ballade - Franse

regels: 3x8+4

schema: (ababbcbC)x3 bcbC

metrum: 5 jamben

envoi: ja

Tussentijdse balans

Wat zaten we die avond fijn te praten.

Bij Ineke en Rob. De schemer viel.

We hadden vooralsnog niets in de gaten,

Toen ik de woorden sprak vanuit mijn ziel:

“’t Is eigenlijk meer iets voor een schlemiel

(Een voettocht staat toch in geen beste reuk,

Wie doet zoiets? Is dat geen randdebiel?)

Maar ’t Pieterpad te wandelen lijkt me leuk”.

En Rob die sprak: “Mijn vrouw zal me wel haten:

Ik maak ter plekke hier met jou een deal.

Alleen met jou, ik hoef geen andere maten.

Dit is mijn lot, mijn plek op ’t levenswiel.

Gezien mijn jaren ben ik nog viriel.

Dus wordt van nu af aan mijn toverspreuk:

- Ik draag het uit, al doe ik dat subtiel –

Het Pieterpad te wandelen lijkt me leuk!"

Op zek’re dag, van elk comfort verlaten,

Gaan wij op weg, in korte broek en kiel.

Geen bus, geen trein, geen taxi kan ons baten.

Een rood/wit merk, een kaartje, zo’n gepiel.

De maaltijd strikt eenvoudig, ’t bed soms schriel.

De kleren in de rugzak, in de kreuk.

De tocht heeft nu geen glans of sex-appeal:

En ’t Pieterpad te wandelen leek zo leuk.

De tijd verstrijkt, we kunnen het niet laten.

Voor onze leeftijd zijn we nog mobiel.

En kom, het zijn geen Alpen of Karpaten.

’t Is slechts het Pieterpad (dat ons beviel).

De helft voorbij, we zijn nog niet seniel,

De helft voorbij, nog geen vertrouwensbreuk.

Alleen veel pijn in Rob’s Achilleshiel:

Het Pieterpad te wandelen is heel leuk.

Sint Pieter, ú rijdt rond in Pausmobiel,

Wíj hebben dagen lang nog ‘s avonds jeuk

Aan blaren onder gaasjes, hoogst steriel.

Maar 't Pieterpad te wandelen blijft heel leuk!