Kardinaalsmuts, ook een plant
De kardinaalsmuts is een slanke Europese struik met voorkeur voor
bossen en dichte bosjes op kalksteen, hij heeft takken met een
wonderlijke vierkante doorsnee. Zijn naam dankt de struik aan de
helderroze bessen die inderdaad aan de muts van een kardinaal doen
denken.Kardinaalsmuts botanisch
De kardinaalsmuts hoort bij een plantenfamilie van zowat 180 soorten
bladverliezende zowel als groenblijvende struiken en kleine bomen. Ze
hebben een groot verspreidingsgebied in Europa, Azië, Australië,
Noord-Amerika en Madagaskar.
De bladeren zijn tegenoverstaand en eenvoudig ovaal gevormd, tot 15 cm
lang, gewoonlijk fijn getand. De kleine bloemen zijn gewoonlijk
groenwit en weinig onopvallend. De vrucht daar en tegen is juist
bijzonder opvallend door zijn felle kleur en zijn opvallende vorm, waar
de struik zijn naam aan te danken heeft. Het is een rozerode vier- of
vijfkamerige bes, die opensplitst om de vlezige oranje zaden te tonen.
De zaden worden door vogels gegeten, die de zaden na vertering weer
uitscheiden waardoor ze verspreid worden.
Kardinaalsmuts als spin-klos
Duizenden jaren geleden, toen het spinnenwiel nog niet was
uitgevonden, zouden de vrouwen of mannen een spinklos gebruikt hebben,
een met een gewicht verzwaard staafje. De grove draad werd
vastgebonden aan het einde van het staafje dat men daarna aan het
draaien bracht zodat de draad onder het gewicht uitrekte. Het hout van
kardinaalsmuts was ideaal voor dit doel, taai, zwaar, glad en heel
hard. De jonge takken zijn vaak zo dun en recht als een metalen staafje
en men kon er spinklossen van snijden zonder ingewikkeld snijwerk.
Verwonderlijk is wel dat de Euonymus europaeus nu een doodgewone,
inheemse struik, die als werktuig niet meer gebruikt word, ooit veel
gebruikswaarde heeft gehad. De hardheid van het bleekgele hout
betekende dat hij ook gebruikt werd voor vleespennen en tandenstokers
en later voor strijkstokken voor violen, pennen, breinaalden en zelfs
vogelkooien.
In 1568 schreef William Turner in zijn 'The Herbal' het volgende: 'Ik
heb deze Boom vaak in Engeland gezien... maar ik kon nooit achter de
Engelse naam komen; de Hollanders noemen hem Spilboome, dat wil zeggen
Spilleboom, omdat zij er spillen van maken in dat land...'
Flora Batava
Ook in de Flora Batava wordt zijn gebruik uitvoerig beschreven
'Deze
Heester, die zeer bekwaam tot levendige Heggen kan gebruikt worden,
heeft taai, vast, geel, en fyn hout, veel overeenkomende met dat van
den Boom-Palm (Buxus Sempervirens), en wordt hierom gezogt van de
Draaiwerkers en Instrumentmakers tot Spillen, Klosjes voor de
Speldenwerkers, Orgelpypen, Figuren voor het Schaakbord, Naaldkokers,
Tandestokers, Deveken enz. doch men wil dat de Draaijers onder het
bewerken van dit hout, ligt neiging tot braken krygen. Dit hout geeft
de fynste houts-kolen, om daar mede te tekenen, en 'er Buspoeder van te
maken. (Linnaeus) Tot het eerste oogmerk, moet men de dunste takken uit
kiezen, dezelve breken ter lengte van een vinger, en in een yzeren
dicht gesloten pot laten gloejen.
En zelfs als kleurstof blijkt de plant ooit gebruik geweest te zijn: '
De
Vruchten in loog gekookt, geven eene geele kleur aan het Turksch Leder,
saffraan genoemd. Verder komt van de Zaaddoosjes een donker geel sap,
't geen met eene ontbinding van aluin, eene goede zwavel-geele verw
oplevert'.
Luis- en laxeermiddel
Medicinaal zijn ze ooit als laxeermiddel in gebruik geweest. Ik zou ze
nu zeker niet meer opeten. Ze werken geweldig purgerend. Belangrijker
is zijn gebruik al luisdodend middel geweest. Onder de naam
'luizebessen' werden ze gebakken en verpulverd en in de haren van
kinderen gewreven om hen te ontdoen van luizen...
Nu is de plant alleen nog geliefd vanwege de bessen in de herfst, die
grappige vruchtjes als miniatuur hardroze pompoentjes waarvan de vier
lobben volmaakt ronde helder oranje pitten bevatten die zichtbaar
worden als de bes opengaat. Alleen dus nog in gebruik als een grappige
sierplant en als voer voor vogels en meer moet dat, zelfs voor een
herborist, niet zijn.