rondel retourné raam

Grootse variatie op de rondel retourné, eveneens een product van Adriaan van Dam. Hij gebruikt een verkorte vorm van de rondel retourné. Elk gedichtje heeft 3 – 4 regelige strofen, wat dus neerkomt op 12 gedichtjes (ruitjes) die gevat zijn in het raam, rondeeltje 13. Dit raam bestaat uit de beginregels van de 12 voorgaande versjes.

regels: 13 keer 3x4

schema: ABab, abAB,acAc

metrum: pentameter

bijz.: het eerste woord is (ongeveer) gelijk aan het laatste

Rondel-retourné-raam

1e ruitje

Vandaag voel ik een uitgesproken drang,

de stoute schoenen maar eens aan te trekken.

Ik zou niet willen spreken van een dwang,

want dat kan hier de lading echt niet dekken.

Ik denk hier in de trant van een gezang

dat links en rechts gevoel weet op te wekken.

Vandaag voel ik een uitgesproken drang,

de stoute schoenen maar eens aan te trekken.

Ik voel die kriebels nu al weken lang

maar of het lukt, dat blijft een grote vraag.

Edoch, ik heb zo’n uitgesproken drang;

al kan het morgen, ik doe het vandaag.

2e ruitje

Zoiets als een rondelenraam te schrijven

-dat wordt de vorm waar ik het vers in giet-

is eigenlijk bedoeld voor ouwe wijven:

Je schrijft het rap, veel rijmklank vraagt het niet.

Om hier en daar de boel wat op te stijven,

wordt het begin ook ‘t einde van het lied.

Rondeeltjes retourné, die ga ik schrijven;

dat wordt de vorm waar ik dit vers in giet.

Ik mag er met mezelf dan over kijven,

-het is ook wel een hele slechte witz

om zulks als een rondelenraam te schrijven-

toch schenkt het me genoegen, of zoiets.

3e ruitje

Alleen ben ik een ietsje pietsje bang

-en daar moet ik dan ook voor zien te waken-

dat ik straks zal verzanden in ~het lang~

of aanverwante dorre saaie zaken.

Mocht dat gebeuren, is het toch wel wrang,

Want dan moet ik het hele raam vermaken.

Dat maakt me toch een ietsje pietsje bang

en ‘k zal er tot het einde toe voor waken.

Nou ja, ik jaag mezelf niet echt op stang,

noch barst ik uit in machteloos geween.

Toch ben ik nu een ietsje pietsje bang

en bovendien voel ik me heel alleen.

4e ruitje

Dat ik er halverwege in zal blijven,

daarvoor bestaat een zeer gerede kans.

‘k Ga toch nog maar een poosje door met schrijven,

wie weet, wellicht ontspring ik dan de dans.

Het valt niet mee de dichtkunst te bedrijven,

want voor je ’t weet ontaardt het in geflans.

Dat ik er halverwege in kan blijven,

daarvoor bestaat een zeer gerede kans.

Jawel, ik ondervind nu aan de lijve,

dat het niet meevalt met een hoge lat.

Al is er kans dat ik er in zal blijven,

er is ook hoop, ziezo dan weet u dat.

5e ruitje

Vandaar maak ik de versjes niet te lang.

In twaluf regels moet het zijn verteld,

met meer kom ik zeer zeker in ’t gedrang.

Dat kan mijn brein niet aan, dus ‘t raakt bekneld.

Dat voelt, te zijn gemangeld in een tang,

wat ik beslist ervaar als bruut geweld.

Vandaar maak ik de versjes niet te lang;

in één dozijn wordt het verhaal verteld.

Al klinkt het niet als honingzoet gezang,

wat ik tot nog toe heb gezegd is waar.

Ik maak de versjes dus maar niet te lang

Dat houdt het hoofd tenminste koel, vandaar.

6e ruitje

De klus moet je niet willen overdrijven,

want daarvoor is de kool het sop niet waard.

Het moet natuurlijk wel een grapje blijven;

een bagatel, dus niet te zwaar van aard.

Om rijm en ritme bij elkaar te rijven,

moet niet iets zijn dat grote zorgen baart.

Je moet de boel niet willen overdrijven,

want daarvoor is de kool het sop niet waard.

Hoewel, ’t geheel hoort langer te beklijven

dan de moderne luchthap-welkomskus.

Dat neemt niet weg, toch niet te overdrijven;

dan blijft het vast een aangename de klus.

7e ruitje

Waarom die onbeschrijfelijke drang,

dat heb ik in geen jaren meer ervaren

en lieve deugd ik voel het al zo lang,

je zou er bijna van gaan navelstaren.

Ik houd mijn geest nog nauwelijks in bedwang

en krijg het spul haast niet meer tot bedaren.

Vanwaar die onbeschrijfelijke drang,

dat heb ik in geen tijden meer ervaren.

Het hangt een beetje tussen yin en yang;

toch moet ik aan de kuit of aan de hom

Vanwaar die onbeschrijfelijke drang?

Bij god ik weet nog altijd niet waarom.

8e ruitje

Een raam met 12 rondelen vol gaan schrijven,

bij god hoe komt een zinnig mens erop.

Je kunt beslist iets nuttigers bedrijven,

Wat ik hier doe, is vragen om een flop.

Al voelt het nu ook niet direct als treife,

’t heeft weinig van een mustang in galop.

Een raampje van rondelen te gaan schrijven,

bij god hoe komt een zinnig mens erop.

‘k Had beter bij sonnetjes kunnen blijven;

dit wordt niet veel meer dan een kermiskraam.

Je bent niet klaar met enkel maar het schrijven:

Het langst duurt nog het zemen van het raam.

9e ruitje

Ik hoop dat ze een hele poos beklijven,

de versjes hier voorgaand, tot aan het slot

en dat u mij te nimmer in zult wrijven:

~Ze zijn van voor tot achter even rot.~

Spuw ze niet uit als pitten van olijven,

doe ze niet weg als overbodig schrot.

O moge ze een uur of wat beklijven,

de versjes hier voorgaand, tot aan het slot.

Mijn opgewekte luim valt niet te nijven,

‘k laat één en ander maar op zijn beloop,

al wens ik graag dat ze een poos beklijven.

Opdat het mee mag vallen, naar ik hoop.

10e ruitje

‘t Moet dartel lopen, zeker niet te traag.

Komt het dan toch nog eens tot galopperen?

Dat is en blijft de cruciale vraag,

maar als het lukt zal ik ‘t niet abhorreren.

Hoe het ook zij, ik vorder toch gestaag,

er valt nu niet zo veel meer te presteren.

Zo lang het lekker loopt, dus niet te traag,

bestaat er ook nog kans op galopperen.

Ik moet nu zelfs gaan waken voor gejaag,

want struikelen is helemaal niet goed.

Het blijft bij dartel lopen, niet te traag.

Ik krijg al aardig door hoe of het moet.

11e ruitje

‘k Had drang om een rondelenraam te schrijven.

Twee versjes nog, dan is de klus geklaard.

Al liep de schoot ook over vele schijven,

toch ging het met wat inspanning gepaard.

Ik moet nog even bij de werken blijven,

want het venijn zit meestal in de staart.

‘k Had drang om een rondelenraam te schrijven.

Twee versjes nog, dan is de klus geklaard.

Al zijn mijn vingers langzaam aan ‘t verstijven

en voelt het resultaat niet als ~je-dat~

Ik heb er wel plezier in dit te schrijven;

het bleek een sterke drang te zijn die ‘k had.

12e ruitje

Het was een welbestede dag vandaag,

want ik heb een rondelenraam geschapen.

Een heel karwij maar ik deed het wat graag,

al is ‘t geen klus om bij te zitten slapen.

Het nam wat tijd -maar dat vond ik geen plaag-

om de refreintjes bij elkaar te rapen.

Het was een welbestede dag vandaag,

want ik heb een rondelenraam geschapen.

Ik zit er niet zo erg mee in mijn maag

dat elk rondeel niet zuiver is als glas.

Ik had een welbestede dag vandaag,

want dat is zeker wat het voor mij was.

13 het raam

Vandaag voel ik een uitgesproken drang

zoiets als een rondelenraam te schrijven.

Alleen ben ik een ietsje pietsje bang,

dat ik er halverwege in zal blijven.

Vandaar maak ik de versjes niet te lang,

zo’n klus moet je niet willen overdrijven.

Waarom die ongelofelijke drang,

een raam met 12 rondelen vol te schrijven?

Ik hoop dat ze een hele poos beklijven.

‘t Moet dartel lopen, zeker niet te traag.

‘k Voel drang om een rondelenraam te schrijven.

Het wordt een welbestede dag vandaag.

5-2-2015