omzetrijm
Gedicht waarin alle rijmwoorden bestaan uit omzettingen van elkaars beginletters en hoofdklinkers (van de rijmende onderdelen, wel te verstaan).Jaap van den Born maakt het aanschouwelijk in zijn voorbeeldvers: storen lied /loren stiet/lieren stoot/stieren, lood, waarbij eerst de beginfonemen van plaats wisselen en daarna de binnenklanken. Probeer ook maar eens op een lange winteravond.
regels: naar wens
schema: naar wens
metrum: naar wens
Zij klom graag op de Stevenstoren
En zong daarbij het hoogste lied
Maar op een dag was zij verloren
Toen zij daar op een jonkman stiet
Zij zag violen, hoorde lieren
En hij dacht:' Jezus, wat een stoot!'
Ach, mannen blijven botte stieren
Hun zielen zijn slechts blokken lood
Jaap van den Born
Voor de eeuwigheid
Als dichter heb ik nog een hoop te leren
Ik heb niet het talent van Cats of Hooft
De kans is klein dat men naast deze heren
Ook mij na eeuwen lang nog stadig looft
Maar zal ik tot die schare gaan behoren
Dan weet ik dat mijn werk het overleeft
Dan leef ik voort, al is mijn lijf verloren
In 't versje dat u hier voor ogen heeft
Claus Zigmunt Roternhauer
‘Je hebt te vaak nog aan het metrum lak
We missen nog wat rust in jouw gedichten’
Het forum ging weer lekker uit zijn dak
Om met een koplamp Rinus bij te lichten
‘Voor schrikkelrijm beland je in de lik
Houdt coûte que coûte het ritme in gedachten’
Met sabels stond men klaar, drie rijen dik
Ook zij die eerst om Rinus’ versjes lachten
Remko Koplamp
21-10-2014