Reünie april 2018

"In de Wildeman"

De vooruitzichten op een grote opkomst waren niet hoopgevend. Ondanks het principe “we zien wel wie er aanschuift” meldden zich enkelen op voorhand af. De email “donderdag 12 april” deed bij sommigen geen lichtje branden en zelfs  waren erbij, voor wie het in ‘t geheel niets zei. Tekst en uitleg zorgde voor nòg meer afzeggingen. De dag vóór de reünie meldde Frits zich af, maar hij had wel een stand-in geregeld, nl. een collega amateur die een jaar na ons op 688 was gekomen.

Bij binnenkomst in “In de Wildeman” blijk ik niet de eerste te zijn, want Jan Manni is al bezig een zitplaats uit te zoeken. Ook hij blijkt niet de eerste te zijn, want iemand , die  even een broodje is gaan halen, is hem vóór geweest. Deze bierproeverij heeft nl. geen broodjes op de kaart staan. Degene die middels een broodje een bodempje heeft gelegd, blijkt Herman Vacano te zijn. De eerste drie zijn binnen!

Jan en ik buigen ons over de menukaart afdeling “hapjes” en besluiten beiden naast het eerste vaasje bier een portie gehaktballetjes van Babs te nemen als bodem voor verdere vloeibare consumptie. Niet lang daarna sluit Joop Borghmans zich bij ons aan. Een bodempje hoeft hij niet meer aan te leggen, want dat heeft hij middels een harinkie al gedaan na zijn vaste bezoek aan café “In ’t Aepjen”, gelegen  op Zeedijk 1.  Voor hen die het nog niet weten, vertelt Joop de geschiedenis van deze in een houten pand gesitueerde horecagelegenheid.

   In de VOC tijd logeerden hier voornamelijk zeelieden, die soms hun drankrekening met meegebrachte apen betaalden. Deze aapjes zaten meestal onder de vlooien, dus iedereen die in
“In ’t Aepjen” had gelogeerd kwam krabbend van de jeuk naar buiten. Hieraan  heeft het café zijn naam te danken en is de uitdrukking “in de aap gelogeerd zijn”  ontstaan.

Met de binnenkomst van Joop verandert de gebezigde taal zich enigszins. Jan en Joop converseren in een mengeling van Nederlands, Grieks en Latijn. Als geboren Amsterdammers hadden ze zich ABN aangeleerd en – alsof dit nog niet voldoende was – hebben ze zich daarna op het Grieks en Latijn gestort.  Jan, die na te zijn geslaagd niet is gaan varen, studeerde aan de wal en Joop deed dit tussen alle drukke bezigheden als R/O aan boord.

Nadat is vastgesteld dat de naam Manni afgeleid is van het Latijnse manibus (hand), wordt de afkomst van de twee niet zoveel voorkomende namen Manni en Vacano behandeld. Beide namen blijken uit Italië afkomstig te zijn.  Vacano zou afgeleid kunnen zijn van het Italiaanse woord voor koe, vacca (ook mucca), en zou evenals de naam Manni in de middeleeuwen via Oostenrijk naar o.a. Duitsland en Nederland zijn gekomen. Vacano blijkt zelfs in de V.S. voor te komen.

Intussen groeit het kwartet niet uit tot een quintet of zelfs sextet en kijken wij tevergeefs naar de ingang bij binnenkomst van elke nieuwe dorstige klant. Vooral het wegblijven van Wim van Slooten baart ons zorgen, want voor Wim zou er elke maand wel een reünie kunnen plaatsvinden. Ook  de mystery guest van Frits is nog niet komen binnen wankelen.  Tegen half drie houdt Herman het voor gezien, maar vóór hij zich richting uitgang begeeft, verschijnt er een RK6A-petje in de deuropening. Wim had zich verslapen, maar was desondanks richting Amsterdam vertrokken voor een Belgisch biertje, whiskytje en een babbeltje. Héél eventjes zijn we met z’n vijven!

We bestellen nog wat gehaktballetjes, kaas,  nootjes en biertjes en gaan vrolijk verder met z’n vieren. Om aan alle misverstanden een einde te maken, herhalen we nogmaals dat toekomstige reünies zullen worden gehouden op de tweede donderdag van de maanden april en oktober. Gezien de (zeer) matige opkomst van vandaag zou het kunnen, dat niet iedereen gecharmeerd is van deze nieuwe opzet. Misschien moet er middels een rondvraag worden uitgezocht of men toch liever de oude regeling verkiest boven deze nieuwe manier van “reünieren”.

Na ettelijke vaasjes Brand vinden we dat het tijd wordt voor een wat steviger aanpak. Jan volhardt in vazen bier, maar de overige drie wagen zich aan de whisky. Wim en Joop zweren natuurlijk bij Laphroaig, een naar turf ruikende/smakende malt, maar omdat ik in mijn jeugd al zoveel leed heb meegemaakt op de turfeilanden van de Vinkeveense Plassen, prefereer ik een eerlijke Glenlivet. Het afrekenen na afloop van de reünie gaat nu anders dan bij de vorige reünies, toen penningmeester Frits dit voor zijn rekening nam. De Britse bardame vindt het onthouden van onze namen met de respectievelijke consumpties geen enkel probleem en noteert driftig alles wat ze aan Jan, Wim, Joop en Arie voorschotelt.

Langzamerhand komt het woord diner aan bod en om ca. half zes besluiten Jan en Joop ergens een hapje te gaan eten alvorens richting huis te treinen. Wim en ik besluiten nog een rondje whisky te nemen voordat we wat vast voedsel gaan nuttigen. Mijn keuze voor Glenlivet blijkt achteraf nog een voordeeltje op te leveren, want bij het brengen van het volgende rondje whisky wordt mij meegedeeld, dat dit een “Amsterdammertje” voor mij is. Dit blijkt een ca. half gevuld glaasje te zijn met een drankje, waarvan de voorraad is uitgeput. Weer wat geleerd op de oude dag.

Omdat ook de magen van Wim en mij beginnen te knorren, besluiten we te gaan afrekenen en een eet tent te zoeken waar vis wordt geserveerd.   Op de Nieuwendijk vinden we  Italiaans restaurant “La Madonna” met vis op de kaart. Volgegeten en voldaan spoeden we ons richting Centraal Station, waar ieder zijn eigen perron opzoekt. Tot in oktober!

          Startpagina                Reünies