Reünie september 2013

Nadat Herman de Jonge en ik hadden besloten om na het organiseren van vier reünië’s de toorts door te geven, bleek dat we dat ding niet zo één, twee, drie kwijt raakten. Na wat telefonisch overleg besloten we de hand over het hart te strijken en ook deze keer te proberen een zo groot mogelijk aantal mensen bijeen te krijgen. Hiertoe verzochten wij allen eventuele verhinderdata op te geven, wat resulteerde in de datum 26 september. Jammer genoeg moesten we hiermee Herman Vacano teleurstellen.

Als gevolg van het stijgen der jaren vreesden wij echter dat deze ontzettend zware werkzaamheden ons te veel zouden worden en vonden wij Joop Borghmans bereid ons “team” te komen versterken. Ook Frits van Dillen bleek als onbezoldigde kracht zijn kennis en ervaring te willen aanwenden.

Na een oproep tot eventuele aanwezigheid op de komende reünie kwamen enthousiaste toezeggingen en helaas ook een afzegging. Wegens gezondheidsredenen moest Karel Sawade verstek laten gaan. Jim van Lawick hield om dezelfde redenen een slag om de arm en zou er later op terugkomen. Peter Visser was in juli al vanuit Spanje over gekomen  en vond dit voorlopig genoeg.

De volgende personen konden op donderdag 26 september aanwezig zijn:

Joop B, Frits van D., Bertus de J., Herman de J., Leo K., Bob P., Arie van de R., Wim van S., Arthur S., Hajo S., Henk T. en Henk W. Dit 12-tal zou eventueel worden uitgebreid met Jim van L.

Zaak was nu om een geschikte locatie te vinden. Rekening houdend met de immobiliteit van Bertus oriënteerden we ons op potjes-bier locaties op de Amstelveense Weg. Frits en ik beoordeelden onafhankelijk van elkaar de etablissementen De Veranda en De Bosbaan als ongeschikt. Teveel junkfood, teveel plastic meubilair en teveel kindergeschreeuw!

Bleef over Café Anno 1890 op de grens van Amsterdam en Amstelveen, waar ik in het grijze verleden al eens met Bertus wat bier had genuttigd. Herman de J., Joop B. en ik zouden daartoe een dag uittrekken om deze locatie te “keuren”.

Herman moest wegens omstandigheden afzeggen, zodat Joop en ik deze zware taak moesten volbrengen. Om de feestvreugde te verhogen ging ik eerst bij Bertus langs en stelde hem voor een pintje te vatten in “1890”, zonder dat hij afwist van Joop’s aanwezigheid.

Groot was zijn verbazing toen hij Joop ontwaarde, die op zoek was naar een vrij tafeltje vóór het café. Na wat drankjes en gekeuvel ging Bertus vermoeid in zijn scoot-mobiel huiswaarts en Joop en ik zetten het bier testen voort alvorens een keuze uit de uitgebreide menukaart te maken. De door ons uitgekozen “1890 burger” konden we beiden niet weg krijgen en zouden we tijdens de reünie beslist niet nogmaals bestellen. Nadat ook het toilet meerdere malen door ons was gekeurd, besloten we een tafel voor ca. 13 man te reserveren. 

 een bruin interieur            
 senioren urinoirs 

Frits was intussen bezig Bertus van Meeteren te traceren, maar het spoor liep dood bij Bureau Wijsmuller, waar Bertus heeft gevaren. Een poging mijnerzijds via dezelfde invalshoek leidde ertoe, dat ik in contact kwam met een oud-medewerkster van Wijsmuller, waarmee Bertus op de telexkamer heeft gewerkt. Zij beloofde informatie in te winnen bij oud-collegae van haar, maar ook dit spoor liep dood. De zoektocht naar Frans Ottevanger bracht via een oud-collega van mij, die met Frans op PCH had gewerkt, aan het licht, dat Frans intussen was overleden.

Een herhaalde oproep van Herman aan Louis Ackens resulteerde in nòg een afzegging wegens gezondheidsredenen. Hij wenste ons een prettige reünie toe en zei te hopen er volgend jaar wel weer bij te zijn. Jim van Lawick meldde dat hij aanwezig zou zijn, zodat het definitieve aantal reünisten op dertien kwam. Enkele dagen voor de reüniedatum kwam er toch nog een afzegging; wederom om gezondheidsredenen. Henk Willekes was voor langere tijd opgenomen in het ziekenhuis, meldde zich af en wenste ons een gezellige reünie. Hiermee kwam het definitieve aantal op twaalf aanwezigen.

Op de zonnige 26e september haalde ik tegen kwart voor twaalf Bertus op en reed hem in z’n rolstoel naar 1890, waar wij als eersten arriveerden. Er was een lange tafel voor ons in gereedheid gebracht gesitueerd tussen twee bars. Van de dorst zouden we dus niet snel omkomen. Niet lang daarna verscheen Frits van Dillen en begon ook de rest binnen te druppelen. Vóór zijn plaats in te nemen begon Frits enkele “R/O-attributen” op de lange tafel uit te stallen, zoals daar zijn een uniformpet, een seinsleutel en een aantal epaulet-strepen.

Toen er negen aanwezigen waren, stokte de toeloop even. Nadat ook Wim van Slooten en Arthur Spee waren aangeschoven, was het wachten op Jim van Lawick. Henk Tromp was intussen ongemerkt begonnen iedereen op de gevoelige plaat vast te leggen.                            

 Bertus de Jong 
Joop Borgh-mans  
Frits van Dillen
Arthur Spee
 Arie van de Ruit
Hajo Steegstra
Herman de Jonge
Wim van Slooten
  Henk Tromp 
 Leo Knotten-belt  
 Bob Peters

Na een kopje koffie o.i.d. begonnen de verhalen al snel weer los te komen en toen de eerste biertjes op tafel verschenen leek het wel of de reünie van 2012 geluidloos was overgegaan in die van 2013. Omdat we intussen het middaguur al aardig achter ons hadden gelaten, gingen er stemmen op om te gaan lunchen. Voorafgegaan door Frits (heel erge honger) vlogen de diverse belegde broodjes, uitsmijters e.d. over tafel, door de een weggespoeld met een kopje koffie, door de ander met een kleintje, fluitje of vaasje Amstel bier. Joop aarzelde nog tussen een vaasje en een pint, maar besloot rustig te beginnen met een vaasje. 

Wat “Hallo Bandoeng” van Dillen eerder wèl lukte, nl. vanuit Kootwijk telegrafisch QSO maken met Malabar, lukte deze keer niet. Hij had nl. het plan opgevat om d.m.v. zijn I-pad “eyeball-to-eyeball” QSO te maken met de I-phone van Henk Willekes in het ziekenhuis, om hem zodoende toch enigszins aanwezig te laten zijn. De I-phone bleek echter verboden speelgoed te zijn voor de patiënt. Niet uit het veld te slaan maakte Frits een start met een ander idee van hem: het vertellen van bijzondere ervaringen
tijdens de carrière op zee.

                                                                                                   

Ervaringsdeskundige Frits

Frits’ bijdrage ging over de bijzondere ervaring van op een woeste oceaan begrijpen, dat we maar een klein onderdeel van het geheel zijn, die de oceaan toestaat hem te bevaren.

Als volgende onthulde Herman, waarom hij zo uniek is. Hij is nl. de enige persoon ter wereld met drie certificaten radiotelegrafist tweede klas. Een droge copie, een natte originele en een Liberiaanse. Door een foute inschatting op de kippenloop arriveerde Herman als een verzopen kat aan de overkant, waardoor het in zijn binnenzak zittend certificaat kletsnat was geworden. Na te zijn opgedroogd legde hij het kreukelige geheel onder zijn matras om het ding weer toonbaar te maken. Herman begon toen al vergeetachtig te worden, want hij had het certificaat nodig bij een op handen zijnde stationsinspectie te Willemstad. Waar is dat ding? Geen nood; RH-inspectie had, uit ervaring wijs geworden, blanco certificaten in voorraad en het probleem was opgelost. Bij het afmonsteren kwam het origineel weer tevoorschijn nadat de hut van de R/O door een bediende geschikt werd gemaakt voor Herman’s aflosser. Zijn derde exemplaar verkreeg hij op de Liberiaan Philine/4LYJ.


 Henk's fruitschaal gefabriceerd uit een stuk losgeslagen houten reling

Om zijn hut wat op te vrolijken had Henk op een wandeling langs de vele mooie Venezolaanse stranden wat cactussen meegenomen. De cactussen hadden echter wat zand nodig in de lege boterblikken en daartoe ging hij gewapend met een schepje en een blik wat zand verzamelen tussen de pijpleidingen niet ver van het schip. Dat mysterieuze gedoe trok de aandacht van een patrouille Guardia Civil en niet lang daarna werden er meerdere pistoolmitrailleurs op hem gericht in de veronderstelling dat hier sabotage werd gepleegd. In zijn beste Spaans en handgebaren probeerde hij duidelijk te maken dat hij zand voor zijn cactussen aan het scheppen was. Z’n verhaal werd geloofd, temeer daar ze hem eigenlijk maar een ongevaarlijke dwaas vonden. Dat was Henk echter wel gewend; marconisten werden aan boord vaak als dwazen gezien.                                      

Hajo kwam met een ervaring uit de praktijk. Hij had nl. aan boord van de Cinulia op de Zuid-Atlantische Oceaan een XXX moeten uitzenden i.v.m. een ernstig zieke opvarende, die slechts door een operatie te redden was. Het dichtstbijzijnde radiostation St. Helena Radio/ZHH was echter HX en reageerde dus niet. Via een SVC aan Scheveningen Radio werd ZHH verzocht uit te luisteren, waarna de verbinding tot stand kwam en de patiënt op dat eiland kon worden afgezet. Het eiland werd aangelopen middels een in een rij opgesteld aantal auto’s met groot licht aan, waarna de patiënt kon worden gedebarkeerd. 

Ook Leo’s bijdrage werd ademloos aangehoord. Hij had kort geleden een bezoek gebracht aan het Marconimuseum op Cape Cod, waar vooral veel aandacht werd besteed aan de ramp met de Titanic met 1522 slachtoffers. De grootste maritieme ramp was echter het torpederen in 1944 van de Junyo Maru, waarbij 5620 mensen om het leven kwamen waaronder 1380 Nederlandse krijgsgevangenen.  Verder werd hem op de Oranjestad door een hofmeester meegedeeld, dat hij niet met passagiers mocht praten en zijn aversie tegen de KNSM nam groteske vormen aan, toen een kapitein van de Helicon meende het aantal woorden van een door hem aangeboden MSG alvast maar in te vullen. Hierbij werd door hem de woorden “drinking water” samengevoegd tot “drinkingwater”, hetgeen Leo meende te moeten corrigeren. Dat kwam nooit meer goed tussen die twee.  

Mijn bijdrage werd slechts door een enkeling gehoord. Ik dacht nl. dat ik de mooiste vrouw van de wereld aan boord van de Parthenon te Santa Marta, Colombia had gezien in de gedaante van een bedel non en dat ik nooit meer zo iets moois zou tegenkomen. Edoch in 2012, 51 jaar later en zappend thuis op de bank, keek ze me weer recht in de ogen.  

   Het regelmatig bestellen van fluitjes, vaasjes e.d. ging onverminderd door en de eerste schaal borrelhapjes verscheen op tafel. Henk moest razendsnel reageren om er nog een aanvaardbare foto van te maken, want de toespraken en het aantal biertjes maakten hongerig.

Tegen half vier gaf Bertus aan naar huis te willen en Herman en Joop werden bereid gevonden hem naar zijn appartement in de buurt te rijden. De glazen werden weer eens gevuld, waarbij het me opviel dat Frits en Wim andersoortige bestellingen deden. Nieuwsgierig als ik ben, nam ik eens poolshoogte. De heren dronken al geruime tijd De Koninck (5,2%). Verder waren voorradig Straffe Hendrik Quadrupel (11%), La Chouffe Blonde d’Ardenne (8%), Brugse Zot Dubbel (7,5%) en tot slot Wieckse Witte (5%). Wim bleek in staat mij over te halen eens een De Koninck te proberen. Ik was er al bang voor, want dit was het op één na smerigste biertje dat ik ooit heb gedronken. Alleen een glas Guinness hee

ft me ooit méér tegengestaan. Dat bier heeft me tot aan de rand van overgeven gebracht.

Langzaam maar zeker begon hierna een voorzichtige uittocht. Kort na elkaar gaven Leo, Arthur en Hajo te kennen, dat ze het voor dit jaar weer welletjes vonden. Het clubje werd aldus teruggebracht tot zeven die-hards, die hadden besloten in “1890” het diner te gebruiken. Hiertoe werd de lange tafel gehalveerd; de vrij gekomen tafel had men nl. hard nodig, want het was intussen aardig druk geworden met na het werk een drankje drinkende yuppen. De stemming bleef er onverminderd aardig in met het over en weer vertellen van in de praktijk opgedane ervaringen.

  Een moot gegrilde zalm als dagmenu 
Het voorgerecht paling en gerookte zalm

De tijd vloog om en vóór we er erg in hadden was het tijd om de menukaart te raadplegen. Het dagmenu was gegrilde zalm met toebehoren, wat slechts € 10,= moest opleveren. Een buitenkansje voor “vlees weigeraar” Wim. Zelf nam ik genoegen met het voorgerecht paling, gerookte zalm met toast. Verders zag ik enkele biefstukken en tongen voorbijkomen.                                                

Na het onvermijdelijke kopje koffie werden door de “Magnificent Seven” de reisplannen doorgenomen. Herman, Henk, Bob en ik zouden de bus naar het C.S. nemen en Frits, Joop en Wim zouden wachten tot Frits’ echtgenote hen kwam ophalen.

De "Magnificent Seven*  *

Bij het afscheid nemen klonk zoals in voorgaande jaren weer veelvuldig “Tot volgend jaar maar weer”, hetgeen aantoonde dat ook deze vijfde mini-reünie als geslaagd kan worden beschouwd.

Enkele sfeerfoto's:

 * De originele Magnificent Seven waren: Yul Brynner,
  Steve McQueen, Charles Bronson, Robert Vaughn,
  Brad Dexter, James Coburn en  Horst Buchholz. 

Startpagina             Reünies