Letterkundig Mengelwerk

Staat- en Letterkundig Mengelwerk (1809) was een moeilijke etymologische vraag- en antwoordrubriek in de Amsterdamsche Mercurius met Vaderlandsche Geschiedenis en Letterkundige Vraagstukken als wetenswaardige hoofdmoot. Leerlingen van elitaire institutionele privaatdocenten streden erin voor prijzen in de vorm van eervolle vermeldingen. De vragenrubriek met etymologische raadsels werd ook wel een "logogryph-charade" oftewel logocryptisch-geraden genoemd. Enkele leerlingen uit die tijd: Hein-Willem (Henwi) Heinsius (1795-1870), J. Hambeek, D. Colson Aberson, G.C. Reincke de Sitter, Mej. M.C. Verwey, J. Stroeve, W.F. Verwey Stollberg, J.H. de Virieu, L.G. Bredie, L.J. Hoebé, G.J. Pronk, A.G. van Capelle, J. Rabe, Joh. Jac. Lardelli, J. Geltsligter, P.H. van Kalfsvoet, J.G. Gonggrijp, W. Starink, T. Springstok, S. Verstraaten en verder nog enige andere piekeraars.

Het Letterkundige Mengelwerk van Henri Heinsius:

Ducaton p.188, (mede gevonden door Henri)
Radijs p.189, (mede gevonden door Henri, in verzen)
Schaafbank p.194, (mede ontraadseld door Henri)
Top p.195, (mede ontraadseld door Henri)
Kennen p.199, (Henri correspondeerde over dit woord met een 21-tal vergelijkbare woorden)
Tongriem p. 237, (mede opgelost door Henri, in verzen)
Stoel p.240, uitgebeeld (Henri ontwikkelde de betekenis, samen met het woord bank)
Agrippina p.246, (uitgegeven door Henri)
Poot p.247, uitgebeeld (gevraagd door Henri)

Enkele andere literaire vermeldingen:

Gedenkschriften: Gedenkschriften wegens de uitvinding der boekdrukkunst (1823)
Kunstwoordenboek: Verklaring van allerhande vreemde woorden en benamingen (1824)
Mr. Rhijnvis Feith: Dicht- en prozaïsche werken van Mr. Rhijnvis Feith (1824)
J. Meeuwissen: Tafereelen uit den Algemeenen Watersnood (1825)
A.A. Verrijn Stuart: De Bloei der Maatschappij van A.A. Verrijn Stuart (1840)

Het 'verhaal' bij enkele raadselwoorden uitgebeeld ca. 1810 op bijgaande gouache van Henri Heinsius

Het Damrak (rechts in groen: Henri)

De Amsterdamse kusten in 1825

Slachtoffers bij Willem II (links in beige: Henri)

De link naar het hele werkje bij de watersnoodramp van 1825. Het betrof de zogenoemde Stormvloed van 1825, waarbij het gemiddelde vloedniveau, als gevolg van het springtij, veel hoger lag. Het boekje bevat enkele autobiografische passages. De Nederlandse staatscourant meldt een jaar later op 10 november 1826 een verantwoording van de watervloed-commissie waarbij zijn vader betrokken was.

Hoofddirecteur H.W. Heinsius van de Begrafenisverzekeringsmaatschappij treft men ook aan in de nationale kranten in assertieve commerciële advertenties. Hij legt verantwoording af in 1867 en opnieuw zo'n advertentie in 1868 samen met het mede-bestuur J. de Bosch Kemper en A.H van Bosse. Na zijn dood in 1870 zien we zijn opvolgers in 1875 optreden met de Bosch Kemper en van Bosse. In 1881 is deze verzekeringsmaatschappij omgezet in een Naamloze Vennootschap. In 1908 keert de vennootschap dividend uit. Een Van Bosse-telg huwde met Prof. Max Weber, de bekende Duitse zoöloog, bij ons in Eerbeek.

Werken door H.W. Heinsius Az:

-een afbeelding van een gymnasiast met logogryphen als poot, stoel en tongriem uitgebeeld (ca. 1810)
-een tekening in rood krijt van een Romeinse krijgsman gesigneerd 'H.W. Heinsius fecit 1815'
-een document overeengekomen met baron Paul Iwan Hogguer 1816
-een drempelvers in Tafereelen uit den Algemeenen Watersnood van Februari 1825
-een collectie als stadsmakelaar van Amsterdam voor de Vroedschap van Amsterdam
-een collectie als ontvanger der Nieuwe Kerk Amsterdam voor de heren Mr. Willem Backer en Hendrik van Santbergen
-een collectie van werkbazen bij kerkgebouwen der N.H. Gemeente van Amsterdam
-een collectie als actuaris voor de heren president Mr. Jan Reijnaud Corver Hooft en secretaris C.W. Backer
-een collectie als hoofddirecteur van de Begrafenisvereniging voor de heren J. de Bosch Kemper en A.H. van Bosse 

Hein-Willem Heinsius Azn. (1795-1870), ca. 1865

© 2015 F.N. Heinsius