Prei

prei 'Dikke Brabantse Winterprei'

De 'Dikke Brabantse Winterprei' of 'Gros Court de Brabant' is een Vlaams-Brabantse preivariëteit. Wij vonden vermeldingen van deze winterprei terug tot 1863 (La Maison de Campagne - Edouard Lefort)

Het Franse zaadhuis Vilmorin-Andrieux vermeldt in 1891 het volgende: "Korte en zeer winterharde prei, maar klein. De voetdiameter bedraagt slechts 2-3cm. Door zijn uitzicht, kleur en bladstand gelijkt deze op de prei van Rouen, maar hij is inferieur wat het volume betreft." (cliché: Prei Gros vert de Rouen, Vilmorin-Andrieux, 1883)

De prei wordt bij Gonthier aangeboden tot in 1957. In de catalogus van Gonthier (1957) wordt de prei als volgt vernoemd: "Ook een goede variëteit. Eerder korte, gedrongen, van onder gezwollen stengel. Is bestand tegen vorst van -8°C."

"Très-rustique et assez estimé. Tige longue de 0m11 , enfoncée en terre de 5cm, de 0,032 de diamètre, terminée par un renflement assez court, bien marqué, arrondi; feuilles bien formées en éventail, larges, d'une contexture molle, blondes et ne semblant pas comme cassées en se repliant, ainsi que cela a lieu dans le Poireau long." (Les semences - Monnier - 1873)

prei 'Geant de Vennes'

Géant de Vennes was een Luiks winterpreiras dat in 1933 werd ontwikkeld door het zaadhuis J. Belot en die werd genoemd naar de straatnaam waar de kwekerij was gevestigd.

Deze prei zou alle eigenschappen hebben gehad van de prei 'Monstrueux de Liège' en kon een totale lengte bereiken van één meter met een lang, wit gedeelte van 30cm. Ze waren zeer winterhard. (cat. Belot, 1934)

prei 'Gros d'Hiver de Liège'

Dikke Groene Winterprei van Luik, Monstrueux de Liège of Gros Vert d'Hiver de Liège is een Belgische preivariëteit van omstreeks 1924.Het is een introductie van het zaadhuis Belot uit Luik met een grote voet en zeer grote bladeren. (cat. E Belot, 1934-1954) De introductie 'Dikke Groene Winterporei van Luik' door de Gonthier-firma lijkt sterkt op die van Belot uit Luik. (Guy Dirix)

"Donkergroen van kleur is dit ras steeds door uitmuntende moeshoveniers verbeterd, onder alle opzichten aan te bevelen. Zij biedt het groote voordeel aan, niet tegenstaande de grote ontwikkeling dat zij bereikt, aan strengste koude te weerstaan." (cat. Gonthier, 1924-1955)

prei 'Gros Vert d'Hiver de Huy'

De prei 'Gros Vert d'Hiver de Huy' of de 'Dikke Groene Winterprei van Hoei' werd ontwikkeld door de zaadfirma Gonthier uit Hoei in België omstreeks 1874. "Sedert eene halve eeuw in onze teelten uitgelezen, is zij de beste winterporei geworden. Vroeg geplant, wordt zij lang en dik en weerstaat goed aan de koude. Laat geplant, overwintert zij zondert schade en groeit voort tot in mei zonder op te schieten." (Catalogus Gonthier, 1924) Deze preivariëteit wordt tevens vermeld in de catalogus van Perwez (1905) en E. Belot (1954).

prei 'Jaune de Poitou'

De zomerprei 'Gros Jaune de Poitou' of 'Yellow from Poitou' is een oude preivariëteit uit 1853 (Journal of the Royal Horticultural Society of London) uit de regio Poitou-Charentes, Frankrijk.Het is een mooie en vroege prei voor een oogst in de herfst. Anders dan de veelal blauwgrijze kleur is deze prei mooi geel.

De bladeren kunnen tot 15cm breed worden. De stam en bladeren verbleken tijdens het groeiseizoen van groen naar goudgeel. De smaak is opvallend milder dan bij andere variëteiten.

Deze traditionele prei uit West-Frankrijk is een snelle groeier. Wanneer ze op de goede moment worden gezaaid zijn ze net voor de winter oogstklaar. Tegen die tijd zijn het dikke, korte preien geworden. Hij is minder vorstresistent dan de echte winterpreien.

prei 'Lange Vlaanderse Winterprei'

De 'Lange Vlaanderse Winterprei' of 'Long d'Hiver des Flandres' wordt voor het eerst vermeld in de catalogus van Colard in 1909.

"Bestand tegen droogte en vorst. Ontwikkeld zich snel en geeft een uitstekende opbrengst." (cat. Gonthier, 1957) Hij is heden verdwenen.

prei 'Reus van Nagels'

De verdwenen winterprei 'Reus van Nagels' of 'Géant de Nagels' was een Belgische preivariëteit van omstreeks 1933.

"Een buitengewoon groote, dikke porei, goed winterhard. Hij vraagt om tot volledige ontwikkeling te komen, een goede bemesting." (cat. E. Nagels, 1933)