Bloemen

Goudbloem - Calendula

De goudsbloem is een veelzijdig kruid en als vrolijke noot in menig tuin te vinden. Het is een éénjarige plant van 20 tot 50 cm. hoog, met een rechtopstaande vertakte stengel met spatelvormige bladeren en oranjegele bloemen die bloeien van juni tot oktober.

De goudsbloem heeft het naar zijn zin op een schrale zonnige plek en zal zich spontaan uitzaaien.

De oorspronkelijke standplaats is Zuid-Europa, nu wordt de goudsbloem overal gekweekt.

Calendula komt van het Latijnse Calenda, de eerste dag van de maand, omdat de planten dan steeds schijnen te bloeien.

Goudsbloem wordt vanwege de antiseptische, ontstekingswerende, wondhelende, samentrekkende en verzachtende eigenschappen al eeuwenlang uitwendig gebruikt tegen allerlei huidaandoeningen zoals schaafwonden, doorligwonden, etterende wonden, moeilijk helende wonden, zonnebrand, brandwonden, tepelkloven, eczeem, psoriasis, ruwe en schrale huid, steenpuisten, zweren, luieruitslag, jeuk, voetschimmel, wratten en eelt.

Tegen mieren

Goudsbloemen, gezaaid rond het huis, zouden mieren op een afstand houden, want in goudsbloemen zit de stof pyretrine die gebruikt wordt voor insectenwerende middelen.

Weervoorspeller

De goudsbloem werd vroeger als weerprofeet gezien; als de bloemen s ochtends om 7 uur nog dicht waren, ging het die dag regenen.

Culinair gebruik

De bloemblaadjes kunnen gebruikt worden om een saffraankleur en een iets scherpere smaak te geven aan rijst, vis en vleessoepen, zachte kaas, yoghurt, boter, omeletten, melkgerechten, cakes en zoete broden.

Medicinaal gebruik

Goudsbloemtinctuur wordt wel het natuurlijke jodium genoemd. Verdun 1 deel tinctuur met 3-4 delen gekookt water om wonden schoon te maken of om de mond mee te spoelen bij mondslijmvlies- of tandvleesontstekingen.

Goudsbloem wordt ook inwendig gebruikt bij aandoeningen zoals: geelzucht, leverontsteking, maag/darmkrampen, galwegontsteking, maagzweren, dikke darmontsteking, pijnlijke menstruatie en genitale onststekingen.

Goudsbloemthee wordt uitwendig gebruikt bij huidaandoeningen, wonden en om make-up te verwijderen.

Bij inwendig gebruik stimuleert het de werking van de gal en de lever en helpt het krampen te verlichten.

Kaasjeskruid

Kaasjeskruid (Malva sylvestris) is een leuke en makkelijke bloem. Zij kan op veel plekken groeien, ook bijvoorbeeld in de stad. De bloemen zijn roze van kleur met enkele donkerroze streepjes. Het doet het goed in de border maar ook op veldjes of in wilde stukjes tuin.

Kaasjeskruid wordt 80 tot 150 cm hoog. De naam ‘kaasjeskruid’ komt voort uit de vorm van de vruchten, die lijken op Goudse kazen. Het is een eenjarig soort, wat betekent dat het bloeit in hetzelfde jaar als dat de zaden gezaaid zijn. Met een beetje geluk bloeit dezelfde plant het jaar erna gewoon weer en gedraagt zij zich dus als vaste plant.

Favoriet bij insecten

Het kaasjeskruid is favoriet bij insecten, hij geeft nectar voor bijen en hommels. Het is de voedselplant voor de rupsen van distelvlinders van het kleine kaasjeskruiddikkopje vlindertje. Langs een muur is het ook een mooie plant die met weinig grondruimte toe kan.

Kaasjeskruid in de keuken

Gebruikt in de kruidengeneeskunde, Ook kan je het als groente eten. Het blad kan gebruikt worden zoals spinazie. Je kan het blad koken of door salade eten, het smaakt nootachtig. De bloemen zijn ook te eten. Zaaien van het kaasjeskruid

Kies ten eerste een goede plek voor kaasjeskruid. Gelukkig is dat makkelijk want deze plant stelt weinig eisen:

  • Volle zon of halfschaduw

  • Liefst goed gedraineerde, enigszins droge grond

  • Voedselrijke grond heeft de voorkeur maar op een wat schrale grond doet kaasjeskruid het ook prima.

Strooi de zaden vanaf april of mei buiten uit over de grond en bedek ze licht met vochtige aarde. Plant de zaden ongeveer 25 cm bij elkaar vandaan of dun de kiemplantjes later uit tot die afstand.

Je kan ook in een kas of in de vensterbank zaaien in februari of maart en de jonge plantjes overplanten naar buiten in april of mei.

Bloeiperiode

kaasjeskruid bloeit van juni tot september.

De winter is soms wat te hard voor de plant om te overleven, maar als de wortels het wel overleven zal de plant vrolijk weer uitgroeien en bloeien het jaar erna.

Verzorging van groot kaasjeskruid

Kaasjeskruid heeft weinig verzorging nodig. Als het extreem droog is kan hij wat extra water gebruiken. Als je de uitgebloeide bloemen weghaalt zal de plant langer blijven bloeien. In een strenge winter zou je de bodem kunnen afdekken zodat de plant de vorst overleefd.


Korenbloem

De korenbloem (Centaurea cyanus), ook wel wilde korenbloem genoemd, is een 30–60 cm hoge, eenjarige plant uit de composietenfamilie.

De korenbloem dankt zijn naam aan de traditionele groeiplaats; op akkers tussen het graan. Doordat de plant slechts weinig ruimte nodig had, kon hij hier tussen het hoge graan overleven. In bermen van binnenwegen zijn de blauwe bloemen nog wel regelmatig aan te treffen.

De trompetvormige straalbloemen met driehoekige slippen hebben een opvallende diepe kleur blauw, die aanleiding heeft gegeven tot de naam korenbloemenblauw. De voet van de buisbloempjes is paars. De natuurlijke bloeiperiode is van juni tot augustus.

Etymologie

De Latijnse naam refereert aan de mythische centaur Cheiron. Nadat deze was geraakt met een gifpijl, stelpte hij de wond met deze bloem.

Toepassingen

Een aftreksel van de bloemen en bladeren is wel gebruikt tegen bronchitis. Ook worden de bloemblaadjes sporadisch gebruikt in thee, zoals de 'Russian Earl Grey'

Ecologische aspecten

Door de platte vorm zijn de bloemen populair bij zweefvliegen. Ook vlinders en solitaire bijen gebruiken de plant als nectarbron. De parasitoide sluipvlieg wordt ook bij de korenbloem aangetroffen.


Kosmos

Uitzicht

Cosmos is een prachtige perkplant met een margrietachtige bloem. Er zijn cultivars op de markt in vele diverse tinten wit, roze en rood. De bloei is doorlopend van juli tot oktober, daarna worden de knollen best uit de grond gehaald om vorstvrij te overwinteren.

De donkergroene bladeren blijven laag aan de plant en zijn fijn-geveerd. De bloemhoofdjes staan gecentreerd op een lange stengel. Cosmos zijn prachtige snijbloemen.

Cosmos, waar planten

Plant de cosmos op een beschutte, zonnige plaats in matig vruchtbare grond die goed vochthoudend moet zijn.

Verzorging

De cosmos is niet winterhard maar de knollen kunnen vorstvrij overwinterd worden net zoals dahlia knollen. Dit doe je door de knollen in het najaar uit de grond te halen en ze in huis te bewaren op een vorstvrije plek. In het voorjaar plant je de knollen weer uit. Cosmos kan ook na de laatste nachtvorst gezaaid worden.

Dit wist je nog niet:

De plant is een mooie bijenplant, d.w.z. dat veel wilde bijen, hommels en vlinders hun nectar en stuifmeel komen halen.

Oost-Indische kers

Oost Indische kers (Tropaeolum majus) is een plant met prachtige gele of oranje bloemen. Ze zijn prachtig om te zien en zijn heel eenvoudig te zaaien en te groeien in de tuin!

De bladeren, bloemen en zaden zijn ook nog eens eetbaar. Vooral de bladeren kan je goed gebruiken in salades. De bloemen zie je ook vaak terug als er eetbare bloemen worden geserveerd.

Oost-Indische kers groeit echt heel makkelijk, het heeft niet veel nodig. Daardoor doet zij het ook uitstekend in een grote pot of kuip op het terras of op het balkon.

Zaaien van Oost-Indische Kers

Het zaaien van Oost Indische kers is heel simpel:

  • je duwt de zaden in een stukje van de tuin op een stukje geschoffelde grond.

  • De zaden zien er uit als grote beige geribbelde erwten.

  • Kies een plekje uit waar veel zon komt.

  • Zorg dat je de zaden ver uit elkaar zaait (30 – 40 cm), want elke plant wordt best groot in de breedte, waardoor ze elkaar in de weg gaan zitten bij de groei.

Het zaaien kan je doen in maart – april als je dat jaar nog bloemen wilt. De plant is eenjarig en zal dus bloeien in hetzelfde jaar als dat je hem zaait. Als je Oost Indische kers in de herfst zaait, na het groeiseizoen, gaan ze het jaar erna in de lente groeien en bloeien.

Oost Indische kers groeit op bijna alle soorten grond, behalve als het echt heel nat is.

Verzorging

Oost-Indische kers heeft geen verzorging nodig na het zaaien. De bloemen ontwikkelen zelf weer zaadjes als ze uitgebloeid zijn. Die kan je verzamelen om ergens anders weer uit te zaaien, of je kan ze laten zitten zodat ze zich rond de planten verder uitzaaien.

Reukerwt

Uitzicht

Lathyrus verspreiden een heerlijke bloemengeur. Er zijn lage lathyrussen, die 30 tot 50 cm hoog klimmen, en hoge lathyrussen die tot 2 m hoog worden.

Reukerwt bloeit in ​diverse kleuren vanaf juni tot de eerste vorst.

Reukerwt - Pronkerwt, waar planten

Reukerwt is een ​klimplant die steun nodig heeft. Hij staat graag zonnig en beschut tegen wind. Zorg voor een humusrijke bodem: voeg compost toe aan de bodem bij aanplant.

Plantdichtheid: 5 - 6 per m²

Verzorging

Regelmatig uitgebloeide bloemen verwijderen, regelmatig water met voeding geven.

Stokroos

De stokroos is een prachtige plant die voorkomt in veel verschillende kleuren bloemen. De plant heeft weinig zorg nodig en wordt vrij hoog, waarbij de stokroos met veel grote bloemen bloeit. Bijen, hommels en vlinders worden aangetrokken tot de bloemen. Stokrozen staan vooral mooi langs een muurtje of schutting. Ook in de stad is het heel populair, bijvoorbeeld in een randje grond tussen een huis en de stoep. Stokroos heeft niet veel grond nodig maar bloeit wel heel mooi, ideaal dus als je weinig plek hebt.

Eenjarig of tweejarige stokroos?

Stokroos is eenjarig of tweejarig. Tweejarig betekent dat het eerst een lente en zomer groeit en het volgende jaar pas bloeit. Het eerste jaar maakt de tweejarige stokroos een roset van bladeren, dichtbij de grond. Het jaar erna maakt zij een enorme stengel waar de bloemen aan komen. Eenjarige stokrozen zaai in je de vroege lente en zij bloeien dan nog dezelfde zomer.

In principe kan je stokrozen het hele jaar door zaaien, behalve als het vriest, wanneer er gebloeid wordt hangt wel af van de zaaiperiode.

De bloei is bij beide soorten stokrozen in juli, augustus en september.

Zaaien van stokroos

Stokroos zaaien is eenvoudig. Je kan het doen in de een stukje omgespitte grond van je tuin, of in een border waar al een beetje gras of andere lage planten groeien. De zaden kunnen het hele jaar door gezaaid worden, behalve als het vriest (zie hierboven voor zaaiperiode).

  • Kies een zonnige plek voor het zaaien van stokrozen, want deze plant houdt van zon.

  • Strooi de zaadjes uit over de grond en dek ze eventueel toe met een klein laagje aarde.

  • Zorg dat je maar heel weinig zaadjes ineens zaait want (bijna) elk zaadje wordt een prachtige bloeiende plant!

  • Houdt ongeveer 30 cm rondom elke plant vrij voor optimale ruimte.

Verzorging van stokrozen

De verzorging van stokroos is ook simpel. Alleen als het heel droog weer is voor langere tijd, moet de plant wat water krijgen. Bij een tekort aan water zal de plant veel korter bloeien en kleiner blijven. Als de stokroos heel hoog wordt kan je hem ondersteunen zodat hij niet knakt bij wind. Dit kan door een bamboestok naast de stokroos in de grond te steken en deze losjes met touw vast te maken aan de stokroos. Je kan ook een groep stokrozen bij elkaar houden met wat touw om te voorkomen dat ze omvallen. Vooral als de stokroos zaden gaat aanmaken zal hij zwaar worden aan de bovenkant en kan hij ombuigen of knakken.


In de herfst sterft de hele bovengrondse stokroos af. Bij de tweejarige variant overleefd de wortel de winter. In de lente loopt hij weer uit en gaat hij bloeien. Als je geluk hebt bloeit de plant de jaren daarna gewoon weer opnieuw. Als je zaadjes van de stokroos verzameld hebt, kan je deze laten drogen en ze weer uitzaaien. Het jaar erna heb je dan weer veel prachtige stokrozen! Als je de zaden niet verzamelt zal de stokroos zichzelf uitzaaien rond de plant.

Wilde venkel

Goed irrigeren

De wilde venkel is een robuuste plant, die vaak spontaan groeit in de weiden of langs de randen van wegen. Het kan ook worden gekweekt in de tuin, in de moestuin of in een vaas, omdat het veel gunstige eigenschappen heeft. De teelt lijkt eenvoudig, maar er moet op worden gelet dat er geen waterstagnatie optreedt, waardoor de wortels van de plant kunnen rotten. Tegelijkertijd is het goed om in geval van teelt in potten een bepaalde hoeveelheid zand aan de grond toe te voegen. De wilde venkel wordt gekweekt in gebieden waar de wintertemperaturen ten hoogste 3 ° C-4 ° C zijn.

Teelt

De wilde venkel is een andere variëteit dan de tuinbouw, gekenmerkt door een zoetere smaak. Deze soort is meerjarig en groeit spontaan: het kan een hoogte van 2 meter bereiken en heeft een zeer vertakte stengel. De groene bladeren hebben een vergelijkbare uitstraling en textuur als die van hooi; tijdens de zomer ontspruiten kleine gele bloemen verzameld in paraplu's waaruit de vruchten zich ontwikkelen, ook wel zaden genoemd. Alles wordt verbruikt van deze plant (bladeren, knoppen, fruit en bloemen). Om de wilde venkel te cultiveren, is het raadzaam om de bloeiwijzen te snijden voordat de vruchten volledig rijp zijn en van de plant komen. Dit voorkomt dat het monster ongecontroleerd groeit, omdat de zaden gemakkelijk door de tuin kunnen worden verspreid en nieuwe planten worden geboren.

Bodem en bemesting

De wilde venkel vereist geen speciale zorg of een land met bepaalde vereisten. De enige noodzakelijke voorzorgsmaatregel is dat de grond goed gedraineerd is, om waterstagnatie te voorkomen die gevaarlijk is voor de wortels. Bemesting is ook niet nodig; hooguit kan organische meststof aan het begin van het groeiseizoen aan de voet van de plant worden toegevoegd, maar het is geen fundamentele operatie. De wilde venkel moet zeer zonnig zijn en beschut tegen sterke wind. Het zaaien wordt meestal in het voorjaar uitgevoerd, maar het is ook mogelijk om het in de winter in kassen of in verwarmde bakken te doen; dan worden de planten in april geplant.

Wilde venkel: ziekten en plagen

De wilde venkel moet ver van de dille en andere soorten venkel worden gekweekt: in feite kunnen deze associaties leven geven aan hybriden die zich gemakkelijk verspreiden. Als een soort in spontane staat, is deze plant zeer goed bestand tegen ziekten en parasieten, maar hij kan worden aangetast door insecten en cryptogamische ziekten. Wat insecten betreft, beïnvloeden deze parasieten het luchtgedeelte van de wilde venkel: de meest voorkomende zijn de motten (met name de ondersoort Depressaria nervosa en daucella) en de bladluizen. In deze gevallen kunt u specifieke producten gebruiken of u richten op preventie door groene technieken: lieveheersbeestjes zijn bijvoorbeeld de natuurlijke roofdieren van bladluizen.

Winde

Omschrijving:

Hoogte 1,5 tot 3 meter. Eenjarig / Niet winterhard

Makkelijk op te kweken, snelgroeiende, omhoog slingerende klimplant. Eén van de beste soorten voor buiten.

Bloei : aug / okt. De 6-8 cm grote trechtervormige lila of blauwe bloemen zijn alleen overdag geopend.

Bloemen openen zich aan het begin van de ochtend en sluiten bij het invallen van de schemering.

Grote, hartvormige bladen.

De klimmende winde is typisch zo'n plant die je als 'bijzetplant' zou kunnen betitelen. Soms lukt het de plant over te houden, maar meestal heb je er maar een jaar plezier aan

Plantvoorschriften:

Houd van een zonnige standplaats en van Een winde groeit op een licht humeuze grond, die permanent licht vochtig moet zijn.

Zorg dat de grond niet uitdroogt en bemest af en toe.

Plant dagbloemen altijd uit de wind en de tocht. Ze heeft een steun nodig om haar ranken rond te kronkelen en zo omhoog te klimmen.

Plantafstand 50/60cm

Verzorging:

Weinig onderhoud.

Af en toe bemesten .

Om overdadig uitzaaien te voorkomen moet je de zaadbollen tijdig wegknippen.

Verwijder na de eerste vorst de plantenresten.

Zaaien :

In april in potjes. Week het zaad de avond voor u zaait in lauw water om het kiemen te versnellen. Zaadjes die de volgende ochtend nog drijven , niet gebruiken.

Duw in elk potje 3/4 zaden circa 2cm diep. Duw de aarde aan en besproei met een nevelsproeier. Zet de potjes op een beschutte plaats , bv in een niet verwarmde serre. Hou de grond vochtig tot de eerste blaadjes na een tiental dagen verschijnen.

Uitdunnen : doe dit ongeveer drie weken later . Hou het sterkste plantje van de pot over.

Planten : Kan je wanneer de plantjes 12/15cm hoog zijn. Dit is ongeveer eind mei.

Plant ze aan de voet van hun klimsteun op 50/60cm uit elkaar.

Zonnebloem

De zonnebloem is ook nog eens een ongelooflijk slimme bloem. De bloem weet namelijk precies waar de zon is; naar die kant draait de bloem z’n ‘gezicht’.

Herkomst

Van oorsprong komt de zonnebloem uit Centraal- en Zuid-Amerika. Pas toen de Middeleeuwen op hun eind liepen kwam de zonnebloem met Spaanse veroveraars naar Europa.

Voor veel mensen staat de zonnebloem symbool voor de zomer.

De officiële symboliek van de zonnebloem is zon en liefde. De betekenissen van de zonnebloem hebben dan ook allemaal een link met ‘warme gevoelens’, namelijk: betrokkenheid, geluk, toewijding of adoreren, bewondering en een lang leven.

Hoe kan je zonnebloemen zaaien?

Het beste moment om een zonnebloem in de volle grond te planten is vanaf april tot juni. Het kweken van een zonnebloem is heel gemakkelijk, maar hiervoor is wel zon nodig. Kies daarom voor een plek waar volop zon is en zaai de zonnebloemzaden op 1 tot 2 cm diepte. Verzorg de bloemen goed door deze bij droogte water te geven en de grond luchtig te houden.

Gemiddeld komt een zonnebloem 90 dagen na het zaaien tot bloei. Wij adviseren om de zonnebloem te ondersteunen wanneer de bloem hoog wordt of wanneer er slecht weer op komst is, hiermee voorkom je dat de zonnebloem afbreekt.

Hoe kan je zonnebloemen drogen?

Je kan een zonnebloem drogen ter decoratie of voor gebruik van de zonnebloemzaden/zonnebloempitten. Wil je zonnebloemen drogen ter decoratie dan zijn de kleine/ middelgrote zonnebloemen hier het beste voor geschikt. Oogst de zonnebloem wanneer deze voor een deel geopend is en snij de steel af op de gewenste hoogte. Hang de bloem op de kop in een goed geventileerde ruimte. De bloem zal verder uitkomen en wanneer goed gedroogd zal die 6 weken goed moeten blijven.

Wanneer moet je een zonnebloem afsnijden/ oogsten/ snoeien?

Dit is afhankelijk van het doel dat je hebt met de zonnebloem.

ls de zonnebloem zijn blaadjes heeft verloren is het van belang dat de bloem goed wordt beschermd. Zorg er allereerst voor dat je de kern beschermt tegen vogels, daarnaast is het belangrijk dat de kern niet vochtig wordt waardoor schimmels geen ruimte krijgen. Dit kan door een doek of papieren zak over de bloem heen te hangen.

Is de achterkant van de zonnebloem bruin geworden dan is het tijd om de bloem af te knippen. Is de bloem afgeknipt hang deze dan ondersteboven in een goed geventileerde ruimte. Het drogen van de zonnebloemzaadjes zal een paar weken duren. Wanneer de zonnebloemzaden gedroogd zijn kan je ze er gemakkelijk uithalen.