b(e)loende salami, op basis van paardenvlees ... badder(e) soort houten balk bakkeren typisch Merelbeeks kaartspel op 6 januari gespeeld ... bálaup exact, vlakop ... balnìr scheidsrechtersbal ... bass'n blaffen ... battaklan spullen, boeltje, troep baulde slagboom, afsluiting, sluithek ... bedèrven 1. verwennen 2. in kwaliteit achteruitgaan (voeding) 3. vergallen ... begankenèsse drukte (van volk) ... beite ooi(schaap) ... beize 1.schommel 2.regenbui ... bezaudze plunjezak gebruikt door seizoenarbeiders ... biekelen loodjes omhoogwerpen en ze opvangen met bovenkant vd hand ... bielde 1.hoofd 2. dwarsligger in hout voor spoorrails bierscheelke kroonkurk (van fles) ... biestses (de) jicht ... biezebeize zie "beize" - schommel ... bin'n een beetse straks ... birtel(e) beitel ... bitterauven bieten ... blaaën (de schole....) (blauwen), spijbelen, de school verzuimen, ... blafte 1.iets zeer groot 2.hevige slag,schop... ... blageur opschepper ... bleine blaar (op handen of voeten) ... blènderke (spelen) verstoppertje spelen ... blitt'n wenen, bleiten ... bloetriep bloedworst ... boezen (oud) knikkerspel bollekèt grote marbel ... bomèswere guur weer met veel wind en regen (komt van baafmis, mis voor sint Bavo, begin oktober) bootse(n) boterham ... brauker(e) schoffel ... brauve braaf ... brieën boterhammen beleggen met boter of ander beleg ... briekee aansteker ... brodspoelder(e) prutser, knoeier ... broebelen brabbeltaal spreken ... broekàf kaartspel ... bronseleere knoeier, amateur-knutselaar ... brooskes halve kousjes, korte wollen sokjes ... buss(t)el(e) borstel ... bwoate brievenbus ... |