erwt 'Corne de Bélier'

Corne de Bélier, Blanc à grandes cosses, Crochu a large cosse, Pois Faucille (=sikkel) of Ramshoorn is een oude, klimmende erwt (tot 2m hoog) uit Frankrijk? van voor 1785. Opvallend is dat ze voor 1800 vooral als 'Pois Faucille' wordt vernoemd. Pas na 1800 verschijnt de naam 'Corne de Bélier' en hoe later de erwt wordt vermeld hoe meer deze nieuwe naam wordt gebruikt. Omwille van de dikke peulen en de bijzondere opkrulling van de erwt is de naam 'Corne de Bélier' ook sprekender. Bovendien gebruikt Vilmorin (1891) de naam Pois 'Faucille' ook als synoniem voor de erwt 'Serpette d'Auvergne'. Voor 'Corne de Bélier' vernoemt Vilmorin trouwens ook een waslijst aan synoniemen op: Pois gourmand blanc à large cosse, pois Saint-Quentin, sans parchemin grand à fleur blanche, Géant de Beaulieu, Lyonnais à rames, Sans parchemin de Brauère en Crochu à Large cosse.

Over de oorsprong tasten we in het duister. In de Dictionnaire des jardiniers werd in 1785 het volgende vermeld: "Le pois 'faucille' est beaucoup plus commun en Hollande qu en Angleterre. C'est l'espece qu on y cultive le plus, mais en Angleterre il n y a que les curieux qui en conservent pour leur propre table et l'on en porte rarement au marché." (Dictionnaire des jardiniers, Miller, 1785) Moeten we de oorsprong misschien zoeken in één van de synonieme, van Vilmorin? Saint-Quentin ligt in noord Frankrijk terwijl Lyon in het zuiden ligt. Waarschijnlijk is de erwt in de loop der eeuwen zo verspreid geraakt dat de exacte oorsprong verloren is gegaan.

De grote en zoete peulen werden blijkbaar ook door de vogels erg gesmaakt. "Les oiseaux sont si friands de cette espece que si on ne les empêche pas d'en approcher. Ils dévorent souvent la récolte entiere."

De grote peulen zijn zoet en kunnen zo of gestoofd worden gegeten. Door hun bijzondere vorm doen ze denken aan de hoorn van een ram.

"'Blanc à grandes cosses', 'Cornes de bélier', 'Pois faucille' veel met onze krombekte peulen overeenkomende heeft zeer groote gebogene en malsche schokken bereikt eene aanzienlijke hoogte draagt mild doch is laat" (Groot warmoezeniershandboek, 1855)

Misschien wel het meest opmerkelijke is dat deze zeer oude, uitzonderlijke erwt toch verdween in de loop der jaren. Dat neemt niet weg dat ze steeds werd vermeld in boeken en tot op heden wordt aangeboden door zaadfirma's maar bij het bestellen van zaden bleek het steeds om andere soorten te gaan. Veelal waren de peulen gewoon recht in plaats van gebogen, soms waren de bloemen zelfs paars. Na jaren zoeken vonden we in het najaar van 2015 de echte 'Corne de Bélier' eindelijk terug in de genenbank van de USDA. Eindelijk hadden we de echte 'Corne de Bélier'! Met witte bloemen, planten tot 2m hoog, peulen tot 12cm lang en mooi gebogen zoals het hoort. De aanhouder wint.

erwt corne de bélier - Vilmorin-Andrieux_1883

Erwt Corne de bélier - Vilmorin-Andrieux 1904

erwt Corne de Bélier - VA 1871