Jaaroverzicht 2006

Januari:

 

Aan de Grote Zandput liep het aantal Aalscholvers op tot 250 ex. op 03-01 en op de slaapplaats van put Stroobants werden op 14-01 387 ex. geteld. De Grote Zilverreiger is als wintergast een steeds vertrouwdere verschijning. Toch werden in januari uitsluitend ex. gezien bij de Grote Zandput (1 ex. 06, 07, 08 en 14-01; 5 ex. 15-01; 2 ex. 29-01) en in de Aalscholverslaapplaats aan put Stroobants, waar ze overnachten (3 ex.14-01). Rietganzen (ongetwijfeld Toendra's) pendelden tussen Russendorp/Riebos en de Grote Zandput. De aantallen liepen op tot 430 ex. op 08-01, toen op de Grote Zandput ook een opmerkelijk grote groep van 300 Grauwe Ganzen verbleef, en circa 500 ex. op 13 en 14-01. De Casarca en twee Brandganzen die zich het hele verdere jaar bij Kristallijn ophielden, moeten op basis van hun gedrag als escapes worden beschouwd en zullen daarom in principe niet meer worden vermeld.

Smienten en Pijlstaarten zijn in de regio slechts in klein aantal vertegenwoordigd en hun voorkomen lijkt nagenoeg beperkt tot resp. Miramar en de plassen van Prinsenpark. Daarom worden alle waarnemingen vermeld. Op 14-01 dook 1 Smient op tussen maar liefst 290 Wintertalingen op de Grote Zandput en tijdens de watervogeltelling van 15-01 waren 10 ex. op Miramar aanwezig.

 

Adulte mannetje Nonnetje, zandputten Mol, (foto David Verdonck)

 

Nonnetjes verbleven op de Grote Zandput (1 ex. 03-01; 6 ex. 29-01), de plas Van As voor de villa van Sibelco te Mol-Donk (5 ex. 04-01; 10 ex. - waaronder 4 baltsende mannetjes - 05 en 07-01; 1 ex. 14 en 21-01) en Miramar (4 ex. 15-01). Grote Zaagbekken bereikten de hoogste aantallen op de Grote Zandput, waar op 06-01 20 ex. werden geteld, op 08-01 17 ex., op 14-01 11 ex. en op 29-01 12 ex.

De voorkeur van de Brilduikers ging uit naar de grote plas van Rauw, waar op 07-01 twee mannetjes en vijf wijfjes ronddobberden. De dag erop vertoonden ze baltsneigingen. Op 14-01 bleek het aantal wijfjes geslonken tot 2 ex.

Het aantal Meerkoeten rond Miramar liep door het dichtvriezen van veel plassen op tot een record van 1168 ex. op15-01. Een Kraanvogel, ongetwijfeld het ex. dat daarvoor wekenlang bij Braekeleer (Oud-Turnhout) pleisterde, arriveerde op 29-01 bij de Grote Zandput. Een jagende man Blauwe Kiekendief werd op 14-01 gezien bij Kristallijn.

Een Grote Gele Kwikstaart verbleef op 14-01 bij de Stortplas en 2 Waterpiepers op 15-01 op de slikplaat van de Grote Zandput. Een overwinterende man Zwarte Roodstaart scharrelde op 06-01 rond op een zandplaat aan de Grote Zandput. Tussen de Maat en de grote Plas van Rauw hield zich op 21-01 een Klapekster op.

 De winter van 2005/2006 werd gekenmerkt door leuke aantallen vinkachtigen. Zo pleisterden er in de regio opvallend veel Appelvinken. In januari werden groepjes gesignaleerd aan de Oosterloseweg in Oosterlo-Geel (2 ex. 02-01) en aan de Postelarenweg in Mol (5 ex. 06-01; 14 ex. 10-01). Grote Barmsijzen kenden een invasie-achtig voorkomen, maar het zou tot in maart duren voordat in de regio de eerste exemplaren met zekerheid op naam werden gebracht. Op 07-01 vormden niet nader gedetermineerde Barmsijzen met Putters een gemengde groep van 30 à 40 vogels op de scheidingsdijk bij de grote plas van Rauw. Daar werd de dag erop 1 ex. tot 'Kleine' benoemd en op 14-01 16 ex. tot 'vermoelijke Grote'.

Evenals in de vorige winter doken er Noordse Goudvinken op met een vermoedelijke oostelijke herkomst, uitsluitend door hun typische trompetroep te onderscheiden van de nominaatvorm. Rond de jaarwisseling verbleven enkele ex. in Zammelsbroek. Ook voor de tweede achtereenvolgende winter zakten er Pestvogels tot in de streek af. Ze waren in januari te bewonderen in Mol-Ezaart (5 ex. 02-01) en aan de Steegsebaan in Balen (10 ex.18-01).

 

Februari:

 

De tijd dat de Roerdomp als vanzelfsprekend in de goed ontwikkelde rietkragen in de regio broedde, ligt al weer vele jaren achter ons. Het ex. dat op 28-02 werd aangetroffen ten westen van de Grote Zandput mocht dan ook op speciale belangstelling rekenen. Grote Zilverreigers waren weer alom vertegenwoordigd: 2 ex. op 11-02, 1 ex. op 12-02, 5 ex. op 25-02 en 3 ex. op 27-02 in Prinsenpark; 1 ex. op 12-02 op de Grote Zandput; 1 ex. op 12-02 langs de Goorvijvers bij Campinastrand.

 

Grote Zilverreiger, Kempens Merengebied (foto Jelle Van de Veire)

 

 Na drie weken daar niet meer gesignaleerd te zijn werd op 21-02 aan de Grote Zandput weer de Kraanvogel opgemerkt, die in de Kempen overwinterde. Een concentratie van 83 Grauwe Ganzen werd aangetroffen bij Campinastrand in Dessel. Veertien Rietganzen waren op 27-02 aanwezig aan de Grote Zandput. Verder was er deze maand van het ganzenfront weinig nieuws, maar de melding van 300 'ganzen' op 26-02 bij Russendorp zal ongetwijfeld betrekking hebben gehad op de daar pleisterende Toendrarietganzen.

Mooi binnen het jaarlijkse patroon arriveerden op 12-02 de eerste Bergeenden (5 ex.) op de Grote Zandput. Ruim een week (21-02) later zouden de eerste op Dekshoevevijver neerstrijken. Een mannetje Pijlstaart verbleef op 05-02 op de Dekshoevevijver. Een paartje was op 27-02 aanwezig op Kattestaart tussen Retie en Geel. Een paartje Brilduikers dobberde op 08-02 op de plas aan Kristallijn. Grote Zaagbekken werden opgemerkt op Dekshoevevijver (2 ex. 05-02; 3 ex.12-02; 2 ex. 27-02), Prinsenpark (14 ex.11-02), de Grote Zandput (4 ex.12-02, 2 ex. 25-02; 10 ex. 27-02), de Goorvijvers tegenover Campinastrand (13 ex. 12-02; 4 ex. 27-02) en put Vercammen (2 ex. 27-02). Alleen op 25-02 op Den Diel en op 27-02 op de Grote Zandput werden in februari Nonnetjes waargenomen (in beide gevallen 1 mannetje en 5 vrouwtjes).

Een mannetje Blauwe Kiekendief was op 08-02 aan het jagen bij Russendorp, op 26-02 vlogen daar in de omgeving 2 mannetjes rond. Op 11-02 werd er tevens een opgemerkt bij Prinsenpark. Een Houtsnip werd op 21-02 opgestoten aan de beek bij Dekshoevevijver. Een adulte Pontische Meeuw werd op 26-02 gedetermineerd aan de Grote Zandput.

Op zonnige dagen in februari krijgen de meeste spechten het voorjaar in de bol. 13-02 was zo'n dag, met onder meer 2 Kleine Bonte Spechten in natuurreservaat De Vennen. Een Klapekster werd op 28-02 aangetroffen op het heideperceel aan de Schansput in Sluis. Op 08-02 doken 11 Pestvogels op aan de Ambachtstraat in Mol. Op 27-02 zouden ze gezelschap krijgen van 2 extra exemplaren.

Appelvinken werden regelmatig aangetroffen in tuinen in Achterbos, Gompel en Wezel (telkens 1 ex.). De enige Putters die werden gemeld betrof een groepje van 9 ex. op 12-2 bij Kristallijn. Twee barmsijzen op 27-02 aan Kristallijn werden als Kleine Barmsijzen gedetermineerd. Vijf Trompetter- ofwel Teutergoudvinken (goudvinken met de uiterlijke kenmerken van de Noorse nominaatvorm, vermoedelijk van oostelijke herkomst) werden op 01-02 gezien en gehoord op het fabrieksterrein van Sibelco in Mol-Donk. Een onophoudelijk roepende juv. Kruisbek op 11-02 in Prinsenpark doet een broedgeval vermoeden, temeer omdat er ter hoogte van Kattestaart een dag later nog eens 5 ex. werden opgemerkt. Het koppel dat op 12-02 werd waargenomen bij de Zevenheerlijkhedensteen ten zuidwesten van Russendorp was in deze tijd van het invasiejaar eveneens broedverdacht.

 

Maart:

 

De Roerdomp die eind februari werd ontdekt aan het bedrijfsterrein ten westen van de Grote Zandput vloog daar op 04-03 over de Schansput. Twee dagen later bevond hij zich weer tegen het riet van de Osseput, waar hij volgens werknemers van Sibelco al ruim twee weken verblijft. Grote Zilverreigers werden waargenomen bij Prinsenpark (1 ex. 03-03; 3 ex.13-03; 1 ex. 21-03; 2 ex. 22 +23-03), de Grote Zandput (03-03), de Goorvijvers in Dessel (2 ex. 04 en 13-03; 1 ex. 26-03), Dekshoevevijver (1 ex. 13-03) en over de Meerhoutseweg in Geel (1 ex. 05-03). Aan de rand van de regio, bij het Hageven (Lommel/Neerpelt), was op 06-03 een Kleine Zilverreiger aanwezig. Op 11-03 vlogen vier Ooievaars met hangende poten laag over het centrum van Mol. Wellicht zijn ze ingevallen. Twee exemplaren thermiekten op 25-03 hoog boven het centrum van Geel.

Fuut, Prinsenpark (foto Eric Peetermans)

 

Vier Rietganzen spec. zaten op 13-03 in de weilanden achter Kattestaart. Op 03-03 en 05-03 verbleef een paartje Pijlstaart op resp. Kattestaart 2 en 1. Van 26 tot en met 28-03 was een koppel aanwezig op Dekshoevevijver. In Prinsenpark werden op 21-03 16 en op 22 + 23-03 18 Smienten geteld. Ook op 26-03 waren daar nog enkele ex. aanwezig. Op 05-03 bevond zich een koppeltje Brilduikers op de Grote Zandput; op 12-03 was daar een wijfje aanwezig. Op 02-03 werden enkele exemplaren opgemerkt aan Kristallijn.

Grote Zaagbekken werden waargenomen op de Grote Zandput (8 ex. 04-03; 3 ex. 06-03; 6 ex. 12-03; 2 ex. 13-03; 3 ex. 18-03), de Goorvijvers in Dessel (6 ex. 04-03) en in Prinsenpark (1 ex. 22-03). Veelal was er al sprake van vogels die gepaard met elkaar optrokken. Nonnetjes toonden zich op de Grote Zandput (3 ex. 05-03), plas Stroobants (4 man + 1 vrouw 04-03), Goorvijvers Dessel (1 wijfje 13-03) en Kattestaart (1 wijfje 21 + 23-03).

Een mannetje Blauwe Kiekendief was op 04-03 aan het jagen bij de nieuwe verkaveling aan de Koppeleershoef in Geel. Op 05-03 was eveneens een man aanwezig in de buurt van Riebos, waar op 22-03 een vrouwtje laag over de akkers scheerde. Een overtrekkend adulte vrouwtje Ruigpootbuizerd werd geclaimd (het betreft een indiensoort voor BAHC) bij trektelpost Miel Otten Pad in Postel. Daar passeerden op 18-03 een Rode Wouw en de eerste Visarend. Op 22-03 zat een Slechtvalk op de vertrouwde plek aan de schouw in Mol-Donk. De Kraanvogel was tot 26-03 nagenoeg dagelijks te vinden op de slikplaat van de Grote Zandput. Op 17-03 werd 'een grote groep' gehoord over Geel en een dag later vlogen 5 ex. laag over Dekshoevevijver.

 

Grutto's, Kattestaart (foto Jelle van de Veire)

 

De eerste Grutto van het voorjaar verscheen op 05-03 tussen Kattestaart 1 en 2. Op 13-03 arriveerden de eerste 9 ex. bij Dekshoevevijver. Op 18-03 was dat aantal aangegroeid tot 20-25 ex. Het verdient aanbeveling om hier in de volgende voorjaren op de eventuele aanwezigheid van IJslandse Grutto's te letten. Deze ondersoort valt door de sterke achteruitgang van de nominaatvorm wat nadrukkelijker in het oog en is naarmate de rui naar het broedkleed vordert redelijk tot goed determineerbaar. De hoogste concentratie Scholeksters ontstond bij zandput Vercammen, waar op 13-03 22 ex. en op 22-03 23 ex. werden geteld. De eerste Tureluur was op 18-03 aanwezig aan de Grote Zandput. Op 26 maart werden daar 6 Kluten aangetroffen. Verspreid over vijf lokaties in de Nederlandse Kempen trokken diezelfde dag 86 ex. over en ook elders in het binnenland van België en Nederland was sprake van ongekende trek van deze kustvogel. Bij de Grote Zandput was op 05-03 een adulte Pontische Meeuw aanwezig.

Een Grote Gele Kwikstaart verbleef op 05-03 tussen Kattestaart 1 en 2. Daar scharrelden die dag ook een tiental Waterpiepers rond. Twee exemplaren verbleven op 22-03 in een drassig weiland in de Oude Bleken. Een Klapekster pleisterde op 09-03 in natuurgebied De Vennen in Balen. Op 12 en 13-03 werd een exemplaar gezien bij de Grote Zandput.

De winter hield de streek tot ver in maart in zijn greep. Daardoor konden pas op 15-03 de eerste Boomleeuweriken en Roodborsttapuiten (Grote Zandput) worden gemeld. De eerste Boerenzwaluw worstelde zich op 25-03 in de regen naar het zuiden. Een dag later werden er in de regio op meer lokaties gezien, in Prinsenpark reeds in gezelschap van enkele Oeverzwaluwen. De eerste twee Fitissen zongen op 26-03 in het Zammelsbroek.

De veertien Pestvogels bij de Ambachtstraat in Mol werden op 05-03 voor het laatst opgemerkt. Zowel Grote als Kleine Barmsijzen werden op 04-03 gedetermineerd tussen Ringmussen en Rietgorzen aan Kristallijn. Twee Appelvinken hielden zich op 06-03 op in een tuin aan de Postelarenweg in Mol. Vier Teutergoudvinken fourageerden op 06-03 in Liguster en Gelderse Roos ten westen van de Grote Zandput.

 

Man Goudvink, Ecocenter bij Stortplas (foto Werner Langhmans)

 

Een paartje Goudvinken zat op 20-03 aan het Ecocenter tussen Sluis en Rauw. Op 13-03 werd weer een koppeltje Kruisbekken gezien in Prinsenpark. Bij de Europese school in Mol zat op 20 en 22-03 een mannetje te zingen.

 

 

Met dank aan de waarnemers: Eli van Audenhove, Philippe van Audenhove, Herman Bijnens, Theo Bollen, Luc Damen, Andre DeKoning, Jan  Delaet, Michel Huysmans, Werner Langhmans, Alois Mertens, Eric Peetermans, Karel Van Roey, Andrea Van Roey-Nietvelt, Jef Sas, Eddy Vaes, Peter Verwimp.