten. De bast wordt wel gebruikt om papier (Xuan-papier) van te maken. De bladeren van de witte moerbei zijn ook van economisch belang omdat ze het enige voedsel zijn van de zijderups, die dient voor de zijdeproductie. De larven van andere vlindersoorten voeden zich soms ook met deze plant, bijvoorbeeld de kleine zomervlinder, de lindepijlstaart en het bont schaapje.

Moerbeien zijn meestal 2-huizig, dat wil zeggen ofwel mannelijk ofwel vrouwelijk. Maar sommige variëteiten zijn éénhuizig. Voor de vruchtzetting heeft dat echter absoluut geen belang want de moerbei is parthenocarp, hij zet dus ook vrucht zonder bestuiving.

In onze collectie: