Peer 'Emile d'Heyst'
Synoniemen
Emile d’Heyst, Beurré d’Esperen
Herkomst
Omstreeks 1845 gewonnen uit zaad door Majoor Esperen te Mechelen en genoemd naar Emile Berckmans van Heist-op-den-Berg, die in de Verenigde Staten belangrijke boomkwekerijen stichtte en er de variëteit bekend maakte.
Gelijkende soorten
?
Boom
Middelmatige groeikacht en aanvankelijk een trage ontwikkeling. Gewone maar redelijke vruchtbaarheid.
Vrucht
Vorm: Middelgroot, lang ovaal tot afgeknot peervormig, vrij onregelmatig van vorm, licht hobbelig oppervlak, middenbuikig.
Steel: Recht ingeplant, middelmatig lang, dun en eindigend in knotsvormige verdikking.
Schil: Fijn, dun, iets ruw, groengeel tot bronskleurig, vlekkig, bruingestippeld.
Vlees: Geelwit, vast, fijn, zeer saprijk, smeltend, iets zoet-rins met aangenaam aroma.
Rijpt: Begin oktober.
Gebruik
Vooral interessant voor de verse consumptie als tafelpeer van eind oktober tot eind november. De vruchten hebben een uitstekende eetkwaliteit. De vruchten kennen een zeer goede natuurlijke bewaring
Opmerking
Emile d’Heyst eist voedzame grond, bij voorkeur zware kleigrond en is ongeschikt voor lichte grond. De variëteit stelt hoge eisen aan de voeding en de snoei. De perelaar maakt zeer veel kort vruchthout, wat regelmatig gedund moet worden. De vrucht zit zeer vast aan het hout en is moeilijk te oogsten, omdat de stelen dikwijls afbreken.
Bronnen
Le Verger, Alphonse MAS, T.3b Poires d'automne, 1867
Dictionnaire de Pomologie, André Leroy, T.2 Poires D-Z, 1867
Peer 'Emile d'Heyst', Wageningen library