4. Ambachts-school Rivierenbuurt Den Haag

Op 11 september 1873, dus 150 jaar geleden, werd de Ambachtsschool aan de Nieuwe Haven geopend in het bestaande schoolgebouw van de Vereniging Licht, Liefde, Leven een school voor naaien en breien. De school begon met 41 leerlingen. Na een moeizaam begin na het leerlingenaantal rond 1900 toe. Er kwam een avondopleiding en het aantal technische vakken nam toe, bijvoorbeeld de cursus voor chaufferen. Besloten werd het schoolgebouw aan de Nieuwe Haven af te breken en architect Mondt kreeg de opdracht voor de nieuwbouw. Dat werd in 1908 opgeleverd. Het was een groot gebouw met een hoofdingang aan de in 1905 gedempte Nieuwe Haven en grote zijvleugels aan de Nieuwehavendwarsstraat en op in binnenterrein. De school groeide en bloeide en leverde tot aan het begin van de 90‘er jaren duizenden cursisten en leerlingen van dag- en avondopleidingen af. In 2000 werd een deel van de school gesloopt, alleen het hoofdgebouw aan de Nieuwe Haven en het gebouw aan de Uilebomen bleven gespaard en verbouwd tot 38 appartementen. De architect was Inbo. In november 2022 werd het exterieur van het gebouw en het trappenhuis tot gemeentelijk monument verklaard.

Den Haag liep niet voorop met de oprichting van een ambachtsschool. Aan zo’n school was al langer behoefte. Tot 1798 zorgden de ambachtsgilden voor een goed opleidingssysteem voor ambachtslieden. In dat jaar werden de gilden opgeheven omdat ze door allerlei regelgeving concurrentie beperkten. De opleiding van nieuwe ambachtslieden werd aan particuliere ondernemers overgelaten en in de praktijk gebeurde daar te weinig aan. Opleiden kostte geld. Om die reden duurde het dus lang voordat er een nieuwe vorm van opleiding kwam. De eerste ambachtsschool verrees in Amsterdam in 1861. Pas jaren later waren het leden van een Haagse werkgeversvereniging die de vereniging "De Ambachtsschool te ’s-Gravenhage” oprichtten. Zij konden bijna driehonderd donateurs vinden die een groot of klein geldbedrag gaven. Het belang van particuliere giften was groot omdat de overheid het belang van goed onderwijs nog niet voldoende onderkende. De Provincie gaf een subsidie van f. 2.000, maar de gemeente en het rijk zouden pas later subsidies gaan toekennen. Onder de donateurs van het eerste uur vinden we bekende Hagenaars als de industrieel Enthoven, houtzager Van Gogh, bakker Lensvelt. Dr. A. Vrolik droeg ook nog een aanzienlijk bedrag bij.

 Door de problemen van de vereniging Licht, Liefde, Leven kwam er juist op tijd een schoolgebouw vrij dat voor fl. 25.000 kon worden gekocht. Na de overdracht moesten allerlei kleinere verbouwingen plaatsvinden en werd de ingang verplaatst naar de Zuidoost Binnensingel. Op 11 september 1873 vond de plechtige opening plaats. Deschool startte de lessen met 41 leerlingen, 4 leraren, 4 praktische onderwijzers en de eerste directeur H. L. Boersma.

Hoewel er al een paar ambachtsscholen waren blijkt uit het archief van de school dat men nog niet precies wist hoe men een technische opleiding vorm moest geven. De duur van de opleiding werd vastgesteld op 3 jaar. De opleidingsduur kon niet te lang zijn omdat kinderen ook geld moesten bijdragen aan de inkomsten van het gezin. In het begin kregen de leerlingen veel theorie, maar in latere jaren bleek dat de praktijk belangrijk was en werd het theoretische deel steeds meer ingekrompen ten gunste van het praktische werk.

Nut

Het schoolbestuur moest in de begintijd het nut van de school nog aantonen. Er was verzet uit kringen van de werkgevers, de patroons, maar ook uit 'kringen van de arbeidersstand'. De school liet daarom op een jaarlijkse tentoonstelling in maart zien wat de leerlingen konden maken. De school hield ook om dezelfde reden de vorderingen van oud-leerlingen bij. Deze gegevens werden in 1884 door critici gebruikt om aan te tonen dat de leerlingen die het zo goed deden toch al uit hogere maatschappelijke milieus kwamen. Het schoolbestuur was zich daar wel van bewust, maar stelde dat de meeste leerlingen gewoon werden opgeleid tot goed werkman en dat men niet van plan was om leerlingen te weigeren op grond van afkomst van de ouders. De kritiek maakt niet veel indruk, want het jaar daarop wordt al met trots gemeld dat veel oud-leerlingen zelfs een vervolgopleiding gaan volgen. Zij zetten hun studie voort aan de Teekenacademie in Den Haag en behalen ook daar goede resultaten.

Opleidingen

Ten tijde van de opening van de school stond de ijzerindustrie nog in de kinderschoenen. Het grootste deel van de 41 leerlingen werd opgeleid tot bouwvakarbeider. Er waren 21 leerlingen voor de cursus timmeren, 15 voor meubelmaken en 5 voor schilderen. De groei van het aantal leerlingen ging langzaam. Pas na 1882 komt er groei in de school. In dat jaar start ook voor het eerst een nieuwe opleiding, die tot machinist voor de kleine vaart en kleine industrie. In 1883 opende de school zelfs een avondopleiding. De Burger-Avondschool gaf op 17 september de eerste lessen aan mensen die overdag werkten. De 39 leerlingen kregen elke avond een uur theoretisch en twee uur tekenonderwijs, behalve zaterdag. Het bestuur zocht steeds naar mogelijkheden om nieuwe opleidingen te beginnen. Om financiële redenen werden die georganiseerd in samenwerking met andere belanghebbenden, meestal een werkgeversvereniging. Na een aarzelende start kwamen er in het begin van de 20e eeuw in rap tempo opleidingen bij. Zo organiseerde de school op verzoek van de gemeente in 1905 een cursus voor gasfitters bedoeld voor volwassen werklieden uit het fittersbedrijf. Met financiële steun van de Nederlandsche Automobielclub en de auto-industrie kwam er een cursus voor “autochauffeurs”. In vier maanden leerden leerlingen het besturen en repareren van auto's. Deze cursus trok jaarlijks rond de 30 leerlingen die allen een technische opleiding moesten hebben om toegelaten te worden. In de school was te weinig ruimte voor uitbreiding en daarom vond men vervangende ruimte in de voormalige geschutgieterij op de Nieuwe Uitleg. Pas toen het nieuwe schoolgebouw in 1908 klaarkwam kon deze cursus in het eigen gebouw gegeven. Er kwam toen een garage aan de Nieuwe Havendwarsstraat. In 1908 kwam er in samenwerking met de Behangers- en Stoffeerderspatroons-vereniging "Eendracht" een cursus voor behangers, stoffeerders en beddenmakers. Een belangrijke nieuwe opleiding werd die in de grafische vakken. De leerlingen kregen niet alleen les, maar er werden ook regelmatig excursies gehouden naar bedrijven. Leerlingen in bouwkundevakken gingen kijken bij echte bouwplaatsen. Het eerste jaar konden ze een kijkje nemen in de stoomhoutzagerij van Mouton en de meubelfabriek van Mutters. Andere leerlingen gingen naar de in aanbouw zijnde kerk in de Parkstraat. In volgende jaren ging men ook verder weg.

 

Zo kwamen er steeds nieuwe cursussen. In 1911 werden bijvoorbeeld de volgende cursussen gegeven:

Cursus voor Chauffeurs: 59 leerlingen

Cursus voor Gasfitters: 3 leerlingen en 24 smids- en koperslagersleerlingen uit de hoogste klas

Cursus voor Behangers en Stoffeerders: 29 leerlingen

Cursus voor Boekbinders: 15 leerlingen


Gebouwern

Geld was steeds een probleem. Voor een deel kon dat worden opgelost door het onderhoud van school en directeurswoning zoveel mogelijk door leerlingen uit te laten voeren. Ook lesmaterialen als kolenbakken en kachelpijpen werden door de leerlingen zelf gemaakt. De schildersleerlingen verfden de schoolbanken.

 

Het eerste jaar had men al een tegenvaller. In de tuin wilde men een smederij met vuurhaard aanleggen, maar door een servituut in het belang van de aangrenzende blekerij bleek dit niet te mogen. De verkoper van de school had het bestaan van dit servituut verzwegen. De smederij werd daarom in 1874 gebouwd op de binnenplaats bij de ingang aan de Zuid-Oost Binnensingel. Deze smederij werd in 1882 voor de komst van de opleiding tot machinist verder vergroot.

 

In 1891 en 1893 werden aangrenzende panden gekocht en lokalen bijgebouwd zodat er in 1894 al meer dan 200 leerlingen konden zijn.

De school in 1897 met rechts nog het oude gedeelte dat direct aan het water lag (Haags Gemeentearchief)

Ambachtsschool

De toenemende populariteit trok ook leerlingen van buiten Den Haag aan. Het jaarverslag van 1897 noemt leerlingen uit Delft, Voorburg, Voorschoten, Leidschendam, Rijswijk, Loosduinen. Deze leerlingen konden tussen de middag niet naar huis, maar konden vanaf 1897 in het naburige gebouw van de Christelijke Volksbond overblijven. In 1898 was het maximum aantal van 220 leerlingen bereikt.

 

In de jaren hierna volgen verhalen van ruimtetekort, het aanbouwen van nieuwe lokalen, verhalen over al weer ruimtetekort en weer nieuwe lokalen elkaar op. In 1899 werd het achtergebouw met een verdieping verhoogd. Ook werden gas- en waterleidingen uitgebreid en werden de ramen vergroot voor een betere daglicht-toetreding. Het jaar daarop was er plaats voor 264 leerlingen, maar toch moesten er leerlingen worden afgewezen. Het gebouw was nog steeds te klein. Op het terrein van een aangrenzende blekerij dat door de gemeente werd geschonken konden in 1902 nieuwe lokalen worden bijgebouwd. Het grootste aantal leerlingen dat in deze school kon worden gepropt was 315. De school was aan alle kanten ingesloten, want de Nieuwe Havendwarsstraat was er nog niet en aan de kant van de Nieuwe Haven was geen kade maar meteen water. Pas na de demping van de Nieuwe Haven in 1904 en de aanleg van de Nieuwe Havendwarsstraat kwam er een mogelijkheid om een beter bereikbare school te bouwen.

 

De subsidie voor aanschaf van een eerste stoommachine en een gasmotor kwam in 1903 zodat men nog in het oude gebouw kon beschikken over mechanische aandrijving voor de draaibanken, schaafbanken, zaagmachines en een aanblazer voor de vuren. In dat jaar haalde de school een nieuwe mijlpaal met 315 leerlingen.

 

Na de demping van de Nieuwe Haven kwamen er betere kansen om een grote school te laten bouwen. Bovendien was het politieke klimaat in de 20e eeuw beter om overheidsgeld te krijgen voor de bouw van een nieuwe ambachtsschool. Architect A. Mondt maakte het ontwerp voor de nieuwe school die de ingang aan de Nieuwe Haven kreeg (nr. 55) en plaats had voor 555 leerlingen. Het gebouw kostte zo'n fl. 260.000, werd gebouwd door aannemer G.S. Kylstra uit Drachten en was in december 1908 klaar.

De nieuwe school van 1908, v.l.n.r. aan de Nieuwe Haven: twee kamers-en-suite, een provisiekamer, een modelkamer, het timmerlokaal. De Doc beslaat een van de kamers, de provisiekamer en de modelkamer met de daarbij horende zolders.


Leerlingen

In 1876 behalen de eerste leerlingen hun getuigschrift. Bestuur en directeur van de school probeerden voor hen zoveel mogelijk geschikte patroons en werkplaatsen te vinden op voor de leerlingen gunstige voorwaarden. Het jaarverslag van de schoolvereniging meldt dat "zoveel doenlijk gelet zal worden op hetgeen verder met deze leerlingen geschiedt". In elk jaarverslag wordt verslag gedaan van het carrièreverloop van oud-leerlingen. Om de leerlingen op school te houden werden er beloningen uitgedeeld. De prijzen bestonden in het begin niet uit geld, maar uit gereedschap. Later kwamen er premies om verzuim en tussentijds schoolverlaten te beperken. Dat geld werd vastgezet op een spaarbankboekje en pas uitgekeerd nadat de leerling met diploma de school verliet. Die kon er dan gereedschap voor kopen wat zijn kansen op werk vergrootte. Het was blijkbaar niet zo dat de werkgever voor het gereedschap zorgde. Bij leerlingen die voortijdig de school verlieten hield de directeur de reden bij. Het ging meestal om leerlingen die meteen geld wilden verdienen. Overigens was zelfs het zeer lage schoolgeld van fl. 10 voor veel ouders al een probleem om hun kind drie jaar zonder verdienste te laten leren. Voor veel gezinnen waren werkende kinderen een noodzakelijke inkomstenbron. 


De school trok zoveel leerlingen dat er uitbreiding werd gezocht door nieuwe scholen te bouwen. Het begon met dependances aan het Spui, de Voldersgracht en de Wagenstraat. Maar in 1921 opende de Tweede Technische school aan de De la Reyweg haar poorten. Er zouden meer technische scholen volgen, vooral na de tweede wereldoorlog. Het belang van de school aan de Nieuwe Haven werd minder. Hoewel koningin Juliana in 1973 bij het 100-jarig bestaan een bezoek aan de school bracht, was de school toen eigenlijk een dependance van de 2e Technische School aan de De La Reyweg geworden. De vereniging "De Haagsche Ambachtsschool" ging op in een andere vereniging en daarna volgde een onnavolgbare rij fusies. 


De laatste eigenaar was de 'TRE-onderwijsgroep'. Op 29 juni 2000 kondigt HBG Bouw en Vastgoed in een persbericht aan dat wethouder Noordanus de eerste paal zal slaan van de omvorming van de school in een woningcomplex. "Het middengedeelte van de Ambachtsschool wordt gerenoveerd en verbouwd tot appartementengebouw. De beide vleugels van het gebouw worden gesloopt om plaats te maken voor de 23 eengezins-woningen." Het project zal naar verwachting eind 2001 worden opgeleverd. 

 

De school aan de Nieuwe Haven verhuisde begin jaren '90 naar de Gaslaan. Krakers die een tijdje in het lege schoolgebouw verbleven redden het archief van de school van de ondergang door een tip te geven aan het gemeentearchief waar het nu veilig staat opgeslagen in een van de depots.

 

Gekopieerd uit: https://anemaa.home.xs4all.nl/ges/straten/nieuwe_haven_02.htm