Hein-Willem Heinsius (makelaar)

Hein-Willem Aukesz. Heinsius (Amsterdam, 4 febr. 1795 – ald., 17 febr. 1870), gezworen makelaar der stad Amsterdam en hoofddirecteur van de N.V. Begrafenis-Vereeniging, zoon van Auke Heinsius, commissionair en regent, en van Hendrika Gumprechts Edle von Manheim, barones van Steenbergen.

Geboren in het Graafschap Holland in de Heinsius-familie uit Stavoren, toonde Heinsius al vroeg belangstelling voor woordkunde. Reeds als gymnasiast ontving hij in 1809 eervolle vermeldingen in de taalkundige rubriek Logogryphen van het educatieve blad Staat en Letterkundig Mengelwerk. Van hem bestaat een jeugdportret, een gouache (ca. 1809) waarop hij is afgebeeld als leerling in die tijd. Ook is er een door hem (Fecit 1813) getekende rode krijttekening bekend van een Romeins krijgsman. Heinsius werd in 1816 in het nieuwe Koninkrijk der Nederlanden benoemd en beëdigd tot stadsmakelaar, een stedelijk ambtenaar op het Makelaers Comptoir, door de burgemeester en eerste DNB-president Paul Iwan Hogguer. Hij had daarbij een makelaarsstafje met het stadswapen. Als stadsmakelaar begeleidde en taxeerde hij tal van publieke openbare verkopingen van Amsterdam. Vanaf 1817 ziet men hem optreden in de Nederlandse dagbladen. Heinsius kerkte eerst bij de Waalse Kerk waar hij huwde met Marianne Elisabeth Bousquet, de weduwe van stadsdoctor Jacob Friedrich Gottlieb Schlotterbeck en een dochter van de suikerfabrikant Isaac Jacques Bousquet op de Keizersgracht. Dit kinderloze huwelijk eindigde door haar vroege overlijden, gevolgd door een tweede huwelijk met Johanna Claasiena de Bruijn. Zij kregen 5 kinderen: Hendrika, Auke, Nicolaas, Gerrit-Willem en Sara. Woonde eerst op de Bloemgracht, maar vestigde zich weldra bij het Makelaers Comptoir op de Nieuwezijds Voorburgwal. Vervulde tevens belangrijke nevenfuncties bij de Nieuwe Kerk te Amsterdam, waar zijn vader werkte bij de Oude Kerk. Eerst benoemd tot ontvanger van de Begrafenisgelden, was hij later hoofddirecteur op het Kantoor der Begrafenis-Vereeniging, een verzekeringsmaatschappij voor welgestelden. Hij werkte daar o.a. met Jeronimo de Bosch Kemper, de oprichter van de Vereniging voor de Statistiek, de voorloper van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Was verder ook actief als actuaris bij de Stadsarmenscholen als opvolger van de makelaar Johan Edler von Rappard, samen met de staatsman Jan Reijnaud Corver Hooft. Schreef ten tijde van de Watersnoodramp van 1825 een gedenkboek met autobiografische fragmenten. Werd in 1844 door notaris Jan Albarda te Leeuwarden aangesteld tot voogd over de 3 Friese kinderen van Elias Visser en Aaltje van Slooten. Financierde tenslotte, in 1864, samen met zijn zoons Auke Heinsius (Nieuwe Prinsengracht 14), Nicolaas Heinsius (N.Z. Voorburgwal 206) en Gerrit-Willem Heinsius (Herengracht 139), de Amsterdamsche Kanaal-Maatschappij, ten behoeve van de aanleg van het Noordzeekanaal. Dochter Hendrika Heinsius (Prinsengracht 506) huwde met Jan Erbrink, student Farmacie in de Faculteit der Wis- en Natuurkunde op het Athenaeum Illustre, een privaatdocent Natuurkunde en Natuurlijke Historie. Ook dit huwelijk eindigde door vroeg overlijden. Bereikte een hoge leeftijd en werd 21 februari 1870 begraven op de Westerbegraafplaats (Grafstede D-25).

Bronnen, noten en/of referenties

·         Stedelijk Bestuur

·         De Kommissarissen

·         Ontvanger Nieuwe Kerk

·         Begrafenis Vereeniging

·         Watersnoodramp

·         Overlijdensblad

Label: Taalkunde: Friese Biografie

© 2022 F.N. Heinsius