FRUIT

Aardbei

De aardbei is de meest populaire eetbare plant na de tuinkruiden die mensen kopen.

Verschillende soorten aardbeirassen

Er zijn letterlijk duizenden aardbeirassen. Elk met zijn specifieke opnbrengst, smaak, rotgevoeligheid en oogsttijd. Simpelweg zijn er twee hoofdcategorieen: aardplanten die 1 keer de aardeien geven en planten die de hele zomer door aardbeien blijven geven.

Planten van aardbeistekjes op balkon of in je moestuin

Aardbeien houden van hele vochtige grond en dat moet je een handje helpen omdat ze ook heel erg van zon houden. Koop goede humusrijke en kruimilge grond grond voor aardbeien in een bloembak of aardbeienpot. Maar, eerlijk is eerlijk, aardbeien doen het beter in de volle grond of moestuin. Die grond droogt ook veel minder snel uit in de zomer en de scheelt veel water geven.

Elk jaar nieuwe stekjes

Je hebt niet perse nieuwe plantjes nodig, maar dat is wel het beste, want planten die al een jaar oud zijn krijgen steeds kleinere aardbeien die vatbaarder zijn voor schimmels, Is het je eerste aardbeienjaarn vraag even rond en je kunt vast en zeker stekjes krijgen van vrienden of familie. Omdat aardbeien zelf uitlopers aanmaken die een nieuw plantje worden als ze de grond raken. Gratis en voor niks!

Die uitlopers moete je losknippen en herpoten in augustus op een plek naar keuze zodat je voor volgend jaar nieuwe plantjes hebt als je de oude weggooit. Geen zin meer in dat aardbei gedoe? Geef je stekjes dan weg als orgineel kado voor een verjaardag. Ben je in het voorjaar jarig, dan weet jij al wat je van mij krijgt komend jaar!

Kies een zonnige plek in je tuintje of moestuin en graaf twee of drie langerekte geultjes op 30 centimeter van elkaar. Dek af met het plastic en plant de aardplantjes op 25 cm afstand van elkaar op de ruggen naast de geultjes door daar het tuinplastic in te snijden. Maak ook wat gaatjes in de geultjes zodat het regenwater weg kan lopen. En vergeet niet het plastic goed vast te prikken in de grond. Heb je geen tuin, amper een balkon, maar wel zin in aardbeien. Dan is er nu ook de verticale tuin met aardbeien.

Hoe zorg je goed voor je aardbeien

De de bodem van de aardbeibloem groeit na de bestuiving uit tot een vrucht, of officieel een schijnvrucht dus. En ook al houd de aardbeiplant van natte grond, de aardbei vrucht heeft er een pesthekel aan. Dat vocht zorgt voor schimmel en die wil je niet op je aardbeien. Vroeger legden tuinders stro onder de aardbeien om ze droog te houden. Tegenwoordig zijn daar andere hulpjes voor bij je tuincentrum. Zie je nu ook waarom de aardbeienpot met hangende aardbeien en de bergjes in je tuin zo handig zijn?

Aardbeien zijn pas rijp als ze helemaal rood zijn. Als je ze niet meteen wilt opeten pluk ze dan niet, maar knip ze af met een met een schaar! Stapel ze voorzichtig, want ze worden snel beurs. Vogels zijn verzot op rijpe aardbeien, dus pluk ze op tijd. Lukt dat niet, dek ze dan goed of met doorzichtig plastic en vermijd vogelgaas, tenzij je graag een boze meeuw uit het gaas wilt bevrijden.

Ziektes

Hopelijk hebben je aardbeitjes geen last van een van de vele plagen die ze kunnen teisteren, zoals de vruchtrot, verwelkingsziekte, rode, paarse of witte bladvlekkenziekte, aardbeienmeeldauw, grauwe schimmel of een van de gespecialiseerde kevers zoals de aardbeibloesemsteker of de aardbeistengelsteker.

Goede mest is cruciaal

Aardbeien hebben meststof nodig. Doordragende aardbeien twee keer jaar in oktober en juni en enkeldragende alleen vlak voor de winter. Iedere plant heeft apart wensen kwa mest, zo ook de aardbei. Let goed op dat je geen stikstofhoudende mest gebruikt, dat is niet goed voor de smaak van je aardbeien.

Meloen

Zelf meloen kweken

In de zomer is niets lekkerder dan een sappig en dorstlessend stukje meloen. De meloen komt oorspronkelijk uit warme gebieden zoals Afrika en het Midden-Oosten, maar met de juiste tips kun je hem ook zelf kweken!

Meloenen kun je het beste in april voorzaaien in een ruimte op kamertemperatuur. Zaai meloenen bijvoorbeeld in een potje voor het raam in een vochtige, maar niet al te natte zaai- of potgrond. Meestal kiemen de zaadjes na één à anderhalve week. Eind april kunnen de potjes met zaailingen de kas in en als de plantjes stevig genoeg zijn, zijn ze klaar om in de kas uitgeplant te worden. Wil je ze buiten kweken, dan kun je het best wachten tot halverwege mei.

Warm plekje voor de meloen

De plant groeit het best op een grond die rijk is aan kalium, vochtvasthoudend is maar tegelijkertijd niet kletsnat blijft. Als de meloenen uitgeplant zijn, hebben ze nog steeds een warm en beschut plekje nodig. Plant je de meloenen in de openlucht, dan kun je de bodem bedekken met zwart plastic voordat je gaat zaaien. Hierdoor warmt de grond alvast een beetje op. Kweek je ze in je kas, dan is een plekje bij een raam of deur uitermate geschikt. Op deze plek is de lucht iets minder vochtig; bovendien kunnen dan insecten naar binnen om de bloemen te bestuiven. De meeste kans op vruchten heb je echter als je de bloemen met de hand bestuift.


Tip voor de bewatering: zet alvast een gieter met water klaar en laat deze in de kas staan. Zo kan het water ook opwarmen.

Toppen

Het is belangrijk om de plant regelmatig te toppen. Hierdoor groeien zijscheuten sneller, waar de vrouwelijke bloemen en dus de vruchten aan zullen groeien. Top de plant na het vierde of vijfde blad. Aan de overgebleven bladoksels groeien dan zijscheuten, waaraan je de eerste vrouwelijke bloemen kunt verwachten. Wanneer je ziet dat er meloenen gaan groeien, kun je de overbodige zijscheuten weghalen. Zo blijft de plant ‘overzichtelijk’ en gaat alle energie naar de groei van de meloenen.

Van juli tot en met oktober kun je de oogst verwachten. Een meloen is rijp als er bovenop de meloen scheurtjes ontstaan en als de vrucht sterkt geurt. Je kunt hem ook al oogsten als hij nog niet helemaal rijp is, hij kan namelijk nog even rijpen in de fruitschaal! Snijd hem met een stukje van de steel af.

Lekker om zo te eten, in een smoothie te doen of te gebruiken in een zomerse salade met noten.

Mirabellen

De naam komt van het Latijn ‘mirabilis’ wat ‘mooi om te zien’ betekent. De pruim werd door de graaf van Lotharingen, later koning, René van Anjou (1409-1480) teruggebracht naar zijn graafschap. Van daaruit verspreide de Mirabellen zich tijdens de 18de en 19de eeuw over grote delen van Europa.

Een ander verhaal gaat dat de mirabelpruimen oorspronkelijk uit het Midden-Oosten (Syrië) komen en rond 1600 in Midden-Europa zijn ingevoerd.

De naam Maribelle de Nancy verschijnt voor het eerst midden de 18de eeuw.

ls hoogstamboom heeft deze pruim een sterke groei, wordt een hoge boom is vruchtbaar en gezond. De boom ontwikkeld veel hout met middelmatige zware gesteltakken.

Stelt weinig eisen aan de grond, Mirabellen houden van een warme en beschutte standplaats

Is door zijn ongewoon kluwen van takken en bladeren een ideaal oord voor de Rode spin.

Kort na de bloei worden de jonge scheuten vaak geïnfecteerd door bladluizen. De luizen verdwijnen na enkele weken weer waardoor er tijdens het groeiseizoen weer nieuwe gezonde scheuten ontstaan. De boom is weinig gevoelig voor gomvorming ( Pseudomonas bacteriën) en is resistent tegen Monilia.

Door de talrijke witte bloemen in april-mei is deze steenfruitsoort ook geschikt voor de siertuin. Mirabellen zijn zelfbestuivend en hebben geen kruisbestuiving nodig. Ze groeien ook goed op slechtere gronden, mits deze niet te nat zijn. Vruchtdunning mag, maar is meestal niet noodzakelijk. Mirabellen zijn meestal rijp in augustus, maar er bestaan ook vroegere en later rijpende mutanten of hybriden.

Het is een overvloedig dragend ras met geurende vruchten. Doordat de boom hoog wordt is plukken onpraktisch. Je slaat als het ware met een stok de vruchten uit de boom.

De ronde vruchten zijn klein en meestal geel van kleur. Er zijn echter ook variëteiten met rode of donkerblauwe vruchten. Het zoet smakende stevige vruchtvlees laat bij sommige rassen niet van de pit (steen) los. Ze worden veel gebruikt voor verwerking.

Mirabelvruchten zijn kleiner, ronder en zoeter dan de gewone pruimen.

Boom : Serke groei, hoge boom, vruchtbaar en gezond

Gebruik: Verse consumptie, dessertpruim, uitstekend geschikt voor stoven, confituur/jam, inmaak en diepvriezen

Bloeitijd: April

Bloem: Wit

Plukrijp: Tweede helft augustus

Gebruikstijd: Tweede helft augustus

Bewaren: De natuurlijke bewaring is matig

Vrucht: Klein, iets langwerpig

Kleur: Goudgeel, rood gestippeld of lichtrood gevlekt langs de zonzijde. Vrij egaal van kleur

Vruchtvlees: Tamelijk stevig, tamelijk sappig, zoet, smaak zeer goed, met speciaal aangenaam gesuikerd aroma. Fijn en zacht

Peer "Conference"

De boom groeit zwak tot matig sterk. Gesteltakken steil- en schuinopstaand, voldoende vertakt; zijtakken gedeeltelijk horizontaal, later hangend. Vruchthout dicht bezet met sporen en stekeltwijgen. Vorm van de kruin hoogpiramidaal, na de vormsnoei blijven controleren; tijdig verjongen; geschikt voor haagvorm en muurbeplanting. Minder geschikt als hoogstam. Stelt geen bepaalde eisen aan den grond.

Bloeitijd middenvroeg en is is vroeg en regelmatig vruchtbaar.

Niet gevoelig voor bepaalde ziekten, verdraagt koperbespuitingen slecht.

Conference is een der meest aangeplante variëteiten der laatste jaren. Boom groeit goed en is zeer vruchtbaar.

Peer heeft een mooi uiterlijk, is goed van kwaliteit en in alle opzichten geschikt voor den handel.

Al naargelang de standplaats kan er geoogst worden vanaf midden september tot midden oktober; tot boomrijpheid windvast, dan vruchtval; aan het einde van de steel vast nemen om te plukken; plukprestatie hoog; hardrijp goed transporteerbaar. Het plukken gebeurt normaal 170 à 175 dagen na de bloei, als 10% van de oppervlakte van de pitten zijn gekleurd. Het is een sterk soort die ondanks vorstschade nog vrucht kan zetten, maar dan uitgroeit zonder pitten.

Bloeitijd: April tot mei

Bloem: Wit

Plukrijp: Vanaf eind september tot half oktober

Gebruikstijd: Oktober tot einde november

Bewaren: In natuurlijke opslag tot begin november. In koelopslag tot februari / maart, na de koelopslag snel consumptierijp. Na koeling nog laten narijpen.

Vrucht: Middelgroot tot groot, zeer lang gerekte vrucht, naar den steel dun uitloopend, gelijkvormig.

Kleur : Troebel – groenachtig geel

Vruchtvlees: Zalmkleurig , saprijk, smeltend, zoet, aangename smaak

Kelk: Klein, half gesloten in vlakke kelkholte

Steel: Matig lang, dun

Framboos

De framboos (Rubus idaeus), verwant aan de braam, is een winterharde vaste houtige plant afkomstig uit de rozenfamilie. In de frambozenteelt spelen de teeltmethodes een belangrijke rol voor een goede oogst. Daarbij maken we een onderscheid tussen zomer- en herfstframbozen.

verzorging:

De framboos houdt niet van kalkrijke, zware en natte klei-achtige grond. De ideale bodemstructuur is een lichtzure, humusrijke en waterdoorlatende bodem. In het voorjaar kun je extra bemesten met wat organische meststof, en gedurende droge periodes moet je wat extra water geven.

De frambozenplant heeft behoorlijk wat groeikracht en ontwikkelt slingerachtige takken. Zorg dat uitlopers dichtbij blijven en geef de plant ondersteuning. Plaats ze op een zonnige plek met een beetje schaduw op 10 cm afstand tegen een schutting of pergola. Zorg dat je ze vervolgens opbindt om de groei te controleren.

Bloeitijd: mei tot juni

Bloem: Wit

Plukrijp: Eind juni tot half augustus

Bewaren: in papieren zak of op keukenpapier in koelkast

Vrucht: klein, zoet

Kleur : rood

Vruchtvlees: saprijk, smeltend, zoet, aangename smaak


Honingsbes

De struiken van de honingbes kunnen 1,5 tot 2 meter hoog en breed worden. Honingbessen zijn toleranter voor natte omstandigheden dan de meeste fruitsoorten.

Honingbes kan eigenlijk op alle grondsoorten staan. Hierdoor kan de Honingbes eenvoudiger gekweekt worden.


De Honingbes is een struik die eenvoudig in kweek is. Eenmaal de juiste plaats en aangeworteld gaat het meeste vanzelf. In het najaar wel even het dode hout verwijderen.


Bloeitijd: maart

Bloem: Wit

Plukrijp: mei en juni

Bewaren: in papieren zak of op keukenpapier in koelkast

Vrucht: klein, zoet

Kleur : donker blauw

Vruchtvlees: zoet/zuur, aangename smaak



Appelbes

De appelbesstruik (Aronia) is een heester die uit de rozen familie komt waar ook de appel en de peer vandaan komen.

Het zijn schitterende struiken die ook goed solitair geplant kunnen worden en hebben zowel een super mooie bloei in mei, maar ook een zeer mooie kleur als het fruit rijp is. Vaak zijn dan de appelbessen overladen met auberginekleurige schermen vol bessen.

Op de koop toe is de herfstkleur ook nog eens erg mooi en uitbundig met een brons-rode kleur.

Ook hebben de aroniastruiken geen last van vorst in ons land en ook ziektes ontlopen ze vaak!

De appelbes kan zowel in de volle zon als halfschaduw geplant worden.

Meer zon is ook meer smaak.

De appelbes is vers niet heel erg lekker maar door ze te verwerken zijn ze een echte delicatesse! Maar verwerkt zijn ze heerlijk.

  • jam

  • sap

  • Drogen tot een soort rozijntjes

  • Marinade voor vlees


Bloeitijd: mei

Bloem: Wit

Plukrijp: half juli

Bewaren: in papieren zak of op keukenpapier in koelkast

Vrucht: klein

Kleur : donker blauw

Vruchtvlees: zuur, sterke smaak


Aalbes

De framboos (Rubus idaeus), verwant aan de braam, is een winterharde vaste houtige plant afkomstig uit de rozenfamilie. In de frambozenteelt spelen de teeltmethodes een belangrijke rol voor een goede oogst. Daarbij maken we een onderscheid tussen zomer- en herfstframbozen.

verzorging:

De framboos houdt niet van kalkrijke, zware en natte klei-achtige grond. De ideale bodemstructuur is een lichtzure, humusrijke en waterdoorlatende bodem. In het voorjaar kun je extra bemesten met wat organische meststof, en gedurende droge periodes moet je wat extra water geven.

De frambozenplant heeft behoorlijk wat groeikracht en ontwikkelt slingerachtige takken. Zorg dat uitlopers dichtbij blijven en geef de plant ondersteuning. Plaats ze op een zonnige plek met een beetje schaduw op 10 cm afstand tegen een schutting of pergola. Zorg dat je ze vervolgens opbindt om de groei te controleren.

Bloeitijd: mei tot juni

Bloem: Wit

Plukrijp: Eind juni tot half augustus

Bewaren: in papieren zak of op keukenpapier in koelkast

Vrucht: klein, zoet

Kleur : rood

Vruchtvlees: saprijk, smeltend, zoet, aangename smaak


Cassis

De zwarte bes is geen zwarte vorm van de aalbes (Ribes rubrum) maar ze zijn wel familie. Ondanks dat de struiken veel op elkaar lijken zijn er een flink aantal verschillen tussen aalbessen en zwarte bessen. Het gaat dan om verschillen in uiterlijk, maar nog meer om verschillen in smaak en ook in groei, bloei en voedingsbehoeften.

Mocht je eens in een tuin een bessenstruik zien en vraag je je af of het een aalbes of een zwarte bes is: een zwarte bes kun je altijd herkennen aan de geur. Als je het blad wat kneust komt de typische geur van zwarte bessen je tegemoet. Aalbessenblad heeft die bijzondere geur niet.


Verwerking:

Zwarte bessen zijn als rauwe, eetbare bes zeker niet de lekkerste bes; ze hebben een wat bijzondere maar wrange smaak. Daarentegen is ze na verwerking onovertroffen: bessensap, zwarte bessengelei, in jam, en erg lekker is ook zelfgemaakte zwarte bessenlikeur. Ze zijn dus rauw wel eetbaar maar na koken/bereiden komt pas het heerlijke aroma goed vrij en smaakt ze heel bijzonder. Zwarte bessen bevatten enorm veel vitamine C.


Verzorging:

De zwarte bes is een winterharde struik, geschikt voor een zonnige standplaats (maar in halfschaduw doet ze het hier ook goed).


Bloei: De zwarte bes bloeit in april met kleine bloempjes en daar zit gelijk een klein risico; de bloemen kunnen door nachtvorst worden beschadigd en dat kan de oogst ernstig beïnvloeden.

De bloemen van de zwarte bes zijn klein en onopvallend. Ze is zelfbestuivend en eenhuizig (ook bij de aanplant van 1 struik kun je dus zwarte bessen oogsten), maar kruisbestuiving door insecten komt veel voor en zou een grotere opbrengst opleveren.


Vrucht: donkere bes, sappig, wrang, hoog vitamine C gehalte

Plukrijp: eind juni tot half augustus


Stekelbes

Stekelbessen of kruisbessen zijn gemakkelijke bessenstruiken die het in de meeste tuingronden behoorlijk goed doen. Al blijkt een plekje in de zon het meest ideale te zijn. Kweek stekelbessen als struikjes of leid ze langs een draad, dan nemen ze minder plaats in. Zelfs in een pot zal de oogst je verrassen.

verzorging:

Kruisbes staat graag op een plek in de zon of half-zon

Ribes uva-crispa Mucurines houdt van voldoende vocht, maar wil ook weer niet in een kletsnatte grond staan. Check dus, zeker als het heel warm is, af en toe even of de grond niet kurkdroog is.

Houdt van een vruchtbare, vochthoudende grond die goed gedraineerd is. Kruisbes staat daarnaast graag wat beschut, uit de harde wind.

Deze Kruisbes kan in volle grond 150cm hoog worden, in ideale omstandigheden. Op pot kan 'ie ook wel 100cm hoog worden, maar om goed te oogsten is het verstandig om de plant net voor het voorjaar begint terug te snoeien.

Belangrijk om te weten: kruisbessen dragen hun fruit op 2-jarig hout. Knip na de oogst de takken weg waar de bessen aan zaten.

Plukrijp: half juli tot eind augustus

Bewaren: in papieren zak of op keukenpapier in koelkast

Vrucht: klein, zuur

Kleur : groen, rood

Vruchtvlees: saprijk, zuur