Aardaker

naam: Aardaker, Hollands Muisje, Aardnoot, Tarnoten, Gesse tubereuse, Marron de Terre, Souris à

queues...

type: Knolgewas.

oorsprong: Komt in ons land voor in het wild, vooral op kalkrijke, ruderale plaatsen. Aardaker is echter niet algemeen. Onze aardaker werd gekweekt uit zaad dat we verzamelden van een plant te Sint-Pieters-Voeren (Voeren, België) in 2011.

eigenschappen: De aardaker is een meerjarig winterhard knolgewas. De plant krijgt mooie, aangenaam ruikende, paarsroze bloemen. Vroeger werd deze plant veel als groente gegeten en zelfs uitgevoerd naar Frankrijk. Deze klimplant is bovendien een goede natuurlijke grondbemester. De knolletjes worden als aardappels gekookt of net als tamme kastanje’s gepoft. Ze kunnen ook tot plantaardige olie verwerkt worden. De bloemen, jonge scheuten en zaadpeultjes zijn ook eetbaar.

De opbrengst is eerder klein maar de knolletjes zijn wel lekker en gezond.

Het is een zeer oude groente die vooral populair was in de periode van Dodoens, Fuchs en Clusius (16de eeuw) om stilaan te verdwijnen begin 19de eeuw. Rond 1840 neemt Charles Morren de taak op zich om deze aardnoot opnieuw te verspreiden en raadt elke liefhebber van lekkere groente aan deze aardnoten opnieuw te telen. Een zeer uitgebreid artikel van Charles Morren vinden we terug in

'Annales de la Société Royale d’Agriculture et de Botanique de Gand: Journal d’Horticultue et des sciences accessoires' (Gent, 1848)

'...De Lathyrus tuberosus groeit in elke grond met weinig zorgen, geeft prachtige rode, rose of witte bloemen die bovendien licht geuren, en in de herfst wordt men beloond met lekkere knolletjes...'

'Hare lange grijs zwartachtige langs binnen witte wortels, aan lange draden hangend, leveren eene aangename spijze, den smaak van kastaniën gelijkende.'

(Emiel Rodigas, 1871 in ‘De Burgerlijke Moestuin’)

teelt:

- zaai: in maart-april 4-5 zaadjes in een kuiltje van 5cm doen op vochthoudende, kalkrijke grond

- aanaarden als de planten 15cm hoog zijn (vergemakkelijkt de oogst) en langs rijshout of een gaas laten groeien

- oogsten voor het begint te vriezen, de geoogste knolletjes kunnen in goede omstandigheden een paar maand bewaren. Een deel van de knolletjes kan gewoon blijven zitten en zal het volgende jaar weer uitkomen