peer 'Josephine de Malines'

Synoniemen

Joséphine de Malines

Herkomst

De peer 'Joséphine de Malines' werd in 1830 door Majoor Esperen uit Mechelen gekweekt en naar zijn vrouw, Joséphine vernoemd.

Anders dan Van Mons zaaide majoor Esperen op goed geluk fruitzaden uit in zijn tuin, die op den duur meer op een bos begon te lijken. Deze toevalszaailingen leverden echter enkele uitzonderlijke soorten op, zoals deze kleine maar exquise peer.

Gelijkende soorten

?

Boom

Redelijke groeikacht maar trage ontwikkeling. Gewone productiviteit.

Vrucht

vorm: De vrucht is klein, tolvormig, effen en dikwijls asymmetrisch.

steel: Vrij kort en dik, zelden gebogen. Verdikt, vooral aan de basis. Ingeplant in een kleine holte.

kelk: Klein, open en rond.

schil: Redelijk rus, citroengeel bij rijpheid. Grijs en heldergeel gestipt. Roestig rond de steel en de kelk.

vlees: Witgeel tot zalmroze, zeer fijn, zeer zacht, zeer sappig en zoet. Aromatisch. Uitstekend in alle facetten.

Gebruik

Deze peer komt pas vanaf januari echt op rijpheid en is rijp houdbaar zonder meteen beurs te worden. Pas na bewaring komt het fijne, sappige vruchtvlees op zijn toppunt om van te genieten. Deze peer wordt vooral gewaardeerd als dessertpeer in de winterperiode. Het is daarmee één van de weinige wintertafelperen met een groot aanplantgebied. Gedijt het best op voedselrijke grond die voldoende vochtig is. Een warme bodem en een warme standplaats bevorderen de kwaliteit van de vruchten.

Opmerking

Volgens diverse auteurs was én is Joséphine de Malines één van de beste (winter)peren.

Joséphine de Malines is een ‘tipdrager’ wat betekent dat de vruchten op het einde van de twijgen gevormd worden.

Bronnen

Le Verger, Alphonse MAS, T.3b Poires d'automne, 1867

Dictionnaire de Pomologie, André Leroy, T.2 Poires D-Z, 1867

Pomone Tournaisienne, Dumortier, 1869

Michiels G. - 50 Variétés de Poires d'Elite - 1892

Litho: Gaucher, Nicolas, Pomologie des praktischen Obstbaumzüchters, 1894

"Fruit: Mûrissant en janvier et février, moyen, exquis. Chair saumonnée, très fine, très beurrée, très juteuse, très sucrée et parfumée. C'est un fruit délicieux hors ligne aussi remarquable que les gains d'Hardenpont et qu on ne saurait assez multiplier." (Pomone Tournaisienne, Dumortier, 1869)

"Deze uitmuntende variëteit die door hare late rijpwording nog kost barer is werd ook door den majoor Esperen gewonnen. De boom die haar voortbracht gaf zijne eerste vruchten in 1830 M Bivort verhaalt dat men op het punt was denzelven te verliezen vooraleer men de goede hoedanigheden dezer soort had kunnen schatten of ten minste eer dat men ze had kunnen verspreiden want schier versmacht in eene dichte planterij stierf de stam weinig tijds na de eerste vruchtgeving en het is met moeite dat de eigenaar eenige greffels kon overhouden De Joséphine schijnt iets behouden te hebben der kwijningen die zij in hare jeugd heeft onderstaan Haar hout is mager en toont op verre na die struisheid niet aan die men verlangt bij boomen tot de uitgestrekte kultuur geschikt Ook werd deze soort in het begin meest als leiboom voor de oost en westzijde aanbevolen Men heeft ze ook voor den pyramiedvorm aangeraden alhoewel de boom er weinig voor bestemd zij en dat hij daarenboven laat op vrucht zet Heden zijn er boomkweekers die hem uitslu itelijk als vollenwindboom begeeren mits hem eene beschutte standplaats te verleenen Hierin zelfs overdrijft men misschien nog de zwakheid dezer soort Wat ons zulks doet vermoeden is dat wij in September 1869 weinige dagen na de schrikkelijke stormen die aan al onze boomgaarden zooveel schade toebrachten de gelegenheid hadden eenen boom van Joséphine de Malines te zien die nog al zijne vruchten droeg en zij waren zoo talrijk als de bladeren door het onweder aan den boom gelaten terwijl al de andere peersoorten niet éene enkele vrucht hadden behouden Wel is waar dat de tuin met muren omgeven was maar al de andere boomen des tuins waren toch eveneens beschut Deze daadzaak heeft ons beslissend toegeschenen en wij treden volgaarne bij de 51 leden van den Leeraarskring die hunne stem aan die variëteit gegeven hebben welke onder het opzicht der hoedanigheid algemeen als eene der beste aanzien wordt

Vrucht middelmatig tamelijk regelmatig zoo breed als lang breed schroefachtig tegen het oog Vel dik glad helder geel licht met grauw bruin gespikkeld Oog klein open met korte zwarte verdeelingen

Steel middelmatig houtachtig iets vleesachtig tegen de vrucht groenachtig bruin

Vleesch rooskleurig zeer fijn zeer saprijk en aangenaam van geur

Zij rijpt in December en Januari De rijpwording kan verlengen tot in April volgens de Annales de Pomologie

Weinige vruchten zegt M Royer houden zich zoo wel in de fruitkamer Men kan ze daar zeer lang in volle rijpheid bewaren zonder eenige schade te vreezen De boom heeft eene middelmatige groeikracht Zijne vruchtbaarheid neemt met de jaren toe Men mag hem zoowel op kwee als op wildeling griffelen doch voor den vollen wind behoort men enkel dezen laatsten te gebruiken." (Tijdschrift van den leeraarskring tot volmaaktere boomteeltkunde in België, Volume 1, 1869)

"Waarde wedijveraar van Van Mons ging de majoor Esperen niet zooals hij volgens een stelsel te werk hij bepaalde zich enkel met de kernen van goede peren op te zamelen en met zijnen hof te Mechelen vol wildelingen te planten zoodat deze een ware bosch geworden was Reeds tijdens zijn krijgsleven had hij beginnen te zaaien en hij hield niet op zoolang hij leefde Indien hij de lijsten niet als Van Mons door een groot getal namen verrijkt heeft men is hem toch eene zeer merkwaardige reeks van peren van eersten rang verschuldigd" (Annales de Pomologie, datum?)

"FRUIT par paire et en trochet rarement solitaire très bien attaché à l arbre inodore même à l époque de la maturité à surface unie aplati du côté de la tête affectant rarement une autre forme que celle de Calmar aussi haut que large sa hauteur est de sept à huit centimètres et son diamètre égal ou en rencontre souvent de plus petits et rarement de beaucoup plus gros sauf en espalier dans les sols de toute première nature. CHAIR blanche jaunâtre teintée rose fine fondante eau abon dante très sucrée très parfumée excessivement suave."

(Pomologie de la France V.2 - 1864)