Lijst dood en rouwverwerking


Hoe de kleine roze olifant eens heel verdrietig was en hoe het weer goed met hem ging - Monika Weitze

Geplaatst 27 feb 2020, 05:51 door susan *   [ 27 feb 2020, 05:51 bijgewerkt ]


Kleine roze olifant Yaro moet afscheid nemen van zijn allerbeste vriend Tibe. Hij mist zijn vriend heel erg. Zo erg dat hij geen trek heeft in eten en hij ook niet wil spelen. De andere olifanten proberen hem te troosten en geven hem goedbedoelde raad: ‘Ga iets leuks doen’, ‘je komt er heus wel overheen’, ‘zoiets gebeurt ons allemaal wel eens’, ‘misschien kun je een nieuw vriendje zoeken’.
De kleine roze olifant probeert te spelen, vrolijk te doen en alles te vergeten, maar het helpt niet. Yaro besluit de oude wijze uil om raad te vragen. Na een reis die drie dagen, zeven uur en honderd stappen duurt komt hij bij de boom waar de oude wijze uil woont. De uil luistert naar het verhaal van de verdrietige olifant. ‘Wat een groot verdriet Yaro. Het is heel moeilijk om een vriend te missen.’ En dan geeft hij raad. Ten eerste dat Yaro rustig mag huilen, zoveel als nodig is. De tweede goede raad is om over zijn verdriet te praten met iemand van wie hij houdt, ‘vertel het steeds opnieuw.’ En tenslotte adviseert de wijze uil ‘geef je vriend, en alles wat jullie samen beleefd hebben, een plekje in je hart. Zo is hij altijd dichtbij je
Yaro volgt de raad op en het gaat steeds beter met hem. Na verloop van tijd maakt hij nieuwe vrienden. Natuurlijk vergeet hij Tibe niet, maar op een dag ‘zal de kleine roze olifant weer een nieuwe allerbeste vriend vinden’.

Dit oorspronkelijk Duitstalige prentenboek gaat over verdriet en troosten. Er zijn veel prentenboeken geschreven over dit thema, maar meestal is het verdriet dan aan een specifieke gebeurtenis verbonden zoals de dood of een echtscheiding. Dan is er vaak naast het thema verdriet ook aandacht voor praktische zaken, bijvoorbeeld hoe een begrafenis gaat of hoe het is om in twee huizen te wonen. In dit boek gaat het alleen om het gevoel van gemis en hoe je daarmee om kan gaan.
Zoals wel vaker in Duitstalige prentenboeken heeft het boek veel tekst en dat maakt het minder geschikt voor heel jonge kinderen. Wat de schrijfster goed laat zien is hoe groot verdriet kan zijn en hoe er getroost wordt. Bijvoorbeeld met goedbedoelde raad. De grote olifanten willen de kleine roze olifant echt heel graag troosten, dat kunnen we ook zien op de illustratie waar ze een beschermende kring om de verdrietige Yaro vormen, maar hun raad komt niet aan. Hier geeft het boek een uitstekende ingang om over dit soort troost te praten.
Wijze raad komt uiteindelijk van iemand met levenservaring. Heel mooi is het dat de wijze uil eerst het verdriet van de kleine roze olifant erkent en pas daarna raad geeft.
In het verhaal speelt nog een tweede thema: anders zijn. Onze hoofdpersoon is de enige olifant met een kleur en zijn vriend die weggaat was ook anders dan andere olifanten, hij had rode stippen. Als het ergste verdriet voorbij is, krijgen de andere kleine olifanten ook kleur, een geschenk van de regenboog. Het zijn krachtige beelden waarin impliciet tot uitdrukking komt dat ieder zijn eigen kleur heeft, maar die niet altijd zichtbaar is. Wel is het lastig dat het verhaal over veranderende kleuren en ‘anders zijn’ niet soepel in het hoofdverhaal is verwerkt. Veel jonge lezers zullen deze verhaalwendingen dan ook voor lief nemen. De tekst zal ook niet voor iedere kleuter makkelijk te volgen zijn wanneer de schrijfster beeldspraak gebruikt, zoals de raad om Tibe een plaats in het hart te geven. Kleuters hebben de neiging dit soort beelden letterlijk te nemen. Toch is dit prentenboek een aanwinst tussen de boeken over verdriet en rouw omdat het zo mooi laat zien hoe groot het verdriet van gemis kan zijn en wat troost biedt en wat niet en dat uiteindelijk de zon weer doorbreekt. De voorlezer krijgt met dit boek volop gelegenheid een gesprek hierover te beginnen.

Het verhaal wordt fraai ondersteund door de warme illustraties van Eric Battut. Opvallend element is daarin dat Yaro altijd in gezelschap is van twee vogels, zij lijken de echo van de idee dat hij en zijn vriend altijd als paar in zijn gedachten is en dus dichtbij.

Hoe de kleine roze olifant een heel verdrietig was... is een mooi verhaal over verdriet en troosten. 

Hoe de kleine roze olifant eens heel verdrietig was en hoe het weer goed met hem ging
Monika Weitze, vertaald door Emmy van Egmond met illustraties van Eric Battut

Holland, 2020


Alles wat was - Stine Jensen

Geplaatst 21 feb 2020, 04:05 door susan *   [ 21 feb 2020, 04:06 bijgewerkt ]


In 2015 zette Stine Jensen zichzelf als kinderboekenschrijfster op de kaart door een Zilveren Griffel te winnen voor haar boek Lieve Stine, weet jij het? De in Denemarken geboren en in Nederland opgegroeide Jensen is filosoof. Inmiddels heeft ze meerdere kinderboeken geschreven waarin ze op zoek gaat naar antwoorden op levensvragen. Ze schreef boeken over gevoelens, geluk, vriendschap en over de omgang tussen ouders en kinderen.
Haar nieuwste boek heeft een wat zwaarder onderwerp: afscheid nemen. In Alles wat was bespreekt Jensen eerst dat afscheid nemen bij het leven hoort en iets is dat je voortdurend doet. Je neemt bijvoorbeeld afscheid van de dag als je ’s avonds gaat slapen, je neemt afscheid van je moeder als je naar school gaat en je neemt afscheid van de bladzijden die je leest door ze om te slaan.
Soms is afscheid nemen moeilijk en soms zelfs heel moeilijk, bijvoorbeeld als er iemand doodgaat. Jensen stelt dat je kunt oefenen met afscheid nemen en daar filosofeert ze over. Zoals gebruikelijk kiest ze voor een speelse vorm, die fraai ondersteund wordt in de vormgeving. Jensen beantwoordt onder andere vragen van kinderen, ze geeft tips en ze laat kinderen van verschillende leeftijden aan het woord.
Er komen veel onderwerpen aan de orde, afscheid nemen blijkt een breed begrip, maar rouwverwerking is wel het belangrijkste onderwerp in het boek. Ze bespreekt bijvoorbeeld de verschillende fasen die worden onderscheiden in een rouwproces (en nuanceert dit), ze legt uit wat condoleren is en ze bespreekt de kenmerken van de dood. Jensen schrijft niet alleen over wat de dood van een geliefd mens los kan maken, ze gaat ook in op het verdriet als er afscheid genomen moet worden van een huisdier. Ze legt bijvoorbeeld een aantal kinderen de vraag voor of je nu snel weer een nieuw huisdier moet nemen of juist niet.
Vaak gaat afscheid nemen gepaard met verdriet. Jensen bespreekt hoe je hiermee om kunt gaan en wat troost eigenlijk is. Een leuke aanvulling is de aandacht voor rituelen en gewoonten uit andere landen. Zo bestaat er in Denemarken een afscheidsritueel om een relatie te beëindigen en kun je in Zuid-Korea een cursus proefsterven doen.

Het boek is aantrekkelijk uitgegeven, het heeft een groot formaat, een speelse lay-out en fijne gekleurde illustraties die gemaakt zijn door Marijke Klompmaker. Zij tekent mensen van allerlei leeftijden en kleuren en ze is erg goed in het weergeven van emoties. Die laten zich niet alleen aflezen van de gezichten, maar ook in houdingen en kleurgebruik. Soms kiest Klompmaker voor een veelzeggend beeld, bijvoorbeeld een zwart-wit getekende persoon met beweeglijke rode figuurtjes op zijn hoofd. Dan hoef je de tekst niet te lezen om te weten dat de afgebeelde meneer een rijk gedachteleven heeft.

Alles wat was is een rijk boek waarin op een duidelijke en open manier over afscheid, dood en rouw gesproken wordt en waarin Jensen dicht bij de belevingswereld van kinderen blijft. Een boek dat uitdaagt om over afscheid nemen na te denken en een boek dat een houvast kan zijn op die momenten dat afscheid nemen moeilijk is.

Alles wat was
Hoe ga je om met afscheid?
Stine Jensen met illustraties van Marijke Klompmaker


Kluitman, 2020

Kerstmis met Boer Boris - Ted van Lieshout

Geplaatst 10 dec 2018, 04:45 door susan *   [ 10 dec 2018, 04:45 bijgewerkt ]


In de meeste prentenboeken waarin kinderboekenhelden Kerstmis vieren is het verhaal voorspelbaar: er wordt een kerstboom gezocht, deze wordt opgetuigd en er wordt lekker eten gemaakt. Ergens in dat traject doen zich kleine problemen voor, die allemaal op eerste kerstdag zijn opgelost. Ted van Lieshout en Philip Hopman maken zich er niet zo makkelijk vanaf. 

Boer Boris ziet op de kalender dat het al snel Kerstmis wordt en hij gaat op pad met Sam en Berend om in het bos een geschikte kerstboom te zoeken. Het wordt (natuurlijk) een heel grote boom die niet door de deur past. Als iedereen op de boerderij, mensen en dieren, druk zijn met de kerstboom ontdekt een van de dieren dat er een varken is doodgegaan. De voorbereidingen voor het feest maken plaatst voor de begrafenis. Iedereen is verdrietig ‘Hoe kunnen we nu Kerstmis vieren, met zoveel verdriet’, vraagt Broer Berend zich af en hij pinkt een traantje weg. Boer Boris weet het wel hoe je Kerstmis kunt vieren ook al ben je verdrietig. Boris, Berend, Sam en de dieren betrekken hun dode vriend op hun manier bij het feest en zo lukt het om toch Kerstmis te vieren en daar plezier aan te beleven. Er wordt een vuurtje gemaakt, de boom wordt versierd en in de stal wacht een grote verrassing. 

Het is bijzonder dat Ted van Lieshout en Philip Hopman ervoor kiezen zoiets groots als het sterven van een geliefde te verbinden aan het kerstfeest, maar heel fijn dat ze dit doen. Juist met Kerstmis laat het gemis van geliefden zich extra voelen en dan is het fijn om met het voorlezen van dit prentenboek dit bespreekbaar te kunnen maken.
    Van Lieshout vertelt het verhaal op de inmiddels vertrouwde Boer Boris-toon met goed rijmende ritmische zinnen. Het is duidelijk dat dit verhaal sombere momenten heeft, maar het verhaal is zeker geen aaneenschakeling van verdriet. Ook als er iemand doodgaat kun je Kerstmis vieren en plezier hebben, al zal het wel anders zijn. 
    Zoals gebruikelijk in een Boer Boris-boek zijn tekst en beeld moeilijk te scheiden. De tekeningen van Philip Hopman zijn origineel, beweeglijk, grappig en het kleurgebruik is prachtig. Ze laten meer zien dan de tekst beschrijft, zowel in handelingen als in emoties. De illustraties zitten vol leuke details, zoals een bekend boek onder de bank, een muisje dat nooit ver weg is of een bijzondere kerstversiering. Hopman laat knap de emoties van de vele boerderijdieren zien, zowel het verdriet over de dood van het varken als het plezier wat het kerstfeest brengt. 

Kerstmis met Boer Boris is een fijne aanvulling in de Boer Boris-serie. Het is een mooi verhaal waarin vreugde en verdriet naast elkaar mogen bestaan. Het boek nodigt uit om over het missen van een overledene te praten, maar het verhaal geeft kinderen ook ruimte om dat niet te doen. 

Kerstmis met Boer Boris 
Ted van Lieshout (tekst) en Philip Hopman (illustraties) 


Gottmer, 2018     €12,99 

Andere Boer Boris-boeken op kinderboekenpraatjes: 
Boer Boris 
Boer Boris gaat naar zee 
Boer Boris wil geen feest 
Boer Boris en de eieren

Code Kattenkruid - Jacques Vriens

Geplaatst 26 nov 2018, 03:41 door susan *   [ 26 nov 2018, 03:42 bijgewerkt ]


Dat Jacques Vriens een boek schrijft over een opa en zijn kleinzoon is op zich niet verrassend. Vriens is zelf opa en dus ligt het voor de hand dat de schrijver daar inspiratie aan ontleent. Maar Vriens voegt er een bijzonder element aan toe: de dood. 
    De opa van de dertienjarige Stijn is een grappige, stoere, eigenwijze en lieve man, die soms lomp uit de hoek kan komen. Zo ook op de dag dat Stijn bij opa binnenstapt en zijn hele familie in de woonkamer aantreft. ‘Hoi Stijn’ begroet opa hem ‘ik ga dood, maar nu nog niet.’ Opa heeft kanker. Hij wil geen chemokuren en als het einde nadert wil hij euthanasie. Met deze keuzes zijn niet alle familieleden het eens. Ze vinden het ook geen goed idee dat opa en Stijn de driedaagse fietstocht gaan maken die ze al gepland hebben. Maar Stijn en opa zetten door. Er worden compromissen gesloten, een elektrische fiets aangeschaft en afspraken gemaakt over regelmatig contact en hulp als dat nodig is. 
    Het worden drie bijzondere dagen met mooie kleine avonturen. Stijn heeft fijne gesprekken met opa, ze hebben lol, delen hun verdriet en ze kunnen ook heel goed samen stil zijn. 
Na de tocht gaat opa’s gezondheid steeds meer achteruit. De dag van het definitieve afscheid breekt aan. Stijn is erbij als opa overlijdt. 

Code Kattenkruid is een prachtig boek. Vriens schrijft bijzonder mooi over de naderende dood van een geliefde en de vele emoties die dat oproept. Er is ongeloof, woede, verdriet en bezorgdheid en ook openhartigheid, warmte en veel liefde. Vriens weet al die emoties goed te doceren en is erin geslaagd een licht verhaal te schrijven dat wel volledig recht doet aan de ernst van de situatie. Opa gaat weliswaar ‘vrolijk dood’, maar niet zonder verdriet en niet zonder afscheid te nemen. Opa is een nuchtere man, die met humor het beste van de situatie wil maken. Prachtig en eerlijk wordt de euthanasie beschreven. Echt fijn dat kinderen dit kunnen lezen, dat neemt vast veel angst weg. In een nawoord legt Vriens nog het een en ander uit over euthanasie, bijvoorbeeld hoe het geregeld is en dat er ook mensen tegen zijn. 
    Het enige minpuntje is de kaft van het boek, die geen recht doet aan dit prachtige verhaal. De stockfoto laat een opa zien die niet lijkt op de beschrijving van opa in het boek en het kind dat erbij staat oogt nogal jong voor een dertienjarige. En dan die lelijke opdringerige letters die over de foto heen zijn geplaatst. Dit verhaal verdient beter. 

Code Kattenkruid is een prachtig eerlijk en ook vrolijk verhaal over de bijzondere periode waarin kleinkind en opa afscheid van elkaar moeten nemen. 

Code Kattenkruid 
Jacques Vriens 

Van Holkema & Warendorf, 2018     € 14,99

Woezel & Pip Dag lief Muisje

Geplaatst 19 jan 2018, 03:50 door susan *   [ 19 jan 2018, 03:51 bijgewerkt ]


Woezel en Pip zijn voor veel kinderen vertrouwde vriendjes. Ze kennen de hondjes van de animatieserie of van de prentenboeken waarin Woezel en Pip avonturen beleven die dicht bij hun belevingswereld liggen. Dag lief Muisje is echter een bijzonder Woezel & Pip-boek omdat het deze keer gaat over dood en rouw. 

Woezel en Pip rennen door het bos. Ineens zien ze Muisje onder een boom liggen. ‘Hij ligt heel stil. Zelfs zijn snorharen bewegen niet.’ Muisje is ook helemaal koud. Woezel en Pip denken dat hij ziek is en nemen hem mee naar Wijze Varen die hem vast beter kan maken. Maar Wijze Varen schudt zijn hoofd, ‘Niemand kan Muisje nog beter maken. Muisje is dood.’  ‘Dood, wat is dat?’ vraagt Woezel. ‘Doodgaan, dat is als je lichaam ermee ophoudt. Als je dood bent, kun je niets meer.’ Woezel wordt er boos van en vindt het niet eerlijk, ook moet hij huilen. Wijze Varen troost: ‘Muisje is weg. Maar niet helemaal. Jullie fijne herinneringen aan hem blijven natuurlijk. Zo is hij toch altijd een beetje bij jullie. Muisje is dood, maar zijn vriendschap niet.’ 
Muisjes dood roept een heleboel vragen op, bijvoorbeeld wat je nog kunt als je dood bent en of Wijze Varen ook dood zal gaan. 
’Om te vieren dat we allemaal samen zijn’ wordt het afscheid van Muisje een feestje. De vrienden van Muisje eten zijn lievelingstaart en ze delen hun herinneringen. Als het donker wordt leggen ze Muisje in een houten kistje bekleed met mos. Molletje graaft een diepe kuil en Woezel en Pip laten voorzichtig de kist daarin zakken. Met de anderen gooien ze het gat dicht en versieren het met mooie steentjes en een bloemzaadje dat al snel voor een prachtige bloem zorgt. 

De tekeningen weerspiegelen de tekst waarbij de emoties makkelijk van de hondengezichten zijn af te lezen.  Ook Muisje is goed in beeld. Hij ziet er lief uit, alsof hij slaapt. Maar waar de bewoners van het bos wisselende gezichtsuitdrukkingen hebben, blijft Muisje er steeds hetzelfde uitzien. Behalve op de tekeningen bij de herinneringen aan Muisje, daar zien we hem in actie en  heeft hij duidelijk veel pret. Het moment van begraven is zichtbaar emotioneel, alle aanwezigen kijken bedrukt. 

Het is fijn dat jonge kinderen via de vertrouwde figuren van Woezel en Pip zich uiteen kunnen zetten met zo iets ingewikkelds als de dood. Natuurlijk helpt het boek als een kind in zijn omgeving met een overlijden te maken krijgt, maar het is zeker ook geschikt om zonder directe aanleiding voor te lezen als inleiding om een keer over dit lastige onderwerp te praten. 
In het boek zit een inlegvel met goede informatie over hoe je met jonge kinderen over de dood kunt praten en ook worden er tal van praktische tips gegeven. Jammer dat deze belangrijke informatie niet in het boek zelf is opgenomen, want een papiertje raakt zo makkelijk kwijt. 

Woezel & Pip Dag lief Muisje is een goed hulpmiddel om met jonge kinderen over dood, rouw en afscheid nemen te praten. 

Woezel & Pip Dag lief Muisje 
Tekst en illustraties: The Dreamchaser Studios en Dromenjager 

Leopold, 2018     € 12,99

De Vos en de Ster - Coralie Bickford-Smith

Geplaatst 16 okt 2017, 04:20 door susan *   [ 16 okt 2017, 04:30 bijgewerkt ]


Vormgeefster Coralie Bickford-Smith die in Engeland bekend werd door haar ontwerpen voor boekomslagen kreeg het aanbod zelf een boek te maken. Ze gaat aan het werk en veertien jaar later is De Vos en de Ster af. Bickford-Smith liet zich inspireren door het gedicht Eternity van William Blake en zo werd De Vos en de Ster een verhaal over verlies, rouw, loslaten en opnieuw beginnen. 
    In het boek hebben de illustraties de hoofdrol, de tekst is ondersteunend. Bickford-Smiths tekenstijl, onder andere beïnvloed door het werk van William Morris, combineert grafische elementen met repeterende speelse patronen die vaak ontleend zijn aan de natuur. 

Vos woont in een dicht donker bos. Hij is klein en schuw en hij gaat niet graag ver van zijn hol. Iedere nacht wordt Vos wakker bij het kalme, koele licht van Ster, Vos’ enige vriend. Ster verlicht het pad voor Vos en kijkt toe hoe hij jaagt op konijnen en roetsjt door de bosjes. Zo is het altijd geweest. 
    Op een nacht wordt Vos wakker en is alles ineens anders. Het woud is donker, koud en stil. Vos trekt zich terug in zijn hol, ‘Zonder Ster had het geen zin naar buiten te gaan.’ Na lange tijd wekt de geur van duizenden kevers Vos’ eetlust weer op. Als hij naar buiten kijkt ziet hij ‘weinig meer dan een dichte haag doorns’. Toch gaat hij zijn hol uit, op zoek naar Ster. Het brengt hem op onbekend terrein. Hij is bang en verdrietig. Deze stemming wordt benadrukt als de bladzijden zich vullen met strepen: regen. 
    Als de bui over is, is er iets gebeurd: Vos heeft weer kleur gekregen, maar zijn verdriet is nog niet over. Hij jankt naar alles en iedereen en naar het leven dat achter hem ligt. Hij wil weten waar Ster is. 
    Dan krijgt hij een boodschap: ‘Kijk ook voorbij jouw oren.’ Vos kijkt omhoog en ziet een heleboel sterren: ‘Vos snapte niet hoe het kon: zo veel sterren! Zijn hart bolde van blijheid. 
Hij wist dat daarboven ergens ooit een ster van hem was. Onder de helle hemel vol sterren vond Vos zijn weg door het woud
.’ 
Op het laatste beeld dat we van hem zien is hij vervuld met sterrenlicht. 

De illustraties van Bickford-Smith zijn betoverend mooi en komen volledig tot hun recht in deze schitterende uitgave die gedrukt is op dik papier en gebonden in een fraaie stoffen omslag; daar kan geen e-boek tegen op. 
Bickford-Smith werkt met weinig steunkleuren, voornamelijk oranje en een beetje geel. Met dit beperkte palet weet ze op een bijzondere wijze de emoties van Vos weer te geven. Zo verdwijnt alle kleur uit Vos’ leven als Ster ineens weg is, pas als Vos voorzichtig uit zijn hol kruipt komt ook de kleur weer terug. Vos is daarbij zelf het middelpunt. 
    In haar verhaal laat de schrijfster zien dat buiten het vertrouwde dat verloren is, nieuwe wegen zich uitstrekken. Eenmaal op weg kan er dan nog een stevige plensbui vallen, maar langzaam keert de kleur in jezelf en de buitenwereld terug. 
Kinderen zullen het verhaal waarschijnlijk als een sprookje beleven waarin een diepere boodschap sluimert die ze nog niet helemaal begrijpen. Wie meer levenservaring heeft zal de moeizame weg die Vos gaat beter begrijpen en er wellicht troost aan ontlenen. 

De Vos en de Ster is een mooi boek met prachtige illustraties en een troostrijk verhaal. 

De Vos en de Ster 
Coralie Bickford- Smith (vertaald door Jan Rot) 

Christofoor, 2017      € 18,50

Stein Knap en het mysterie van de parallelle universums - Christopher Edge

Geplaatst 29 mei 2017, 04:25 door susan *   [ 29 mei 2017, 04:25 bijgewerkt ]


Na de uitvaartdienst voor zijn moeder die aan kanker overleed vraagt Stein aan zijn vader hoe de dominee kan weten dat zijn moeder nu in de hemel is. ‘Ik bedoel, geloof jij in de hemel?’ Steins vader begint over atomen en deeltjes. Niet zo vreemd want hij is een wetenschapper, evenals Steins overleden moeder. Steins vader vertelt dat er kwantumfysici zijn die denken dat er parallelle universums bestaan. De theorie is dat telkens als er in de wereld een keuze wordt gemaakt de wereld zich deelt. Zo ontstaan er aan de lopende band nieuwe parallelle werelden waar elke mogelijkheid ook daadwerkelijk plaats vindt. Stein bedenkt dat er dan ook een parallel universum moet zijn waar zijn moeder nog leeft en hij wil daar naartoe. 
Het kost wat moeite om uit te vinden hoe dat moet, maar door gebruik te maken van de speciale laptop van zijn moeder en een rotte banaan lukt het hem naar parallelle werelden te reizen. Hij vindt er zichzelf in verschillende versies, maar waar is zijn moeder? 

Stein Knap en het mysterie van de parallelle universums is een originele uitwerking van een aantal veel voorkomende thema’s in de literatuur, zoals de vraag of een geliefd persoon na zijn of haar dood ‘nog ergens is’ of de opdracht om na het verlies van een dierbare een manier te vinden om daar mee om te gaan. De Britse schrijver Christopher Edge kiest een originele ingang om over deze thema’s te schrijven door rouwverwerking aan wetenschap te koppelen. Stein zoekt het niet in geloof of magie, maar wil door middel van logisch nadenken een mogelijkheid vinden om zijn moeder terug te zien. Voor de lezer betekent dit noodzakelijkerwijs een korte inleiding in de kwantummechanica. Het boek is echter geen verkapte cursus natuurkunde, hoofdthema blijft de rouwverwerking. 
Tijdens de reis door diverse parallelle werelden maakt Stein van alles mee. Het verloopt allemaal niet zoals hij verwacht, maar toch helpen de ervaringen hem om uiteindelijk beter met het verlies van zijn moeder om te kunnen gaan. Hij komt tot de conclusie dat er geen vaste regels zijn die je volgt als je rouwt: ‘het enige wat je kunt doen is hopen dat je erdoorheen komt. Wel ontdekt hij dat het makkelijker is als je het niet alleen hoeft te doen en uiteindelijk brengt het verdriet Stein, zijn vader en zijn opa dichter bij elkaar. 
Verdriet en rouw zijn geen vrolijke onderwerpen, maar Edge heeft geen zwaar en deprimerend boek geschreven. Stein, die de verteller van het verhaal is, is een nuchtere jongen die graag relativeert en daarin heel grappig kan zijn. Bovendien is het verhaal avontuurlijk, want ook de lezer is benieuwd wat Stein op zijn reis door de parallelle werelden allemaal zal tegenkomen. Edge heeft in zijn verhaal een mooie balans gevonden tussen wetenschappelijke informatie, het beschrijven van diep gevoeld verdriet en een avontuurlijke reis. 
In Engeland is het boek genomineerd voor Carnegie Medal 2017, een prestigieuze Britse kinderboekenprijs. 

Stein Knap en het mysterie van de parallelle universums is een avontuurlijk goed geschreven verhaal waar op lichte toon moeilijke thema’s besproken worden. Een mooi boek dat uitnodigt na te denken over wetenschap, over liefde, over vriendschap en over wat het leven de moeite waard maakt. 

Stein Knap en het mysterie van de parallelle universums 
Christopher Edge (vertaald door Nan Lenders) 

Meis & Maas,     € 12,95

Doodgewoon - Bette Westera

Geplaatst 23 mei 2017, 02:12 door susan *   [ 23 mei 2017, 02:13 bijgewerkt ]


Soms komt er een boek binnen waarvan je direct ondersteboven bent. Doodgewoon van Bette Westera en Sylvia Weve is zo´n boek. Een prachtig boek vol gedichten en illustraties die lijken te gaan over de dood, maar toch vooral het leven beschrijven. 

Het gewaagde thema is divers uitgewerkt. Natuurlijk zijn er gedichten waar de pijn van het verlies prachtig onder woorden wordt gebracht, maar het gaat over veel meer. Westera stelt bijvoorbeeld de vraag hoe het leven zou zijn als je niet kon sterven:´Als je nou eens niet kon sterven,/ was vakantie dan nog fijn?/ Zou je je nog steeds verheugen/ op dat reisje met de trein?´/ 
Of het gaat over de angst voor de dood: ´Ik wil je graag iets vragen, Dood./ Mag ik even op je schoot?/ Even maar. Ik ben nog klein/ en vraag me af hoe het zal zijn/ om dichter naar je toe te leven./´ 
Grafspreuken ontbreken niet en die zijn, zoals gebruikelijk in dit genre, grappig:´Deze rups werd nooit een vlinder. Jammer weer een vlinder minder´. 
Verschillende gedichten gaan niet direct over sterven en rouw, maar over onderwerpen die geassocieerd worden met de dood, zoals het gedicht Hospice:´Het huis staat in een doodgewone straat./ Hij komt erlangs als hij naar judo gaat./ Een donkerbruine voordeur met een bel, maar zonder namen./ Er gaan ook mensen levend in en uit,/ met lege handen, tranen, bloemen, fruit./ Een huis in een gewone straat, met zeven brede ramen.´/ 
Westera maakt ook gedichten waarin het omgaan met de dood vanuit andere culturen aan de orde komt, waaronder het ontroerende gedicht Narayama waarin de zoon huilend zijn oude moeder de berg op draagt waar hij haar zal achterlaten om te sterven. 
Westera´s gedichten zijn vaak vergeleken met het werk van Annie M.G. Schmidt. Dat is een voor de hand liggende vergelijking omdat beide dames hun gevoel voor ritme en humor met elkaar delen. Ook in Doodgewoon staan gedichten die voor deze vergelijking in aanmerking komen, zoals het gedicht Vaas:´Ze eet. Hij staat er net een uur./ Ze vond hem eigenlijk te duur,/ die vaas. Maar ach, hij past bij de gordijnen./ Precies hetzelfde donkerrood./ Te duur voor Jan. Maar Jan is dood- /het zijn nu echt háár centen, niet de zijne.´/ 
Toch maakt Westera zich in deze bundel definitief los van Schmidt. De gedichten in Doodgewoon laten een grote diversiteit zien, zowel in onderwerpkeuze als in rijmschema´s en alles klopt. Wellicht komen daarom de gedichten die gaan over het definitieve van de dood, de oneerlijkheid ervan en over het gemis van degene die je lief hebt zo binnen. Het zijn gedichten die spreken van ´de leegste stoel die er bestaat´, of een lange litanie van alle situaties waarin de overledene wordt gemist, of de hartverscheurend rouwkaart waarin alle troost vergeefs lijkt, of de pijn om het verlies van het kindje dat te vroeg geboren werd. 

Sylvia Weve, die een Gouden Penseel kreeg voor een ander boek dat ze samen met Westera maakte (Aan de kant, ik ben je oma niet!) vindt zichzelf wederom opnieuw uit. Haar stijl blijft weliswaar herkenbaar maar is toch vernieuwend. Het kleurpalet is divers, al domineren de bruin/rode tinten. Vaak zijn de illustraties verrassend, zoals een hinkelbaan waar vanaf de zeven de getallen zijn door gekruist bij een gedicht over een vroege dood, of haar versie van magere Hein, of de speelse illustratie van een wereld zonder dood, een stadsgezicht dat grote overeenkomsten vertoont met de illustratie bij het gedicht Zonder jou waarop te zien is dat de wereld ´zonder jou´ gewoon door raast. 
Omdat het boek soms halve bladzijden heeft kan Weve spelen met overgangen naar een nieuwe pagina. Dat doet ze briljant, zo blijkt onder de illustratie van de hinkelbaan het graf van een rups te liggen. Ook verbindt ze door middel van haar illustraties gedichten aan elkaar, zoals het gedicht Nooit meer is voor altijd met het gedicht Beter niet dat gaat over´zeven dingen die je beter niet kunt zeggen tegen iemand die een tijdje terug zijn vader heeft verloren´. Weve is origineel, bijvoorbeeld op de prachtige illustratie waar de jas van oma nog overduidelijk haar vingerafdruk draagt of de dansende spullen van een erfenis. 
Het laatste gedicht, dat nog gevolgd wordt door een uitleg over onderwerpen die in het boek aan de orde komen, is een opgewekt gedicht. Kleurige insecten zoemen rond een grafsteen in een vrolijke omgeving:´Hier lig ik dan,/ begraven in een grazig stukje groen,/ en denk wat ik al eerder dacht:/ de dood is goed te doen.´/ 

Wat mij betreft is Doodgewoon het mooiste boek van 2014, een boek om (jezelf) cadeau te doen. 

Het boek won de Woutertje Pieterse Prijs 2015. De jury zegt over het boek:´Gedichten en illustraties die niet alleen het thema van de dood behandelen maar dat levensgrote thema te lijf gaan, omarmen, op afstand houden, waarde geven en meester maken, allemaal tegelijk in één boek.´
Doodgewoon kreeg ook een Zilveren Griffel. Uit het juryrapport: ´Bette Westera heeft met Doodgewoon een schitterende, ongekend rijke bundel doodslyriek geschreven, waar verdriet, verwondering, opstandigheid, berusting en woede onder woorden worden gebracht.´
Sylvia Weve kreeg van de Penseeljury een Vlag en Wimpel. Uit het juryrapport: ´Krachtig is het woord  dat het werk van Weve het best samenvat.´

Doodgewoon 
Bette Westera (tekst) en Sylvia Weve (ill) 


Gottmer, 2014     € 19,95 

Siens hemel - Bibi Dumon Tak

Geplaatst 6 jan 2017, 03:37 door susan *   [ 6 jan 2017, 03:37 bijgewerkt ]


Het boek opent met een donkere wolk, gevolgd door een donkere bladzijde met een eenvoudige tekening van een hond in een mand:´Er stonden zwarte wolken aan de hemel toen Sien vertrok. De lucht rommelde. De regen trommelde. Maar wij hoorden alleen hoe Siens laatste, allerlaatste adem over de rand van de mand woei´. 
In Siens hemel verwoorden en verbeelden Bibi Dumon Tak en Annemarie van Haeringen de vragen en emoties rond het overlijden van een geliefd huisdier. Sien is de hond van Klein Broertje en hij stelt vragen over de dood. Die vragen worden zo goed mogelijk beantwoord door de vertellers van het verhaal die worden aangeduid met´wij´. Deze bijzondere vorm levert een intiem verhaal op waarin hoop en vertrouwen klinkt dat Sien verder leeft op een mooie fijne plek. 
    Als Sien overleden is wordt ze in de regen begraven. Klein Broertje geeft haar een bal mee voor als ze wil spelen in de hemel. 
In huis wordt Sien gemist. Niemand weet wat er moet gebeuren met de riem, de mand en de etensbak. Er wordt troost gezocht bij elkaar. Zou Sien nu ook slapen? Is er in de hemel wel een zee waarin ze kan zwemmen en zijn er wel genoeg takken om stuk te bijten? 
De volgende dag wordt de familie anders wakker,´ Niet door een kwispelende staart die tegen de deken sloeg, maar door de zon die in kamer scheen.´ Ze lopen naar buiten en daar hoort Klein Broertje geblaf.´We deden net of we luisterden. We deden het voor Klein Broertje, om aardig te zijn. Om een beetje met hem mee te doen. En toen we ons gezicht naar de lucht toe keerden hoorden wij het ook. Echt. We hoorden geblaf. Het kwam rechtstreeks vanuit de heldere blauwe hemel.´ 

De prachtige goed gekozen woorden van Dumon Tak worden in beeld gevangen en aangevuld door Van Haeringen. In het begin zijn de pagina´s zwart, maar het zwart wordt langzaam teruggedrongen door kleur. Eerst zijn dat donkere kleuren die bladzijde na bladzijde lichter worden. Het zwart neemt langzaam de vorm aan van Sien. Als we de hond goed kunnen zien wordt zijn omgeving opgevuld met tekeningetjes van fijne hondendingen: worsten, gevulde etensbakken, wegrennende kippen en vluchtende postbodes. Op de laatste bladzijde zit Sien op een wolk in het hemelsblauw, omringd door andere wolken met hemelse honden. Een troostrijk beeld. 

Siens hemel is een troostboek waarin met prachtige woorden en beelden het verdriet om de dood van een huisdier verzacht wordt. 

Siens hemel 
Bibi Dumon Tak (tekst) en Annemarie van Haeringen (illustraties) 

Querido, 2016     € 12,50


De Witte Ruimte - Michaël Boele van Hensbroek

Geplaatst 11 jan 2016, 03:19 door susan *   [ 11 jan 2016, 03:19 bijgewerkt ]


De veertienjarige Janneke staat in de rij en wordt gemaand door te lopen. Ze heeft geen idee waar ze is. Dat wordt pas duidelijk als ze aan de beurt is en van harte welkom wordt geheten in de wereld die begint nadat je bent overleden. Janneke is in de ´Witte Ruimte´ en daar kan ze uitproberen waar ze naar haar dood uiteindelijk naar toe wil. Ze krijgt een ring met twee stenen die haar toegang geeft tot de hemel, de hel, de sterrenvlucht, het niets of reïncarnatie. Janneke begint haar avontuur met een kortstondige reïncarnatie als konijn en dat gaat bijna fout. Als ze terugkeert naar de Witte Ruimte vindt Janneke een leeftijdgenote, Shiva, afkomstig uit India. De meisjes worden vriendinnen. Shiva vertelt over Pieter, ook een leeftijdgenoot, die onverwacht besloot in de sterrenvlucht te blijven. De meisjes vragen zich af of dit wel vrijwillig gebeurde. Ze besluiten op onderzoek uit te gaan. 

Michaël Boele van Hensbroek is kinderarts en hij verzon dit verhaal voor zijn eigen kinderen. Maar het verhaal bleef hangen en hij besloot het op te schrijven. Het is een goed doordacht verhaal met oog voor detail. Zo wordt gaandeweg duidelijk hoe lang je in de Witte Ruimte mag blijven, hoe het komt dat taalverschillen geen rol spelen, dat je als volwassenen niet zomaar naar de hemel kunt en dat het reilen en zeilen in de Witte Ruimte veel lijkt op het runnen van een modern bedrijf met de bijbehorende problemen als werkdruk en werknemers die niet goed functioneren. Gelukkig maar dat alles niet perfect functioneert, want anders was er geen verhaal. Zo doen de meisjes onderzoek naar Pieters plotselinge verdwijning, zetten ze een reddingsoperatie op touw, krijgen ze problemen in de hel en vinden ze een illegale weg in de hemel. Ook besluit Janneke, tegen het advies van haar vrienden in, op droomdate te gaan. Daar heeft ze eenmalig de mogelijkheid om via een droom contact te maken met haar familie. 
Boele van Hensbroek beschrijft ook Jannekes rouwproces. Eerst wil ze niet aan de achterblijvers denken en eigenlijk ook niet weten hoe ze gestoven is, maar gaandeweg zet ze zich hiermee uiteen met een verrassende afloop. 
Het verhaal is westers georiënteerd, ondanks dat een van de hoofdpersonen uit India komt. Boele van Hensbroek lijkt niet veel aandacht te hebben besteed aan Shiva´s Hindoestaanse achtergrond. Zo laat hij haar zeggen dat ze naar een hindoegodin is vernoemd, maar Shiva is een god. Ook laat hij Shiva aan Janneke vragen wat de hemel is omdat zij dat begrip niet zou kennen, maar ook het hindoeïsme kent zijn vorm van hemel en hel. 
Boele van Hensbroek is een verhalenverteller en het boek leest dan ook makkelijk weg. Hier en daar had hij vaker van het show don´t tell- principe gebruik kunnen maken, maar echt storend is dit niet. 

De Witte Ruimte is een spannend verhaal gesitueerd in een unieke setting. Het boek nodigt uit om over de dood en wat daarna komt na te denken en te praten. 

De Witte Ruimte 
Michaël Boele van Hensbroek 

Schrijverspunt, 2015     € 19,95

1-10 of 26