synoniemrijm

Synoniemrijm is een bedenksel van Adriaan van Dam. De bedoeling is dat in een vers van minimaal zes regels (vijfvoetig) minimaal drie rijmwoorden voorkomen (de plaatsen zijn vrij), die minimale synoniemen van elkaar zijn. De regels zijn tamelijk los (overeenkomstig de aard van Adriaan), maar het is toch in de praktijk nog niet zo simpel .

Regels: minimaal 6

Schema: vrij. sonnet kan prima

metrum: pentameter

Een deerne

Subject van menig mooi gedicht: de vrouw

Heeft vaak haar luimen of ze speelt de dame

Ze rookt in huis, dus sta jij in de kou

Je bent een lul en zegt op alles amen

Ze zeurt wat af, zo’n volgevreten meid

De hele dag niets anders dan gekijf

Waarom aan haar de poëzie gewijd?

Aan haar, zo’n dik en te veel drinkend wijf?

Wat moet je toch, met zo’n ellendig mokkel

En toch… Je zet haar steeds weer op een sokkel!

In de olie

Zodra je glazen om begint te stoten

En ook je tong het bijna niet meer doet

Dan ben je ietsje meer dan aangeschoten

Zeg maar gerust: je bent als een meloet.

Of heb je twintig pilzen weggedronken

En wil je toch naar huis gaan in je DAF

Dan ben je verder heen dan licht beschonken

(Goddank pakte een vriend de sleutel af)

Of word je ’s morgens wakker met een kater

En stinkt je adem naar een dooie rat

Dan was je ’s avonds flink boven je water

Nou zeg maar rustig je was ladderzat.

En lijkt je gang dan ook nog op gewaggel

Geen mis op . . . je was gisteravond kachel.

Adriaan van Dam

De laatste reis

Mijn ome Adriaan te Pierenland

Vertrok laatst op zijn allerlaatste reis

Een ritje naar het plaatsje Mollengijs

Waar hij een winkeltje begon in zand

Vervolgens ging de tocht naar gene zijde

Om later links het hoekje om te gaan

Hij trok daarbij een houten jasje aan

Om in het land van Pootjes te verscheiden

Te Kuilenburg wou hij het loodje leggen

Maar pas in Aardenburg gaf oom de geest

Waarna hij tot besluit in Worms zou zeggen

Ik ben er godzijdank nu mooi geweest!

Remko Koplamp

Ik ga nog niet op reis, nog lange niet!

Neef Remko, nou dat is me een schavuit

Die wenste mij onlangs onder de grond

Wat ik beslist niet aardig van hem vond

Want ik wil echt de pijp nog lang niet uit.

Ik geef grif toe dat ik vaak zit te gapen

Mijn ogen zijn ook af en toe wat klein

Maar dat zegt heel niets over Knoken Hein

En ook niet dat ik eerdaags zal ontslapen.

Mijn neefje zal ’t waarschijnlijk niet waarderen

Dat ik voorlopig fier rechtop blijf staan

Wijl niets nog duidt dat ik teloor zal gaan

Of binnen korte tijd zal succumberen.

Voorlopig ziet die rakker mij niet sneven

Oom Adriaan blijft nog wel even leven.

Adriaan van Dam

21 oktober 2014